Omgaan met het huilen van uw baby
Deze informatie gaat over het huilgedrag van uw baby. We vertellen wat normaal huilgedrag is en hoe u uw baby kunt troosten. Ook laten we zien wat een gemiddeld ritme van slapen en wakker zijn is van een baby in de eerste 3 maanden.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 23 30
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Bronovo (polikliniek)
AdresBronovolaan 52597 AX Den Haag
Bewegwijzering5e etage, route 55
HMC Westeinde (polikliniek)
AdresLijnbaan 32 2512 VA Den Haag
Bewegwijzering1e etage, route blauw
Ankers
Over omgaan met het huilen van uw baby
Deze informatie gaat over het huilgedrag van uw baby. We vertellen wat normaal huilgedrag is en hoe u uw baby kunt troosten. Ook laten we zien wat een gemiddeld ritme van slapen en wakker zijn is van een baby in de eerste 3 maanden.
Uw baby blijft huilen: een machteloos gevoel
U hebt met uw baby vast al van alles uitgeprobeerd om het huilen minder te maken. Bijvoorbeeld andere voeding of een andere fles of speen. Op internet en in uw omgeving staan ook veel adviezen. Maar deze adviezen helpen helaas vaak maar kort, of helemaal niet. Behalve een machteloos gevoel heeft u ook vaak het gevoel dat er toch iets aan de hand is.
Als het goed is heeft uw kinderarts, huisarts of jeugdarts uw baby nagekeken en gezien dat hij of zij gezond is. Dit betekent dat er geen medische oorzaak voor het huilen is gevonden. Wanneer u hier nog onzeker over bent, is het belangrijk dat u dit bespreekt met uw arts.
Maar waarom huilt uw kindje dan wel? En wat kunt u doen om dit huilen te minder te maken? Deze vragen proberen we zoveel mogelijk te beantwoorden in deze informatie.
Wat is normaal huilgedrag?
Baby’s beginnen met huilen vanaf het moment dat ze geboren worden. Huilen is een manier van communiceren waarmee baby’s aangeven iets nodig te hebben. Wat dat betreft is het heel normaal dat een baby huilt.
Oorzaken van normaal huilgedrag kunnen zijn:
- honger
- een vieze luier
- te warm/te koud hebben
- zich eenzaam voelen/geborgenheid nodig hebben
- moe zijn
- overprikkeld zijn
Maar wat is nu normaal (huil)gedrag? Lees dat hieronder:
- Het huilen begint en stopt plotseling.
- De baby lijkt pijn te hebben.
- Het huilen hangt vaak samen met een voedingsmoment.
- De baby kan tussendoor kreunen en steunen.
- De baby huilt uit opluchting na het poepen.
- De baby huilt meer en is onrustiger in de avond.
- Vasthouden/wiegen helpt om de baby rustig te krijgen.
Hoeveel huilt een baby?
Het huilen van een baby is dus normaal biologisch gedrag. Het hoort de eerste maanden bij de ontwikkeling van het kindje. Een baby begint vaak meer te huilen vanaf 1,5 week (ongeveer 10 dagen). Dit is vaak het moment dat de kraamhulp net vertrekt. Een baby huilt vanaf dat moment een bepaalde periode per dag. Op de leeftijd van 6 weken huilt een baby gemiddeld het meest.
De grafiek hieronder laat het huilgedrag zien van een gemiddelde baby.
Rust en regelmaat
Baby’s doen veel nieuwe indrukken op. Ze horen, zien, voelen en maken van alles mee. Sommige baby’s raken hierdoor wat sneller overprikkeld. Voor alle baby’s geldt de regel van rust en regelmaat. Op de volgende manieren kunt u uw kindje rust en regelmaat geven:
- Bied een vaste volgorde aan: slapen-voeden-spelen-slapen. Door een vaste volgorde aan te houden, geeft u de baby duidelijkheid. De baby kan zich dan voorbereiden op wat er gaat gebeuren. Baby’s houden zich niet aan vaste tijden. Maar ze krijgen een gevoel van veiligheid als de handelingen in een vast volgorde gebeuren.
- Zorg voor een vaste plek voor activiteiten, zoals slapen en spelen. Zo gaat uw baby snel patronen herkennen: slapen doet hij/zij in bed en spelen doet hij/zij in de box.
