Shunt plaatsen voor hemodialyse (nierdialyse)
Als uw nieren niet goed werken, heeft u dialyse nodig. Bij hemodialyse maken we uw bloed schoon met een kunstnier buiten uw lichaam. Daarvoor is een goede toegang tot uw bloedvaten nodig. Deze vaattoegang kunnen we op verschillende manieren maken. Meestal maakt de chirurg een verbinding tussen 2 bloedvaten in uw arm. Dit heet een shunt.
Onze vaatchirurgen werken zowel in HMC als in het LUMC. We zoeken altijd de beste oplossing voor elke patiënt. We gebruiken de nieuwste technieken en volgen de laatste medische inzichten.
Specialismen en team
Afspraak en contact
HMC Antoniushove (alleen oncologische chirurgie)
088 979 42 86
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
HMC Bronovo
HMC Westeinde
HMC Gezondheidscentrum Wassenaar
088 979 43 59
ma t/m vr van 08.30 – 10.30 uur en 13.30 – 15.30 uur
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurg. Banninglaan 1
2262 BA Leidschendam
begane grond, route blauw
HMC Westeinde
AdresLijnbaan 32
2512 VA Den Haag
begane grond, route blauw
Ankers
Over shunt plaatsen voor hemodialyse (nierdialyse)
Als uw nieren niet goed werken, heeft u dialyse nodig. Bij hemodialyse maken we uw bloed schoon met een kunstnier buiten uw lichaam. Daarvoor is een goede toegang tot uw bloedvaten nodig. Deze vaattoegang kunnen we op verschillende manieren maken. Meestal maakt de chirurg een verbinding tussen 2 bloedvaten in uw arm. Dit heet een shunt.
Onze vaatchirurgen werken zowel in HMC als in het LUMC. We zoeken altijd de beste oplossing voor elke patiënt. We gebruiken de nieuwste technieken en volgen de laatste medische inzichten.
Wat is (nier)dialyse?
Met dialyse halen we afvalstoffen uit het bloed. Ook halen we met dialyse zout en vocht uit uw bloed als er te veel zout en vocht in uw lichaam zit. Normaal doen uw nieren dit werk. Maar als de nieren minder dan 10 procent werken, is dialyse nodig.
Bij hemodialyse maakt een kunstnier buiten uw lichaam uw bloed schoon. De kunstnier haalt de afvalstoffen en eventueel zout en vocht uit het bloed. Daarna gaat het bloed weer ‘schoon’ terug naar het lichaam.
Om te kunnen dialyseren, is een goede toegang tot uw bloedbaan nodig. Deze vaattoegang moet:
- veilig en sterk zijn
- genoeg bloed naar de kunstnier laten stromen
- een kleine kans op infecties hebben
Kunstnier voor hemodialyse
Vaattoegang: het plaatsen een shunt of infuus
Wat is een AV-shunt?
De chirurg maakt tijdens de shuntoperatie voor de vaattoegang meestal een verbinding tussen 2 bloedvaten in de arm. Als dit gebeurt met uw eigen bloedvaten, heet dit een AV-shunt. Een AV-shunt gaat lang mee en is niet zo gevoelig voor infecties. Deze shunt moet enkele weken ‘rijpen’ voordat we deze kunnen gebruiken voor dialyse.
Bij 20 procent van de patiënten rijpt de AV-shunt niet goed. Dan moeten we een nieuwe AV-shunt aanleggen of een AV-graft plaatsen.
AV-shunt: Door het verbinden van de slagader en de ader stroomt er meer bloed door de ader. Deze wordt daardoor dikker en kunnen we makkelijker aanprikken voor dialyse.
Wat is een AV-graft?
Een AV-graft is een kunststof verbinding tussen de bloedvaten. Voordeel van een AV-graft is dat we deze bijna meteen kunnen gebruiken voor dialyse. Nadelen van een AV-graft zijn:
- iets grotere kans op infecties
- bloedvaten raken sneller vernauwd, waardoor we u vaker moeten behandelen om de AV-graft open te houden
- gaat minder lang mee dan een AV-shunt
AV-graft: We prikken het kunststof bloedvat tussen ader en slagader aan voor dialyse.
Wat is een infuus (centraal veneuze katheter)
Moet u meteen starten met dialyse? Dan plaatsen we soms een infuus (slang) in een bloedvat in de hals. Dit infuus heet een centraal veneuze katheter. Lees hier meer over het plaatsen van een centraal veneuze katheter. Meestal is het geen goede oplossing om lange tijd een infuus te gebruiken voor dialyse. Een katheter beschadigt namelijk de bloedvaten en er is een groot risico op infecties.
