Staaroperatie

U bent doorverwezen naar het ziekenhuis omdat u (misschien) staar heeft. Hier leest u meer over wat staar is en over (de voorbereiding op) een staaroperatie.

Lees meer

Translate instructions

Our website has a translation option, which works on desktop computers and laptops. Follow the instruction below to translate the text:

1. Select the text you want to translate with your mouse or touchpad.

2. Choose ‘Vertalen’ with your mouse or touchpad.

3. Select the language you prefer.

4. You can read and/or listen to the translated text.

5. If a text is long, you cannot translate it all at once. Translate the text in sections instead.

Specialismen en team

Afspraak en contact

088 979 29 30
ma t/m vr van 08.30 – 16.30 uur

info.oogheelkunde@haaglandenmc.nl

Locatie

HMC Antoniushove

Adres

Burgemeester Banninglaan 1, 2262 BA Leidschendam

Bewegwijzering

begane grond

Sluiten

Sluiten

Gezondheidscentrum Hubertusduin

Adres

Bronovolaan 3
2597 AX Den Haag

Bewegwijzering

-1e etage (souterrain), route 111

Sluiten

Sluiten

HMC Westeinde

Adres

Lijnbaan 32
2512 VA Den Haag

Bewegwijzering

begane grond

Sluiten

Sluiten

Ankers

Use quicklinks to navigate to sections of the page quickly

Over een staaroperatie

U bent doorverwezen naar het ziekenhuis omdat u (misschien) staar heeft. Hier leest u meer over wat staar is en over (de voorbereiding op) een staaroperatie.

Staar

Onder normale omstandigheden is de lens in het oog helder en doorzichtig. Staar (cataract) is het troebel worden van de natuurlijke ooglens. Het beeld waar wij naar kijken, wordt geprojecteerd op ons netvlies. Als de ooglens troebel is, worden lichtstralen in hun verloop gestoord. Hierdoor ontstaat een onscherp beeld op het netvlies.

Ouderdomsstaar is de meest voorkomende vorm van staar. Het is een gevolg van ouder worden. Door het samenklonteren van eiwitten wordt in de loop van de jaren de lens minder helder. U ziet daardoor steeds slechter. Alles wat u ziet, wordt waziger en grauwer van kleur. De snelheid van de verslechtering verschilt van persoon tot persoon.

Ook op jongere leeftijd kan iemand staar krijgen. Staar kan aangeboren zijn. Ook kan het een gevolg zijn van een ongeluk, medicijngebruik of ontsteking van het oog.

Oog: iris, ooglens, netvlies en gele vlek. Licht dat in oog valt.

Mogelijke klachten door staar

  • Wazig zicht. Alles is mistig en onscherp.
  • Overgevoeligheid voor licht.
  • Het vermogen om kleuren te zien wordt minder.
  • U ziet dubbel met 1 oog.
  • Slechter zien in de schemering of ’s avonds.
  • Sterke verandering van de brilsterkte in korte tijd.

Wanneer is een behandeling nodig?

Wanneer is een behandeling nodig?
Wie staar heeft en nog goed genoeg ziet om goed te functioneren, hoeft zich niet te laten behandelen. Wordt staar zo vervelend dat u er veel last van heeft in uw dagelijkse leven? Dan kunnen we staar behandelen door het weghalen van de troebele lens en het inbrengen van een kunstlens. Hiervoor is een operatie nodig.

Het komt ook regelmatig voor dat mensen nog weinig klachten hebben, maar toch door staar niet meer voldoen aan de eisen van het rijbewijs. In dit geval kunt u voor de keus komen te staan: óf een staaroperatie krijgen óf de auto laten staan.

Het vooronderzoek

Voordat de oogarts u opereert, zullen er onderzoeken gebeuren. Deze onderzoeken plannen we zoveel mogelijk op 1 dag.

