Weghalen van huidtumoren van hoofd of hals onder plaatselijke verdoving
U komt binnenkort naar het ziekenhuis om een huidtumor in hoofd of hals te laten weghalen. Dit gebeurt met plaatselijke verdoving. De KNO-arts voert deze ingreep uit. In deze folder leest u meer over de behandeling. Het kan zijn dat uw eigen situatie anders is dan wat er in deze folder staat.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 18 90
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurg. Banninglaan 1, 2262 BA Leidschendam
BewegwijzeringLeidschendam
Ankers
Over weghalen van huidtumoren van hoofd of hals onder plaatselijke verdoving
U komt binnenkort naar het ziekenhuis om een huidtumor in hoofd of hals te laten weghalen. Dit gebeurt met plaatselijke verdoving. De KNO-arts voert deze ingreep uit. In deze folder leest u meer over de behandeling. Het kan zijn dat uw eigen situatie anders is dan wat er in deze folder staat.
Welke soorten huidkanker zijn er?
Huidkanker komt het vaakst voor van alle soorten kanker in Nederland. 1 op de 5 Nederlanders krijgt huidkanker in zijn of haar leven.
Er zijn verschillende soorten huidkanker:
- basaalcelcarcinoom
- plaveiselcelcarcinoom
- andere zeldzamere vormen van huidkanker
Hieronder vindt u meer informatie over een basaalcelcarcinoom en een plaveiselcelcarcinoom.
Basaalcelcarcinoom
Deze vorm van huidkanker komt het vaakst voor van alle soorten huidkanker. 75 tot 80 van de 100 mensen met huidkanker hebben deze vorm. Het komt vooral voor bij mensen van 45 jaar en ouder.
Oorzaak en ontstaan
Een basaalcelcarcinoom kan in het hele lichaam ontstaan, maar zit meestal in het gezicht. De belangrijkste oorzaak is ultraviolette straling (uv-straling) van de zon of de zonnebank. Sommige mensen hebben meer aanleg om een basaalcelcarcinoom te krijgen dan anderen.
Symptomen en verloop
Een basaalcelcarcinoom kan beginnen met een glad, glazig uitziend bultje.
Het groeit heel langzaam en zaait bijna nooit uit naar andere delen van het lichaam.
Toch is het belangrijk om een basaalcelcarcinoom op tijd te behandelen. Als u niets doet, kan het dieper in de huid groeien. Dan is meestal een grotere ingreep nodig.
Plaveiselcelcarcinoom
Deze vorm van huidkanker ontstaat uit cellen in de bovenste laag van de huid. Een plaveiselcelcarcinoom komt vaker voor bij witte mensen, bij ouderen en bij mannen. Ongeveer 15 van de 100 mensen met huidkanker heeft een plaveiselcelcarcinoom.
Oorzaak en ontstaan
De belangrijkste oorzaak is ultraviolette straling (uv-straling) van de zon of de zonnebank.
Symptomen en verloop
Voordat er een plaveiselcelcarcinoom ontstaat, zijn er vaak al ruwe en schilferige plekken op de huid. Het kan er uitzien als een kleine wond of bult die langzaam groter wordt. Het komt het meest voor op:
- de hoofdhuid
- de oren
- het gezicht
- de lippen
- de onderkant van de armen
- de bovenkant van de handen
- de benen
Een plaveiselcelcarcinoom groeit sneller dan een basaalcelcarcinoom. Het kan uitzaaien naar de lymfeklieren dicht bij de tumor. Soms kan het ook via het bloed verder uitzaaien, maar dat gebeurt niet vaak. Als we de tumor op tijd vinden, kunnen we een plaveiselcelcarcinoom meestal goed behandelen.
Hoe gaat het na de verwijzing naar de KNO-arts?
Meestal ontdekt de dermatoloog een afwijking in de huid die misschien huidkanker is. Soms kan de dermatoloog deze afwijking ook zelf weghalen. Is de plek te groot voor de dermatoloog om weg te halen? Of is er na het weghalen een reconstructie (hersteloperatie van de huid) nodig? En zit de afwijking op uw hoofd of hals? Dan verwijst de dermatoloog u naar de KNO-arts.
De eerste afspraak met de KNO-arts is op de polikliniek. Daar bespreekt de arts de ingreep, de risico’s en de voor- en nadelen met u. De arts vraagt ook welke medicijnen u gebruikt. Het is belangrijk dat u het aan de arts vertelt als u:
- bloedverdunners gebruikt
- allergieën heeft
- eerder zo’n ingreep heeft gehad
Welke verdoving krijgt u?