- Inbakeren kan helpen bij het sneller tot rust komen. Ook heeft uw baby zo geen last van zijn eigen maaiende armpjes of andere onrust. Inbakeren moet wel veilig gebeuren. Laat u informeren door het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
- Baby’s worden vaak rustig van ‘white noise’. Deze witte ruis is een constant, monotoon geluid. Door de white noise hoort de baby andere omgevingsgeluiden niet meer. Het geluid imiteert een voor uw baby herkenbaar geluid vanuit de baarmoeder, namelijk het voortdurende geluid van het bloed dat stroomt door de bloedvaten. Dit geluid kan uw kind een gevoel van veiligheid geven. Daardoor kan het helpen om uw baby makkelijker te laten inslapen of doorslapen. White noise kunt u afspelen via een app. Maar er zijn ook knuffels of muziekdoosjes die white noise maken. Bij vragen hierover kunt u terecht bij een deskundige van de Cyberpoli.
- Probeer uw baby in bed te troosten als het slaaptijd is. Dit kunt u doen door een hand op het buikje en bovenop het hoofdje van uw baby te leggen. Zo geeft u uw baby geborgenheid en veiligheid.
- Een ‘inslaaphuiltje’ mag. Sommige kinderen hebben dit nodig om ‘te ontprikkelen’ voordat ze kunnen slapen. Een kwartiertje is normaal. Sommige kinderen hebben iets langer de tijd nodig.
Hoeveel slaap heeft uw baby nodig?
Baby’s slapen de eerste maanden veel, maar ze slapen nog geen langere periode achter elkaar. Dit komt doordat de slaapcyclus van een baby korter is dan bij een volwassene. Een slaapcyclus van een baby duurt ongeveer 45 minuten. Dit betekent dat de baby vaak ‘wakker wordt’ na 45 minuten. Hierbij kan het lijken dat uw baby echt wakker is en niet verder wil slapen. Soms is uw baby toch nog moe en wil hij/zij verder slapen. Maar uw baby heeft daarbij uw hulp nodig. Help uw baby door opnieuw het speentje aan te bieden en geborgenheid te geven. U geeft geborgenheid door een hand op de buik en boven het hoofd te leggen.
De eerste helft van een slaapcyclus is bij baby’s een lichte slaap. Daarbij worden ze makkelijk wakker (en gaan ze huilen). Een baby verwerkt elke dag weer nieuwe ervaringen. Daardoor duurt de REM-slaap langer dan bij volwassenen. De REM-slaap is de periode in de slaap waarin uw baby droomt.
De eerste maanden slaapt uw baby ook veel in uw armen of op een andere plek dan in de slaapkamer. Dit kan geen kwaad als uw baby klein is. U kunt uw baby dan nog niet verwennen. Over het algemeen leren baby’s rond een leeftijd van 4 tot 6 maanden oorzaak en gevolg kennen. Vanaf dat moment is het sowieso verstandig om de baby in zijn/haar bedje te laten slapen. Pas hierbij een bedtijdritueel toe (zelfde tijd gaan slapen, muziekje, verhaaltje, enzovoort). Ga op zoek naar wat u en uw baby fijn en prettig vinden.
Leeftijd | Totale slaap | Slaapjes overdag | Slaap ‘s nachts | Wakkertijd |
0-2 weken | 16-20 uur | Af en aan | Ca. 10 uur | 45 minuten |
2-6 weken | 14-16 uur | 4-8 slaapjes | Ca. 10 uur | 60 minuten |
6-12 weken | 14-16 uur | 4-6 slaapjes | Ca. 10 uur | 60-90 minuten |
3-6 maanden | 14-15 uur | 3-4 slaapjes | Ca. 11 uur | 90 minuten |
6-8 maanden | 14-15 uur | 3 slaapjes | Ca. 11 uur | 90-180 minuten |
8-12 maanden | 14-15 uur | 2 slaapjes | Ca. 11 uur | 120-180-240 minuten |
Afbeelding 2. Overzicht slapen van baby’s.
Waarom huilt uw baby?
Een baby krijgt veel prikkels mee op een dag. Bijvoorbeeld bij licht, geluiden en beweging. Uw baby verwerkt prikkels en emoties door te huilen. Deze verwerking gebeurt vaak het meeste aan het einde van de middag en in de avond. Maar uw baby kan ook de hele dag bezig zijn met het verwerken van prikkels. Sommige baby’s blijven hier wat langer in ‘hangen’ en blijven daardoor huilen. Dan heeft een baby iemand nodig om dit te doorbreken. Dit kan door de troostreflex aan te zetten.
Wat is de troostreflex?