Problemen met de toegang tot de bloedbaan
Bij alle soorten vaattoegang kunnen problemen ontstaan. Soms wordt een bloedvat nauwer (stenose). Hierdoor stroomt het bloed minder goed, waardoor de dialyse moeilijker wordt. Ook wordt de kans dan groter op een bloedprop (trombose) in het bloedvat.
Bij een AV-graft ontstaat vaker trombose dan bij een AV-shunt. Bij de helft van de AV-grafts krijgt u binnen een jaar te maken met trombose. Soms is een behandeling nodig om de shunt of graft open te houden. Bijvoorbeeld dotteren. Soms moeten we na een tijd (meestal na een aantal jaren) een nieuwe shunt of graft plaatsen.
Wat gebeurt er voor de shuntoperatie?
Uw arts (de nefroloog/nierspecialist) heeft met u besproken dat u een shunt of graft nodig heeft voor uw hemodialyse behandeling. Meestal gebruiken we een AV-shunt voor de vaattoegang. De nefroloog verwijst u voor de shuntoperatie door naar de vaatchirurg. Deze bespreekt met u welke mogelijkheden er zijn.
Echo-onderzoek
Daarna krijgt u een echo-onderzoek (duplexonderzoek). Met geluidsgolven onderzoeken we welke bloedvaten we kunnen gebruiken voor de shunt. Ook kijken we of uw hart en bloedvaten het aanleggen van een shunt kunnen verdragen. Dit onderzoek duurt ongeveer 45 minuten en doet geen pijn.
Afspraak met de vaatchirurg
De artsen bespreken daarna de uitslagen. Als er geen extra onderzoeken nodig zijn, krijgt u een afspraak bij de vaatchirurg. Deze bespreekt de onderzoeken en het behandelplan met u. Ook geeft de vaatchirurg u extra uitleg over de shuntoperatie.
De chirurg bepaalt in overleg met u in welke arm de shunt of graft komt. Meestal gebeurt dit in de arm die u minder gebruikt. Dus niet in de arm waarmee u schrijft.
Schrijf voor de gesprekken die u heeft in het ziekenhuis uw vragen op, zodat u niets vergeet.
Verdoving
U bezoekt ook het preoperatief spreekuur van de anesthesie. Later krijgt u bericht over de datum waarop we u opereren.
De operatie kan gebeuren onder plaatselijke verdoving of narcose. Bij narcose gaat u even slapen tijdens de operatie. U kunt 2 soorten plaatselijke verdoving krijgen:
- We verdoven uw hele arm met een prik in de oksel.
- We verdoven u alleen rondom de plek waar de snee komt.
Wij bespreken met u welke verdoving u krijgt.
Hoe bereid ik me voor op de shuntoperatie?
- Gebruik de arm waarin we de shunt of graft gaan plaatsen niet voor bloedprikken of het meten van bloeddruk. Laat ook geen infuus plaatsen in deze arm. Zo spaart u uw bloedvaten.
- Train uw arm met een knijpbal (3x per dag 10 minuten).
- Voor het plaatsen van de shunt of graft moet u meestal 1 dag in het ziekenhuis blijven. Neem op de opnamedag uw medicijnen mee naar het ziekenhuis. Neem ook een lijst mee van de medicijnen die u gebruikt. De verpleegkundige in het ziekenhuis overlegt met u welke medicijnen u mag innemen op de dag van de operatie.
- Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan heeft de vaatchirurg u uitgelegd of u hier een tijdje mee moet stoppen of dat u ze gewoon moet blijven nemen. Soms krijgt u tijdelijk een spuit in plaats van uw gewone bloedverdunners.
- U mag vanaf de nacht voor de operatie niet meer eten of drinken.
- We vragen u om alle allergieën en overgevoeligheden te melden aan de verpleegkundige en zaalarts.
Wie doet de shuntoperatie?
De chirurg die u heeft gezien op de polikliniek, een andere chirurg of een arts-assistent doet de operatie. Een arts-assistent is een afgestudeerde arts, die we in HMC opleiden tot specialist of die in ons ziekenhuis ervaring opdoet. De medisch specialist is altijd eindverantwoordelijk voor de behandelingen.
Door verschillende artsen in te zetten, kunnen we de operaties beter plannen. Zo houden we de wachttijden zo kort mogelijk. Wilt u liever dat de arts die u op de polikliniek heeft gezien, de shunt of graft maakt? Laat dit dan weten aan de arts of het Opnamebureau.