Voor de ingreep krijgt u een plaatselijke verdoving. U krijgt een prik op de plek van de huidafwijking. Dit kan even vervelend zijn. Na de prik voelt u geen pijn meer.
Welke soorten operaties kunt u krijgen?
- 1. Uitsnijden en korstvorming (granuleren). Deze behandeling gebeurt in 1 operatie. De arts snijdt de huidafwijking weg. De wond geneest daarna vanzelf doordat er een korst op komt. Soms kiest de arts voor deze operatie als er veel spanning op de huid staat. Soms krijgt u zorg van de wondverpleegkundige na deze operatie.
- 2. Uitsnijden en huidtransplantaat. Bij deze behandeling zijn 1 of 2 operaties nodig. De arts snijdt de huidafwijking weg. Daarna bedekt de arts de wond met een stukje gezonde huid van uzelf. Vaak wordt dit stukje huid voor het oor weggehaald. De arts legt dit stukje huid op de wond en zet het vast met hechtingen. Dit heet een vrije lap.
- 3. Uitsnijden en huid verplaatsen (zwaailap). Dit gebeurt in 1 of 2 operaties. De arts haalt de huidafwijking weg. Daarna bedekt de arts de wond met huid uit de buurt van de wond. Deze huid schuift als een puzzelstukje op de wond. De arts zet de huid vast met hechtingen. Dit heet een gesteelde lap of zwaailap.
Hoe gaat het wegsnijden van de huidafwijking?
- Aftekenen: De KNO-arts tekent eerst de huidafwijking af met een stift. De arts houdt een kleine marge van enkele millimeters aan. Het doel is namelijk dat er geen tumorweefsel meer achterblijft.
- Schoonmaken: Na het aftekenen maakt de arts de huid schoon met een ontsmettingsmiddel. U mag dit deel van uw huid niet aanraken tijdens de ingreep.
- Verdoving en weghalen: Daarna krijgt u de verdoving. Na de verdoving voelt u geen pijn meer. De arts snijdt dan de huidafwijking weg.
- Onderzoek: De arts stuurt het weggehaalde stukje huid/weefsel naar de patholoog. Dit is een arts die het weefsel onderzoekt onder de microscoop. De patholoog kijkt of in de randen van het weefsel geen tumorcellen meer zitten. Ook onderzoekt de patholoog om welk type afwijking het precies gaat. Meestal hoort u de uitslag na 10 tot 14 dagen. U krijgt de uitslag van de KNO-arts.
- Na het wegsnijden/verband: Na het wegsnijden van de huidafwijking brandt de arts bloedende bloedvaatjes dicht als dat nodig is. Daarna krijgt u als dat nodig is verband om de wond.
Hoe bepalen we welke soort operatie u krijgt?
De KNO-arts heeft met de operatie 2 doelen:
- Het helemaal weghalen van de huidafwijking, zodat er geen tumorcellen achterblijven. Dit is het belangrijkste doel.
- Zorgen dat het litteken zo goed en zo mooi mogelijk geneest. Soms zit huidkanker op een plek die goed zichtbaar is in het gezicht of de hals. Dan kunnen we helaas niet altijd voorkomen dat u een opvallend litteken krijgt.
De keuze voor de operatie hangt af van:
- de soort huidafwijking
- hoe groot de huidafwijking is
- de plaats op uw hoofd of hals waar de huidafwijking zit
- hoe rekbaar uw huid is
Wanneer kiezen we voor 1 en wanneer voor 2 operaties?
De KNO-arts bepaalt of de huidafwijking en het eventueel bedekken van de wond met andere huid gebeurt in 1 of in 2 operaties. Zijn er 2 operaties nodig? Dan haalt de arts in week 1 de huidafwijking weg. Het bedekken van de wond met een ander stuk huid gebeurt dan in week 2.
2 operaties zijn nodig als de arts vooraf niet zeker weet of de huidafwijking in 1 keer helemaal weggehaald kan worden. Daarom wacht de arts dan eerst op de uitslag van het weefselonderzoek door de patholoog. Pas als de patholoog aangeeft dat de huidafwijking helemaal is weggehaald, bedekt de arts de wond met een ander stuk huid.