In de eerste 3 maanden kan een baby veel babyreflexen laten zien. Dit komt doordat het hersenzenuwstelsel nog niet helemaal volgroeid is. Deze babyreflexen bestaan uit veel schrikachtige en ongecoördineerde bewegingen. Voorbeelden van deze reflexen zijn bijvoorbeeld het omhooggooien van de armpjes. Maar ook het schrikken van een onverwachte beweging of geluid. Dit zijn aangeboren reacties, die na 3 maanden verdwijnen. Dit komt omdat de hersenen dan verder zijn gerijpt.
Een reflex die ook de eerste 3 maanden aanwezig is, is de troostreflex. Als deze reflex in werking treedt, stopt het huilen ineens of wordt het huilen ineens minder. U kunt de troostreflex opwekken met de 5 s’en. Hieronder leest u daar meer over.
Hoe troost u uw baby met de methode van Karp?
De Amerikaanse kinderarts Harvey Karp heeft gezocht naar manieren waarmee ouders hun baby’s beter kunnen troosten. De methode van Karp is gebaseerd op het idee dat een baby niet 9, maar 12 maanden in de baarmoeder had moeten zitten. Als de baby namelijk langer in de baarmoeder zou zitten, kunnen de hersenen van de baby langer rijpen. De methode van Karp kunt u toepassen in de eerste 3 tot 4 maanden na de geboorte.
In de baarmoeder is een ongeboren baby in een kleine ruimte. De baby ligt er in zijligging en voelt veel bewegingen. In de 20e week kan de baby al goed horen. Vanaf die tijd hoort de ongeboren baby de inwendige geluiden van de moeder (hartslag, spijsvertering, bloedtoevoer). Maar uw baby hoort ook al geluiden van buiten het lichaam van de moeder: bijvoorbeeld stemmen en muziek. Baby’s horen eigenlijk steeds (een suizend/sussend) geluid. Zeggen zorgverleners dat uw kind rust nodig heeft? Dan bedoelen ze niet dat het stil moet zijn rondom uw baby. Het gaat dan vooral over de rust en regelmaat [NH1] waarover we het eerder hadden.
Wat zijn de 5 s’en?
Hieronder leggen we de methode van Karp uit. Ze bestaat uit 5 stappen: de 5 s’en. U kunt de methode van Karp op verschillende momenten gebruiken: ook als uw baby al in bed ligt en dan wakker wordt en huilt. Op YouTube staan verschillende filmpjes waarin Harvey Karp de stappen uitlegt en voordoet. U vindt ook op de website Cyberpoli een nuttig filmpje.
Verder heeft kinderarts Carole Lasham een boek geschreven dat de methode goed uitlegt: ‘De Karp-methode – de praktische manier om alle (huil)baby’s stil te krijgen’.
Als u de stappen in de volgorde hieronder uitvoert, heeft dit bij sommige baby’s bij de 1e en 2e stap al effect. Anderen hebben 3, 4 of alle 5 de stappen nodig. Baby’s worden meestal rustig van deze stappen of vallen in slaap.
5 s’en | 5 stappen (vertaald) | Binnen in de baarmoeder |
Swaddling | Inbakeren/stevig vasthouden | Weinig ruimte |
Side/stomach position | Zijwaarts op uw arm leggen | Foetushouding |
Sushing | Sssssh | Steeds suizend geluid |
Swinging | Wiegen | Veel bewegingen |
Sucking | Zuigen op speentje | Zuigen |
Afbeelding 3. De 5 s’en van Karp.
Swaddling (inbakeren/stevig vasthouden)
Zorg ervoor dat u de handelingen hieronder doet als u zelf de rust ervoor kunt vinden. Of zorg ervoor dat er iemand bij u is die u kan helpen en ondersteunen. De eerste keer is het handig om dit samen te doen met uw jeugdverpleegkundige of pedagogisch zorgverlener. Of doe het met iemand anders die kennis heeft over het inbakeren.
De methode begint met strak inbakeren. Losjes inbakeren helpt niet. Wilt u uw baby niet inbakeren? Houd hem/haar dan stevig vast in uw armen. Door het inbakeren of stevig vasthouden geeft u uw baby hetzelfde gevoel als in de baarmoeder: namelijk een constante aanraking en begrenzing.
Uw baby moet niet te warm aangekleed zijn. Het klittenband van de inbakerdoek hoort niet tegen de huid van uw baby aan te komen.
Vanaf het moment dat uw baby probeert om te draaien, moet u langzaam stoppen met het bakeren. Deze website beschrijft stap voor stap hoe u het inbakeren kunt afbouwen.
U mag uw baby niet inbakeren bij koorts, huidafwijkingen (zoals eczeem), ziekte of 24 uur na een vaccinatie. Kijk hier voor meer informatie over veilig inbakeren.