Op de dag van de onderzoeken kunt u het volgende verwachten:

  • De doktersassistente geeft uitleg over wat er gaat gebeuren en over de informatie die u meekrijgt.
  • De technisch oogheelkundig assistent of optometrist doet oogheelkundig onderzoek.
  • U krijgt een afspraak voor het opmeten van de sterkte van de kunstlens (oculometrie). Mensen die harde contactlenzen dragen, moeten 3 weken voor dit onderzoek de lenzen niet dragen. Dit geldt ook voor dragers van zachte, torische (cilindrische) contactlenzen. Mensen die andere zachte contactlenzen dragen, moeten deze 2 weken voor het onderzoek niet dragen. Dit is belangrijk om de sterkte van de kunstlens zo precies mogelijk te bepalen.
  • U heeft een afspraak bij de oogarts die u gaat opereren.
  • Alleen als het nodig is, krijgt u een bloedonderzoek, lichamelijk onderzoek, een hartfilmpje en een gesprek bij de anesthesist.
  • Tot slot krijgt u een afspraak voor de staaroperatie.

De (soorten) kunstlenzen

Bij de operatie plaatsen we een kunstlens in uw oog. Afhankelijk van de brilsterkte (voor veraf en lezen) die we willen bereiken na de operatie, kunt u kiezen voor:

  • Een monofocale standaard lens: Deze lens geeft op 1 afstand scherp zicht. Dit is meestal in de verte. Om ook dichtbij goed te kunnen zien, heeft u een leesbril nodig. Heeft u een zogenaamde cilinderafwijking? Dan is ook nog een lichte correctie voor in de verte kijken nodig.
  • Een monofocale torische lens: Ook dit type lens geeft op 1 afstand scherp zicht. De lens corrigeert ook een cilindrische afwijking. Patiënten die een cilindrische afwijking hebben aan de ogen, zijn na de operatie met deze lens minder afhankelijk van een bril voor het zien in de verte dan met de monofocale standaard lens. Voor de korte afstand is een leesbril nodig.
  • Een multifocale lens: Deze lens geeft op zowel de lange als op korte afstand een redelijk scherp tot scherp zicht. De lens maakt zo een leesbril op de meeste afstanden overbodig. De nadelen van deze lenzen zijn dat u bij kunstlicht en tijdens autorijden in het donker last zou kunnen krijgen van schitteringen en lichtkransen. Ook verliest u een beetje contrast.
  • Een multifocale torische lens: Deze lens werkt als de multifocale lens hierboven. Daarnaast corrigeert deze lens een cilindrische afwijking.

De monofocale standaard lens valt onder de basispolis van de ziektekostenverzekering. Voor torische en multifocale lenzen moet u bijbetalen. De oogarts zal met u bespreken of u eventueel in aanmerking komt voor een torische of multifocale implantlens. Deze lenzen zijn namelijk niet voor iedereen geschikt.

Het materiaal van alle lenzen hierboven is hetzelfde. Het is niet zo dat 1 lens beter of slechter is dan de andere. De keuze voor een lens hangt af van de brilsterkte die u nodig heeft na de operatie.

Oogdruppels

Voor de staaroperatie krijgt u een recept mee voor oogdruppels en voor een rol papieren pleisters (Micropore). Deze zaken moet u ten minste vier dagen voor de datum van de operatie bij de apotheek ophalen.

Druppelschema

Het druppelen doet u volgens het Druppelschema staaroperatie (Pdf).

  • 2 dagen vóór de operatie start u met het druppelen van het te opereren oog met 2 soorten oogdruppels.
  • Op de dag van de operatie druppelt u nog 1x volgens het druppelschema. Gebruikt u naast de oogdruppels voor de staaroperatie nog andere oogdruppels? Dan moet u die blijven gebruiken.
  • Op de eerste dag na de operatie gaat u verder met het druppelen volgens het druppelschema.

Let op: Sommige patiënten krijgen een aangepast druppelschema mee. Als u een aangepast druppelschema heeft meegekregen, dan volgt u dat.

Contactlenzen en druppelen

  • Vanaf 3 dagen voor de operatie mag u in het oog dat we gaan opereren geen contactlens meer dragen. U moet het oog druppelen zonder contactlens in.

