Tarsaal tunnel syndroom – Beknelling van de nervus tibialis posterior

Pijn, tintelingen of een doof gevoel aan de zijkant en onderkant van de voet: deze en andere klachten kunt u krijgen als de achterste scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior) bekneld zit. Dit heeft het Tarsaal Tunnel Syndroom (TTS). Onze ervaren neurochirurgen kunnen de beknelling behandelen.

Lees meer

Translate instructions

Our website has a translation option, which works on desktop computers and laptops. Follow the instruction below to translate the text:

1. Select the text you want to translate with your mouse or touchpad.

2. Choose ‘Vertalen’ with your mouse or touchpad.

3. Select the language you prefer.

4. You can read and/or listen to the translated text.

5. If a text is long, you cannot translate it all at once. Translate the text in sections instead.

Specialismen en team

 

Afspraak en contact

HMC Antoniushove en
HMC Westeinde
088 979 43 65
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur

Locatie

HMC Antoniushove

Adres

Burg. Banninglaan 1
2262 BA Leidschendam

Bewegwijzering

begane grond, route rood

Sluiten

Sluiten

HMC Westeinde

Adres

Lijnbaan 322512 VA Den Haag

Bewegwijzering

1e etage, route blauw

Sluiten

Sluiten

Ankers

Use quicklinks to navigate to sections of the page quickly

Over tarsaal tunnel syndroom – Beknelling van de achterste scheenbeenzenuw

Pijn, tintelingen of een doof gevoel aan de zijkant en onderkant van de voet: deze en andere klachten kunt u krijgen als de achterste scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior) bekneld zit. Dit heeft het Tarsaal Tunnel Syndroom (TTS). Onze ervaren neurochirurgen kunnen de beknelling behandelen.

Wat is de tarsale tunnel?

De tarsale tunnel is een smalle ruimte aan de binnenkant van de enkel. Hier lopen een zenuw, pezen en bloedvaten doorheen. De zenuw heet de achterste scheenbeenzenuw of de nervus tibialis posterior (figuur 1).

Deze zenuw loopt langs de achillespees en buigt om de knobbel van de enkel. Daar splitst de zenuw zich in 3 takjes:

  • 1 takje naar de hak (nervus calcaneus)
  • 2 takjes naar de binnenkant en onderkant van de voet (nervus plantaris lateralis en medialis)

Deze takjes zitten elk ook weer in een eigen tunneltje (niet afgebeeld in de figuur).

Tarsale tunnel en tarsaal tunnelsyndroom

Figuur 1. Tarsale tunnel en tarsaal tunnelsyndroom

Wat is het tarsaal tunnel syndroom?

Soms wordt de ruimte in de tunneltjes te klein. De achterste scheenbeenzenuw (nervus tibialis posterior) en de 3 afsplitsende takjes raken daardoor beklemd. Dit noemen we het tarsaal tunnel syndroom. Het is een zeldzame aandoening die vaker bij vrouwen voorkomt dan bij mannen. De afsplitsende takjes (nervus plantaris lateralis en medialis) kunnen verderop in de voet ook apart bekneld raken.

Welke klachten geeft het tarsaal tunnel syndroom?

Als de zenuw bekneld raakt, kunt u last krijgen van:

  • Branderige pijn of tintelingen. U voelt dit aan de binnenkant van de voet, richting de onderkant van de voet naar de tenen en de hak toe (figuur 2 verder onderin, het gebied in het rood). Deze klachten worden vaak erger als u loopt of lang staat.
  • Een doof gevoel in de voet.
  • Heel soms verliest u ook kracht in de voet.

De arts kan met een EMG of een echo onderzoeken of u het tarsaal tunnel syndroom heeft.

Een echo is een onderzoek met geluidsgolven. Zo kunnen we de zenuw goed bekijken.

Een EMG is een test om te kijken hoe goed de zenuw werkt. Dit gebeurt door de zenuw te prikkelen met kleine elektrische schokjes.

Welke behandelingen zijn er bij het tarsaal tunnel syndroom?

Als u weinig klachten heeft, kunt u afwachten of een injectie krijgen met een verdovend middel.

Werkt dit niet goed genoeg of heeft u veel last? Dan kan een operatie helpen. Op de polikliniek bespreekt u met de neurochirurg welke behandeling het beste voor u is.

Afspraak op de polikliniek

Uw huisarts of specialist heeft u doorverwezen naar HMC Antoniushove of HMC Westeinde. Meestal kunt u binnen 2 weken op de polikliniek terecht. U heeft deze afspraak met:

  • de neurochirurg
  • de physician assistant
  • de verpleegkundig specialist of een arts in opleiding tot neurochirurg

Tijdens de afspraak praten we met u over uw klachten en onderzoeken we u. Als er extra onderzoek nodig is, proberen we dat zo snel mogelijk te regelen.

Kunt u niet naar uw afspraak komen?

Laat dit zo snel mogelijk weten aan de polikliniek Neurospine. Doe dit minstens 24 uur voor uw afspraak. Dan kunnen we een andere patiënt helpen in plaats van u.

De afspraak afzeggen kan op maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur via telefoonnummer 088 979 43 65. Als u niet afbelt of te laat afbelt, moet u betalen voor de afspraak.

Voorbereiding op de operatie

Is een operatie de beste oplossing voor u? Dan vertellen we u hoe de operatie gaat. U krijgt ook een afspraak met de anesthesist. Dit is de arts die zorgt voor de verdoving tijdens de operatie.