Na de eerste operatie krijgt u verband om de wond. In week 2 kan de arts, op advies van de patholoog, nog een paar millimeter extra wegsnijden. Hiermee wil de KNO-arts ervoor zorgen dat de tumor helemaal weg is. Daarna bedekt de arts de wond met een ander stuk huid.
Hoe lang duurt de operatie?
Het wegsnijden van de huidafwijking duurt meestal ongeveer 30 minuten.
Bedekken we de wond met een ander stuk huid? Dan vertelt de arts u hoe lang dit duurt. Als het uitsnijden en bedekken van de wond in 1 operatie gebeuren, duurt de ingreep meestal 45 tot 60 minuten.
Hoe gaat het na de operatie?
- Verband: Na de operatie kunt u een verband krijgen. Soms is dit een pleister, soms een drukverband. Het verband beschermt de wond tegen vuil en vangt bloed en wondvocht op. Als u een verband heeft, moet u dit droog houden. De arts of assistent vertelt u hoe lang dit moet.
- Hechtingen: Als u hechtingen heeft gekregen, blijven deze meestal 7 tot 10 dagen zitten. Soms gaat er een hechting los. Dit is niet erg. Gaat de wond open door spanning van de huid? Bel dan de polikliniek KNO op werkdagen tussen 08.00 en 16.30 uur via telefoonnummer 088 979 18 90. In de avond of in het weekend belt u de Spoedeisende Hulp via telefoonnummer 088 979 79 00.
- Verzorging van de wond: Zijn na ongeveer een week een eventueel verband en hechtingen weggehaald? Dan mag u de wond schoonspoelen met water. U mag dan ook met de wond onder de douche. De huid rond de wond is op dat moment nog kwetsbaar. Wrijf, trek of krab daarom niet aan deze huid. U moet de wond enkele weken insmeren met een antibacteriële zalf. De arts legt uit hoe u dit doet en schrijft de zalf voor.
- Bespreken uitslag en controle: Na de operatie krijgt u een afspraak om de uitslag van het onderzoek door de patholoog te bespreken. Ook controleert de KNO-arts de wond. Als de wond goed geneest, hoeft u niet meer terug te komen bij de KNO-arts. De verdere controles gebeuren dan bij de dermatoloog.
Wat zijn risico’s van de operatie?
Bij elke operatie zijn er risico’s. Bij deze operatie zijn de risico’s:
- Bloeding: Het kan gebeuren dat de wond gaat bloeden. Dit risico is groter als u bloedverdunners gebruikt. Soms vertelt de arts u dat u rond de operatie tijdelijk moet stoppen met bloedverdunners of een andere bloedverdunner moet gebruiken.Krijgt u toch een bloeding? Bel dan op werkdagen tijdens kantooruren met de polikliniek KNO via telefoonnummer 088 979 18 90. Op andere momenten belt u met de Spoedeisende Hulp via telefoonnummer 088 979 79 00. U krijgt dan advies. Soms moet u terugkomen voor een nieuw verband of om kleine bloedvaatjes dicht te branden.
- Infectie: Soms kunt u last krijgen van een infectie. U merkt dit doordat de wond dik wordt, meer pijn doet of dat er pus uit komt. Bel dan altijd met het ziekenhuis. Bel op werkdagen tijdens kantooruren met de polikliniek KNO via telefoonnummer 088 979 18 90. Op andere momenten belt u met de Spoedeisende Hulp via telefoonnummer 088 979 79 00. We kunnen een infectie meestal goed behandelen met medicijnen (antibiotica). Het is wel belangrijk dat u zo snel mogelijk antibiotica krijgt. Zo kunnen we voorkomen dat de infectie erger wordt. Wacht dus niet met bellen als u denkt dat u misschien een infectie heeft.
- Pijn: De wond kan pijn doen of gevoelig zijn. Vaak helpt het nemen van paracetamol hiertegen.
- Litteken: Na 6 weken is de wond meestal goed dicht. Het genezen van het litteken duurt langer. Houd er rekening mee dat het 1 jaar duurt voordat een litteken helemaal geneest.In die tijd verandert de kleur van de huid: eerst is de huid donkerpaars of rood, later wordt deze roze. De huid kan ook stugger zijn. Ook kan er meer spanning op de huid staan dan voor de operatie het geval was.
Vragen?
Neem met vragen contact op met uw KNO-arts. U bereikt de polikliniek ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur via telefoonnummer 088 979 18 90. U kunt ons ook mailen via polikno@haaglandenmc.nl