Uitleg van druppelen

  • Voor het druppelen wast u uw handen. U kunt tijdens het druppelen het beste gaan zitten.
  • U haalt de dop van het flesje en trekt met een vinger het onderooglid iets omlaag. In het zo ontstane gootje kunt u een druppel laten vallen door het hoofd achterover te houden.
  • Terwijl u in de richting van het flesje kijkt, knijpt u er een druppel uit.
  • Hierna drukt u met de wijsvinger in de binnenste ooghoek, aan de neuskant. Doe dit 2 minuten. Dan werkt de druppel beter. U voorkomt dan ook zoveel mogelijk dat u bijwerkingen krijgt doordat de druppel in de neus of keel terechtkomt.

Lukt het druppelen voor u niet? Dan kunt u gebruikmaken van een oogdruppelhulpstuk. Vraag hiernaar bij uw apotheek.

De dag van de behandeling

Eigen voorbereiding

  • U mag de dag van de operatie normaal ontbijten, behalve als we u onder narcose opereren. Dan mag u niets eten en drinken tot aan de operatie.
  • U kunt uw medicijnen blijven gebruiken. U hoeft ook niet te stoppen met Ascal en andere bloedverdunnende medicijnen.
  • Op de dag van operatie mag u geen make-up, nagellak en sieraden dragen.
  • Heeft u een gehoorapparaat? Dan moet u dit uitdoen aan de kant van oog dat we opereren. Dit kan anders nat worden.
  • Draag geschikte kleding: liefst kleding met een wijde hals of een blouse/overhemd met knoopjes. Draag geen coltrui, colbert en stropdas.
  • Gebruikt u druppels voor een te hoge oogdruk (glaucoom)? Dan gaat u gewoon door met uw eigen druppels tot en met de ochtend van de operatie.
    De dag na de operatie begint u ook weer met uw eigen oogdruppels. Hiernaast druppelt u ook nog de oogdruppels die u bij de apotheek heeft gehaald voor de staaroperatie.

Begeleiding

Wij adviseren om iemand te vragen u te begeleiden naar en van het ziekenhuis. Houdt u er rekening mee dat u 1,5 tot 3 uur in het ziekenhuis blijft.
Krijgt u narcose? Dan blijft u een halve dag in het ziekenhuis.
Komt u alleen met het openbaar vervoer of de taxi? Dan is het verstandig dat u iemand achter de hand houdt die u kunt bellen als u zich onzeker voelt om alleen naar huis te gaan.

De behandeling

Meestal kiest de oogarts voor plaatselijke verdoving. Soms zal de oogarts in overleg met u en de anesthesist kiezen voor narcose. U slaapt dan tijdens de operatie. De keuze hangt mede af van uw gezondheid en de medicijnen die u gebruikt.

We leggen een operatielaken over u heen. Het laken komt niet tegen de mond en neusgaten aan. Verder zitten er kleine gaatjes in het laken waardoor u gewoon kunt ademen. Ook krijgt u extra zuurstof. We houden uw oog open met een zogenaamde spreider.

Tijdens de operatie maakt de oogarts een klein sneetje in het oog van 2 tot 3 millimeter groot. Via deze opening maakt de oogarts een ronde opening in het voorste deel van het lenszakje. Met speciale apparatuur verpulveren we uw troebele lens en zuigen we deze weg. In het schone lenszakje plaatst de oogarts de nieuwe, vouwbare kunstlens. Deze ontvouwt zich in het lenszakje.
Meestal is er geen hechting nodig. De behandeling duurt 10 tot 30 minuten.

Er wordt een opening gemaakt in voorste lenskapsel. Hiermee wordt de troebele lens verwijderd. Met een buisje wordt opvouwbare kunstlens in lenszaktje geplaatst.