Hoe gaat de shuntoperatie?
AV-shunt
De chirurg maakt met een operatie een verbinding (shunt) tussen een slagader en een ader. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. De verbinding komt bij de pols of in de bovenarm. Soms kunnen we de verbinding maken met 1 prik. Dit heet een endo-AVF.
Het kan zijn dat we tijdens de operatie een kleine stent (een metalen raamwerkje) achterlaten om de verbinding tussen de bloedvaten te beschermen. Hier heeft u geen last van.
Soms is een extra behandeling nodig om de shunt goed te laten werken.
AV-graft
Soms zijn uw eigen bloedvaten niet geschikt voor een AV-shunt. Dan kunnen we een kunststof verbinding tussen de slagader en ader in de onderarm plaatsen. Dit heet een AV-graft.
De chirurg plaatst de AV-graft met een operatie. Dit kan met of zonder narcose. Meestal plaatsen we de kunststof verbinding in de vorm van een lus. Na de operatie is uw arm vaak gezwollen en gevoelig.
Centraal veneuze katheter
Als u direct met hemodialyse moet starten, is er geen tijd om te wachten tot de AV-shunt klaar is voor gebruik. Dan kunnen we een AV-graft plaatsen, of tijdelijk een groot infuus in de halsader plaatsen. Dit infuus heet een centraal veneuze katheter. Een centraal veneuze katheter is bijna nooit een oplossing voor lange tijd, omdat het risico op medische problemen bij deze vorm van vaattoegang het grootst is. Praat dus altijd met uw arts over de soort vaattoegang (AV-shunt of AV-graft) die u uiteindelijk krijgt.
Deze ingreep duurt ongeveer 30 minuten en gebeurt onder plaatselijke verdoving. Een nefroloog of radioloog doet de ingreep.
Hoe gaat de dialyse na de operatie?
Een AV-graft kan meestal na 2 dagen worden gebruikt voor dialyse.
Een AV-shunt is na 6 tot 8 weken klaar om te gebruiken voor dialyse.
Bij de dialyse prikt de verpleegkundige 2 naalden in de shunt of graft.
- Via de eerste naald gaat het bloed naar de dialysemachine met de kunstnier.
- Via de tweede naald komt het schone bloed terug in het lichaam.
Na de dialyse halen we de naalden weg. De prikgaatjes drukken we dicht met een pleister of gaasje tot het bloeden stopt. De verpleegkundige leert u hoe u zelf de prikgaatjes kunt afdrukken.
Op de Dialyseafdeling zullen we uw shunt regelmatig controleren. Dit gebeurt tijdens de dialyse met een zogenoemde bloedstroommeting.
Nazorg na de shuntoperatie
Na de operatie is uw arm nog verdoofd. U kunt uw arm in een mitella leggen.
Als de verdoving is uitgewerkt, mag u de mitella niet meer dragen. Een mitella kan de bloedvaten in uw arm afknellen. Dit kan problemen geven bij de ontwikkeling van de shunt.
U krijgt een knijpballetje mee om thuis te oefenen. Dit helpt de shunt sneller klaar te maken voor dialyse.
Gebruik het balletje minstens 3x per dag, 10 minuten per keer. De verpleegkundige legt uit hoe u dit moet doen.
Als u nog niet dialyseert:
- Als de metingen tijdens de operatie goed waren, komt u na 6 weken terug op de polikliniek Heelkunde.
- Soms is er reden om na 1 week al de wond of de AV-shunt te controleren.
- Heeft u hechtingen? Dan halen we die weg op de polikliniek Heelkunde. Dit gebeurt bij de verpleegkundig specialist.
- U heeft hiervoor een afspraak meegekregen van de verpleegkundige van de verpleegafdeling waar u lag na de operatie.
Als u al dialyseert:
- We controleren uw shunt of graft op de Dialyseafdeling.
Na ongeveer 6 weken krijgt u een echo (duplexonderzoek) van de shunt of graft. Daarna gaat u naar de vaatchirurg. De vaatchirurg kan op de echo zien hoe de ontwikkeling gaat van de shunt.
Leefregels shunt: Waar moet ik op letten na de behandeling?
Om uw shunt of graft goed te laten werken, moet u zich aan deze regels houden:
- Controleer elke dag of de shunt trilt en geluid maakt.
- Voelt u geen trilling en/of hoort u geen geluid? Bel direct de Dialyseafdeling via telefoonnummer 088 979 21 28 (bel buiten kantooruren 088 979 79 00).
- Voorkom wondjes aan de arm waarin de shunt zit om infecties te voorkomen.