U krijgt voor deze operatie:

  • algehele narcose (u slaapt tijdens de operatie), of
  • een ruggenprik (uw lichaam is verdoofd vanaf uw navel tot uw tenen)

Medicijnen

Gebruikt u bloedverdunners? Bespreek met uw arts of u hier voor de operatie een tijdje mee moet stoppen. Sommige medicijnen mag u blijven gebruiken. Vraag dit na bij de verpleegkundige.

Vervoer

U mag niet zelf autorijden na de operatie. Zorg ervoor dat iemand u naar huis kan brengen.

Eten en drinken

U mag vanaf middernacht (00.00 uur) voor de operatie niet meer eten of drinken. U mag wel nog heldere vloeistoffen drinken tot 2 uur voor uw opname in het ziekenhuis. Dit zijn:

  • water
  • thee zonder melk en suiker
  • koffie zonder melk en suiker

Sieraden

Laat sieraden het liefst thuis. U mag ze niet om houden tijdens de operatie.

De operatie

Opname in het ziekenhuis

Op de dag van de operatie spreekt u eerst met een verpleegkundige. U krijgt uitleg over de voorbereidingen op de operatie. U krijgt een polsbandje om met uw naam, geboortedatum en afdeling.

Wie opereert u?

De neurochirurg die u eerder heeft gesproken op de polikliniek, doet meestal de operatie. Soms doet een andere neurochirurg, gespecialiseerd in zenuwoperaties, de ingreep.

We bespreken het met u als iemand anders de operatie doet dan de neurochirurg waarmee u heeft gesproken op de polikliniek.

Wat gebeurt er voor de operatie?

De verpleegkundige controleert uw gegevens. Bijvoorbeeld welke medicijnen u gebruikt. U kleedt zich om. U krijgt medicijnen tegen pijn.

In de voorbereidingskamer (holding) krijgt u:

  • een infuus (slangetje) in uw hand of arm voor vocht en medicijnen. De medicijnen zorgen ervoor dat u geen infectie krijgt en minder pijn voelt.
  • plakkers op uw borst om uw hartslag te meten
  • een band om uw arm om uw bloeddruk te meten
  • een dopje op uw vinger waarmee we meten hoeveel zuurstof er in uw bloed zit

Daarna krijgt u de verdoving.

We weten niet precies hoe laat we u opereren. Soms komt er een spoedoperatie tussendoor of loopt een eerdere operatie uit.

Hoe gaat de operatie?

De neurochirurg maakt tijdens de ingreep 1 snee aan de binnenkant van de enkel, richting de onderkant van de voet (figuur 2). De zenuw en de 3 takjes maken we vrij uit hun tunnels, zodat ze niet meer bekneld zitten. Aan het eind van de operatie krijgt u een drukverband om uw enkel.

Operatie bij tarsaal tunnelsyndroom

Figuur 2. Operatie bij tarsaal tunnel syndroom

Na de operatie

Naar huis

Meestal mag u dezelfde dag naar huis.

Belasten enkel en bewegen

Laat het drukverband 2 dagen zitten. Belast uw enkel zo min mogelijk tijdens deze 2 dagen.

Daarna mag u langzaam uw enkel weer meer belasten. U mag uw dagelijkse dingen weer doen, maar nog niet sporten. Beweeg normaal, zonder veel druk te zetten op de wond. Doe niet te veel totdat de wond van de operatie is genezen.

Douchen

U mag na het weghalen van het drukverband weer douchen. U mag dan gewoon shampoo en zeep gebruiken.

Herstel

De wond geneest in 2 weken. De binnenkant van de enkel is een plek die soms langzaam geneest. Doe daarom de eerste weken rustig aan en houd de wond goed schoon.

Medicijnen

Bij pijn kunt u paracetamol nemen. Neem maximaal 4x per dag 2 tabletten van 500 mg.

Vaak krijgt u een recept voor Celebrex of Naproxen. Dit zijn pijnstillers die ook ontstekingen tegengaan.

Mogelijke medische problemen

Weinig patiënten krijgen na deze operatie last van een medisch probleem. Medische problemen (complicaties) waar u last van kan krijgen, zijn:

  • rode huid bij de wond
  • de wond geneest niet goed
  • de wond gaat weer bloeden
  • een infectie van de wond
  • beschadiging van de zenuw

Controle na de operatie

6 tot 8 weken na de operatie heeft u een afspraak bij de neurochirurg. De arts bespreekt met u hoe het gaat en of u nog klachten heeft.

Het is goed om te weten dat de pijn en het dove gevoel niet altijd meteen weg zijn. Het kan tot 1 jaar duren voordat de zenuw helemaal is hersteld. Als u na een jaar nog klachten heeft, gaan deze soms ook niet meer weg.

Wanneer moet u contact opnemen met HMC?

Bel meteen de polikliniek Neurospine als:

  • u veel pijn heeft
  • u koorts krijgt
  • u een dikke of rode enkel heeft
  • er vocht of pus uit de wond komt

U bereikt ons van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur via telefoonnummer 088 979 43 65.

Samen met uw behandelaar heeft u op de polikliniek gesproken over een mogelijke operatie voor uw aandoening. De operatie is besproken op basis van uw klachten en de onderzoeken die toen beschikbaar waren. Soms verandert het plan voor de operatie. Dat kan gebeuren vlak voor of tijdens de operatie. De reden kan zijn dat er nieuwe informatie is, dat uw gezondheid is veranderd of dat de chirurg voor of tijdens de operatie andere inzichten krijgt. De chirurg bespreekt zo’n verandering altijd met u. Als het plan verandert tijdens de operatie, dan hoort u het achteraf. Het belangrijkste doel blijft altijd hetzelfde: een zo goed mogelijk resultaat voor u.