De verdoving

De oogarts heeft met u de verschillende mogelijkheden voor een verdoving besproken. Bij u is gekozen voor 1 van de volgende mogelijkheden:

  1. Plaatselijke verdoving met druppels:
    Vlak voor de operatie krijgt u een aantal druppels in uw oog. Deze druppels geven tijdelijk een branderig gevoel. Hierna is het oog verdoofd. Tijdens de behandeling voelt u aanrakingen die geen pijn doen en ziet u een vaag schouwspel van licht. Na de operatie krijgt u een doorzichtig oogkapje op. U ziet na de operatie binnen enkele uren beter.
    Verdoving met druppels is voor de meeste patiënten geschikt.
  2. Plaatselijke verdoving door het aanbrengen van verdovingsdruppels via een opening in het slijmvlies (sub-Tenon verdoving):
    Voor de operatie brengt de oogarts of anesthesist via een kleine opening in het slijmvlies (de laag van Tenon) de verdoving in. Deze verdoving doet geen pijn. Via een canule (hol buisje) verspreiden we het verdovingsmiddel rondom de oogbol. De operatie doet hierdoor geen pijn. U kunt uw ogen minder goed bewegen door de verdoving. Ook kunt u misschien een tijdje minder goed zien. Binnen een aantal uren zijn deze problemen voorbij.
    Na de behandeling krijgt u een doorzichtig oogkapje op. Soms ziet u de eerste paar uur na de operatie dubbel. Dit stopt als de verdoving is uitgewerkt. Sub-Tenon verdoving is voor de meeste patiënten geschikt.
  3. Narcose:
    Soms krijgt u voor deze operatie narcose. U gaat dan een tijdje slapen. Dit kan als u de operatie erg spannend vindt. Ook is er soms een medische reden om narcose te geven.

Adviezen nadat u een staaroperatie hebt gehad

Wat moet u de eerste ochtend na uw staaroperatie doen?

  • Heeft u een oogkapje? Haal dit dan weg. U blijft dit kapje de eerste week na de operatie wel ’s nachts dragen.
  • Maak de huid rond het oog en de oogleden voorzichtig schoon. Let op: wrijf niet direct in het oog zelf. Spoel de zalf in het oog niet
  • Controleer in de spiegel of uw pupil rond is. De pupil is het zwarte rondje in het midden van uw oog. De pupil in het geopereerde oog kan groter of juist kleiner zijn dan die in het andere oog. Dit is normaal en trekt vanzelf weg.

mevrouw met oogkapje na staaroperatie
Mevrouw met oogkapje

Andere adviezen na de operatie

  • Na de operatie mag u op een rustige manier alles doen wat u daarvoor ook deed.
  • U mag gewoon bukken.
  • U mag 2 weken lang geen zwaar werk doen, niet sporten, niet zwemmen, niet naar de sauna gaan en niet in het geopereerde oog wrijven.
  • De eerste 2 weken na de operatie mag u geen oogmake-up dragen.

Waar kunt u last van hebben na de staaroperatie?

  • Het geopereerde oog kan rood en gevoelig zijn. Dit gaat meestal vanzelf over.
  • U kunt de eerste dagen wazig zien.
  • Er zit zalf in het oog. Dit kan plakkerig aanvoelen.
  • De kleuren kunnen anders zijn in het geopereerde dan in het andere oog. Zeker als het andere oog nog niet aan staar is geopereerd.
  • U kunt het gevoel hebben dat er een vuiltje in het geopereerde oog zit. Dit gevoel gaat meestal binnen enkele dagen weg.
  • Het geopereerde oog kan meer tranen of juist droger aanvoelen. Dit duurt vaak enkele weken tot maanden. Als dit vervelend is, kunt u kunsttranen van de drogist gebruiken.
  • Andere mensen kunnen een schittering in uw oog zien. Dit komt doordat uw nieuwe lens licht weerkaatst. U kunt hierdoor zelf wat last hebben van flikkeringen. Dit houdt meestal op na een paar weken.
  • Veel patiënten zien vlak na de operatie schitteringen of ringen rondom lampen. Dit gebeurt vooral in het donker. Dit probleem verdwijnt bijna altijd weer in de loop van het eerste jaar na de operatie.
  • Sommige patiënten zien na een staaroperatie vooral in het begin een donkere schaduw of sikkel aan de rand van het buitenste deel van het gezichtsveld. Ook dit gaat meestal weg in het eerste jaar na de operatie.
  • Medische problemen waardoor u niet of minder goed kunt zien komen bijna niet voor. Voorbeelden van zo’n probleem zijn een ernstige bloeding in het oog of een infectie door een bacterie. Dit gebeurt bij 1 van elke 1000 operaties.
  • De kans op andere medische problemen is ook klein: tussen de 3 en 5 van elke 100 patiënten krijgt daar last van. Deze medische problemen kunnen zijn:
    • een afhangend ooglid
    • een beschadiging van het lenszakje
    • beperkt verlies van de gelei (het glasvocht) van het oog
    • een tijdelijk grotere druk op de oogbol
    • een vervormde pupil
    • tijdelijke vochtophoping in het hoornvlies
    • lekken van de wond
    • een tijdelijke vochtophoping in de gele vlek
    • een steriele ontsteking in het oog.