- Krab ook niet aan korstjes op deze arm.
- Bij een pijnlijke, rode of dikke arm waarin de shunt zit:
- Meet uw temperatuur.
- Is uw temperatuur hoger dan 38 graden of heeft u koude rillingen? Bel de Dialyseafdeling via telefoonnummer 088 979 21 28 (bel buiten kantooruren 088 979 79 00).
- Zorg dat er geen druk op de arm komt.
- Draag geen strakke kleding, sieraden of horloges op de arm.
- Lig liefst niet op de arm en draag geen zware tassen met deze arm.
- Gebruik de arm waarin we de shunt gaan plaatsen niet voor bloedprikken of het meten van bloeddruk. Laat ook geen infuus plaatsen in deze arm. Zo spaart u uw bloedvaten.
- Gaat een prikgaatje bloeden?
- Druk de shunt of graft 20 minuten af. Druk niet te hard.
- Blijft het bloeden daarna doorgaan? Druk dan nog een keer 20 minuten de shunt of graft af.
- Stopt het bloeden nog steeds niet? Bel de Dialyseafdeling via telefoonnummer 088 979 21 28 (bel buiten kantooruren 088 979 79 00).
- Minder bloed naar de hand kan klachten geven. Uw hand kan bleek, koud of gevoelloos worden, maar ook juist pijn gaan doen of gaan prikken. Heeft u hier last van?
- Leg uw hand lager of maak deze warm.
- Knijp in een zachte bal of spons.
- Krijgt u deze klachten tijdens het dialyseren? Vertel dit dan aan de arts of verpleegkundige.
- Gaan de klachten niet over? Maak dan een afspraak met de vaatchirurg. Bel hiervoor met de polikliniek Heelkunde via telefoonnummer 088 979 43 59.
- Bloeduitstortingen komen vaak voor.
- Dit kan gebeuren direct na de operatie of bij de dialyse.
- Meestal zij ze weg binnen een paar weken.
- Wordt de plek groter of krijgt u meer pijn? Bel de Dialyseafdeling via telefoonnummer 088 979 21 28 (bel buiten kantooruren 088 979 79 00).
Behandeling van medische problemen na de shuntoperatie
HMC heeft veel ervaring in de behandeling van problemen met AV-shunts en AV-grafts. Onze specialisten zijn hiervoor speciaal in het buitenland opgeleid in internationale expertisecentra.
Dotteren
Op een echo kan de arts zien of een bloedvat nauwer wordt. Als dit gebeurt, kan een dotterbehandeling nodig zijn.
Bij dotteren blazen we een ballonnetje op in de shunt om de vernauwing weg te halen. De ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving. We brengen het ballonnetje via een naald in uw arm. Het opblazen van het ballonnetje kan pijn doen, maar duurt kort.
Herstel van de shunt met een operatie
Als de shunt niet goed werkt, kan een operatie nodig zijn. We nemen u dan op in het ziekenhuis.
Soms kan de shunt niet meer herstellen. U krijgt dan een nieuwe shunt. Tot de nieuwe shunt klaar is, krijgt meestal tijdelijk een katheter in de hals. Daarmee kunt u doorgaan met dialyseren.
Vervangen van de dialysekatheter
Als een katheter verstopt of geïnfecteerd raakt, moet we deze vaak vervangen. Bij een infectie kan een opname in het ziekenhuis nodig zijn. U krijgt dan antibiotica in de katheter om de infectie te bestrijden.
Contact bij problemen na mijn behandeling
Heeft u vragen of problemen? Bel dan tijdens kantooruren de polikliniek Heelkunde via telefoonnummer 088 979 43 59 of de Dialyseafdeling via telefoonnummer 088 979 21 28.
Buiten deze tijden: Bel bij medische problemen de Spoedeisende Hulp van HMC Westeinde: 088 979 23 80.
Meer informatie voor nierpatiënten
- Nierpatiëntenvereniging van het LUMC: www.diavaria.nl
- Nierpatiëntenvereniging Nederland: www.nvn.nl
- De Nierstichting: www.nierstichting.nl
Onderzoek
In HMC en het LUMC doen we veel onderzoek naar de werking van de shunt. Ook onderzoeken we nieuwe behandelingen om de shunt langer en beter te laten werken.
Soms vragen we of u wilt meedoen aan onderzoek. Door mee te doen, helpt u toekomstige dialysepatiënten aan een betere behandeling.
We leggen u altijd uit wat het onderzoek inhoudt. U kiest zelf of u wilt meedoen.