Sondevoeding geven aan uw kind
Er zijn kinderen op de kinderafdeling die te ziek of te klein zijn om zelf alle voedingen te drinken. Daarom krijgen ze (tijdelijk) voeding via een sonde. Als ouder kunt u deze handeling aanleren als onderdeel van de zorg voor uw baby. Sondevoeding leren geven is niet verplicht.
Als u uw kind zelf sondevoeding kan geven, kan uw kind wel eerder naar huis. Er is dan ook meer tijd om uw kind te leren drinken in het tempo dat past bij zijn/haar ontwikkeling. Ieder kind leert drinken in zijn/haar tempo. Het is belangrijk dat u uw kind leert kennen en de signalen die uw kind afgeeft gaat herkennen.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 23 30
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Bronovo (polikliniek)
AdresBronovolaan 52597 AX Den Haag
Bewegwijzering5e etage, route 55
HMC Westeinde (polikliniek)
AdresLijnbaan 32 2512 VA Den Haag
Bewegwijzering1e etage, route blauw
HMC Westeinde (verpleegafdeling)
AdresLijnbaan 322512 VA Den Haag
Bewegwijzering2e en 3e etage, route oranje HMC Sara de Bronovo Moeder- en Kindcentrum
Ankers
Over sondevoeding geven aan uw kind
Er zijn kinderen op de kinderafdeling die te ziek of te klein zijn om zelf alle voedingen te drinken. Daarom krijgen ze (tijdelijk) voeding via een sonde. Als ouder kunt u deze handeling aanleren als onderdeel van de zorg voor uw baby. Sondevoeding leren geven is niet verplicht.
Als u uw kind zelf sondevoeding kan geven, kan uw kind wel eerder naar huis. Er is dan ook meer tijd om uw kind te leren drinken in het tempo dat past bij zijn/haar ontwikkeling. Ieder kind leert drinken in zijn/haar tempo. Het is belangrijk dat u uw kind leert kennen en de signalen die uw kind afgeeft gaat herkennen.
Hoe begeleiden we u?
In het HMC Moeder- en Kindcentrum doen we er alles aan om u en uw kind goed te begeleiden. Van de kinderverpleegkundige die voor uw baby zorgt, krijgt u informatie over het leren drinken en het geven van sondevoeding. Zij informeert u over de handelingen die horen bij het geven van de sondevoeding en waar u zoal op moet letten. Met de kinderverpleegkundige maakt u afspraken over het oefenen.
Eerst kijkt u meerdere keren mee met de verpleegkundige. Daarna voert u alle handelingen een aantal keer uit onder begeleiding van de kinderverpleegkundige. Pas wanneer u zich zeker genoeg voelt en de handelingen een paar keer onder begeleiding heeft uitgevoerd, kunt u de sondevoeding zelfstandig geven.
Welke voordelen heeft het geven van sondevoeding?
Ieder kind leert drinken in zijn/haar eigen tempo. Er zijn kinderen die wat meer tijd nodig hebben voor zij alles zelf kunnen drinken. Dat is geen reden om u zorgen te maken. Als uw kind een sonde heeft, kan het nog steeds een deel van de voeding zelf drinken.
Zelf drinken kost energie. Uw kind heeft ook energie nodig om te groeien en zichzelf warm te houden. Het geven en/of aanvullen van de voeding per sonde zorgt ervoor dat uw kind goed slaapt, goed groeit en weer uitgerust is voor een volgende voeding.
Hoe geeft u sondevoeding?
De kinderverpleegkundige leert u het geven van de sondevoeding aan. De tekst hieronder kunt u gebruiken als een “checklist”.
Voorbereiding
- Was uw handen.
- Verwarm de voeding tot deze op lichaamstemperatuur is.
- Pak een sondespuit van 5 ml en een sondespuit van 20 ml of 50 ml.
- Zorg voor een rustige omgeving zonder afleiding en neem de tijd.
Uitvoering
- Was uw handen.
- Leg uw baby in rug- of zijligging. Of houdt uw baby rechtop tijdens het buidelen.
- Controleer of de sonde goed is afgeplakt, niet is verschoven en op de juiste cm zit.
- Sluit de spuit zonder stamper aan op de sondevoedingsslang.
- Vul de spuit met voeding en druk deze aan met de stamper van de spuit. Zo laat u de voeding inlopen.
- Hang of houd de sondevoedingspuit ongeveer 10 tot 20 cm boven uw kind. De snelheid van het inlopen van de voeding kunt u bepalen aan de hand van de hoogte waarop u de spuit hangt of houdt. Hoe hoger de spuit, hoe sneller de voeding zal inlopen.
- Het inlopen van de voeding duurt ongeveer 20 minuten.
- Blijf bij uw kind tot de voeding is ingelopen.
- U kunt ook medicijnen geven via de sonde. Spuit de medicijnen met een klein spuitje voorzichtig in. Geef 2 ml water na, om verstopping te voorkomen.
- Spuit de sonde na iedere voeding door met 2 ml lucht. Gebruik hiervoor de 5 ml spuit.
- Spuit verder de sonde 3 keer per 24 uur door met 2 ml water, zodat de sonde niet verstopt raakt. Sluit de sonde daarna af.
Hoe begeleiden we u thuis?
Zijn u en uw kind eraan toe om naar huis te gaan? Dan zal het ziekenhuis u verder begeleiden. In het ontslaggesprek leggen we u uit wat u thuis moet doen.
Bij vragen of onzekerheden kunt u altijd de kinderafdeling bellen. Wij bellen u als u weer thuis bent regelmatig om te vragen hoe het gaat.
U krijgt vanuit het ziekenhuis een pakket mee met de materialen die u nodig heeft voor de sondevoeding. Uw verzekering vergoedt dit pakket.
Aandachtspunten
- Gebruik elke 24 uur nieuwe spuiten.
- Loopt de voeding te langzaam, hang de spuit dan hoger.
- Loopt de voeding te snel, hang de spuit dan lager.
- Heeft uw kind de behoefte om te zuigen tijdens het inlopen van de sondevoeding? Geef het dan een fopspeen.
- Bij spugen legt u uw kind op de zij, zodat hij/zij zich niet verslikt in de voeding. U stopt de voeding dan door de slang dubbel te vouwen.
- Blijf bij uw kind terwijl de sondevoeding inloopt. Uw kind kan zich altijd verslikken.
- Twijfelt u of de sonde goed zit? Geef dan geen sondevoeding of stop met het geven van de voeding. Neem contact op met de kinderafdeling.
Vragen
Heeft u nog vragen? Bel dan tijdens kantooruren met de lactatiekundige via telefoonnummer 088 979 80 04. Buiten kantoortijden kunt u de kinderafdeling bellen op telefoonnummer 088 979 22 13.