De meeste van deze problemen kunnen we goed oplossen. U zicht wordt hierdoor bijna nooit slechter dan het was voor de operatie.

  • Soms worden bij patiënten met diabetes (suikerziekte) de afwijkingen in het netvlies groter. De oogarts bespreekt dit risico met u.
  • De kans dat het netvlies loslaat wordt iets groter na een staaroperatie. Dit komt vooral voor bij mensen die heel erg bijziend zijn.
  • Nastaar is het troebel worden van het lenszakje waarin de kunstlens zit. Nastaar kan maanden tot jaren na de staaroperatie ontstaan. Met de moderne implantlenzen krijgt ongeveer 1 van elke 10 geopereerde mensen nastaar. Door de nastaar gaat u langzaam slechter zien. De oogarts kan met een eenvoudige behandeling die geen pijn doet de nastaar laten verdwijnen.

Welke oogdruppels moet u gebruiken na uw staaroperatie?

U gaat na de operatie door met de oogdruppels die de oogarts heeft voorgeschreven aan u. Zie hiervoor het druppelschema.

Gebruikte u vóór de staaroperatie al andere oogdruppels, bijvoorbeeld vanwege droge ogen of glaucoom? Dan moet u die meestal blijven gebruiken na de operatie. Gebruik deze oogdruppels niet als we u hebben verteld dat u ze (tijdelijk) niet mag gebruiken.

Controle na de operatie

Na de operatie krijgt u nog 1 of meer controleafspraken op de polikliniek Oogheelkunde. Het hangt af van hoe snel u geneest hoeveel afspraken u nodig heeft. Soms is de eerste controleafspraak via de telefoon.

U kunt na ongeveer 3 tot 6 weken na de operatie naar de opticien om een nieuw brillenglas aan te laten meten.

Wanneer moet u bellen met de polikliniek Oogheelkunde?

Bel ons als:

  • uw oog veel pijn doet
  • uw oog steeds roder wordt
  • u slechter ziet dan vóór de staaroperatie
  • u ineens minder ziet
  • u flitsen en vlekken ziet
  • uw pupil in het geopereerde oog niet rond is

U kunt tussen 08.00 en 16.30 uur bellen met de polikliniek Oogheelkunde op telefoonnummer 088 979 29 30. Soms vragen we u om naar het ziekenhuis te komen om het geopereerde oog te controleren. Meestal is alleen uitleg of advies nodig.

U kunt ons op dit nummer ook bellen als u vragen heeft na de operatie.

Klachten in de avonduren en weekenden

Buiten kantooruren werken de oogartsen van HMC samen met andere oogartsen uit de Haagse regio. De dienstdoende arts-assistent en oogarts zijn aanwezig in het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg:

HagaZiekenhuis, locatie Leyweg
Els Borst-Eilersplein 275,
2545 AA Den Haag

Bij klachten kunt u zich melden op de Spoedeisende Hulp van het HagaZiekenhuis.
Voor telefonisch overleg buiten kantooruren kunt u bellen naar (070) 210 20 60

Als u niet kunt komen

Kunt u niet komen op de afgesproken tijd? Bel dan zo snel mogelijk de polikliniek Oogheelkunde om uw afspraak af te zeggen of te verplaatsen. Doe dit uiterlijk 24 uur voor de afspraak. Bellen kan van ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur op telefoonnummer 088 979 29 30. In uw plaats kunnen we dan een andere patiënt helpen.

Belt u niet of te laat af? Dan moet u betalen voor de afspraak.