Side/stomach position (zijligging)
Leg uw baby op de zij in uw armen. Draai uw kindje licht door naar zijn buikje. Houdt uw baby daarbij zoveel mogelijk tegen uw buik. Deze houding voelt voor uw baby als een geruststellende ondersteuning. Verder zorgt deze houding ervoor dat uw baby niet met de armpjes kan zwaaien.
U kunt uw baby ook op de zij op uw benen neerleggen. Leg uw baby nooit op de zij in bed. U vindt op de website Cyberpoli een nuttig filmpje over de zijligging.
Sushing (sssssh geluiden)
Met een sssssh geluid doet u een geluid na wat uw baby herkent vanuit de baarmoeder: het altijd doorgaande geluid van het stromen van bloed door de bloedvaten. Dit geluid lijkt qua sterkte op een stofzuiger. Het geluid is gemiddeld zo’n 70 decibel hard, met uitschieters naar 90 decibel.
De sssssh zal uw baby rustig maken. Hoe harder de baby huilt, hoe harder de sssssh moet zijn om de baby stil te krijgen. Dit kan dus per baby en per moment verschillend zijn. Er is een hardere sssssh nodig als uw baby hard huilt en een zachtere sssssh als uw baby zich ontspant.
Als u baby zich ontspant, zal hij/zij makkelijker in slaap vallen. Een sssssh geluid moet u rond de 15 cm van het oor maken. Maak het geluid nooit direct op het oortje. Dan werkt het namelijk niet.
Swinging (wiegen)
Een ongeboren baby beweegt mee in de buik van zijn/haar moeder. Heeft uw baby troost nodig? Dan helpt ritmisch bewegen/wiegen. Uw baby herkent dit nog van toen hij/zij in de baarmoeder zat. Uw kindje kan hier rustig van worden.
Neem uw baby voor het wiegen op de arm. Zorg er daarbij voor dat u het hoofd en het nekje goed ondersteunt. Wiegen betekent een klein beetje ‘wiebelen’. Het is niet de bedoeling dat uw baby schudt!
Sucking (zuigen op speentje/vinger)
Elke baby heeft de behoefte om te zuigen. Dit hoeft niet te betekenen dat uw baby honger heeft. Is een flesje leeg en blijft uw baby daarna zuigen? Dan hoeft het dus geen teken te zijn dat uw baby nog honger heeft. Uw baby troost zichzelf door te zuigen. Dit heeft uw baby zichzelf al in de baarmoeder aangeleerd.
Slapen na de 5 s’en
Heeft u de 5 s‘en toegepast en is uw baby rustig? Dan kunt u hem/haar in het bedje leggen. Leg uw baby niet meteen op de rug in bed. Uw baby laat dan namelijk een schrikreflex zien.
Het is beter om uw baby eerst rustig op de zij te leggen, terwijl u erbij blijft. Houd uw kindje even goed vast. Draai uw baby daarna rustig door naar de rug. De veiligste slaaphouding voor een baby is slapen op de rug. Kijk hier voor meer informatie over veilig slapen.
Werkt de methode van Karp altijd?
Is uw baby ziek? Of heeft uw baby pijn of honger? Dan zal hij/zij niet rustig worden door de methode van Karp.
De wisselwerking tussen ouder en baby kan ook invloed hebben. Heeft u stress? Dan kan uw baby dit voelen en daardoor onrustig worden. Het is belangrijk om het te laten weten als u stress heeft. U kunt dan afwisselen met uw partner of met iemand anders uit uw omgeving.
Praat ook met uw partner over het toepassen van de methode van Karp. Zo weet u of u allebei op dezelfde lijn zit. Neem verder de tijd om de 5 s’en toe te passen. Geef niet meteen na 2 of 3 keer op. U zult merken dat het soms even kan duren voordat u resultaat ziet.
Nog een paar tips
Gebruik vooral de stappen uit deze informatie waar u en uw partner voor openstaan. Probeer dingen uit en leer wat u en uw baby fijn vinden. Het zal misschien niet allemaal direct werken, maar geef niet te snel op.
Elke baby is uniek. Wat bij de ene baby werkt, hoeft niet per se bij een andere baby te werken. U heeft waarschijnlijk al veel dingen geprobeerd om uw kind te troosten. Misschien bent u daarin ook al ver over uw eigen grenzen gegaan. Wij hopen dat u met deze informatie wat rust terug kunt brengen. Rust voor uw kind, maar ook rust voor uzelf.
Denkt u dat er misschien toch een medische reden is dat uw baby veel huilt? Bespreek dit dan met uw huisarts, jeugdarts of jeugdverpleegkundige van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) of kinderarts/ medisch pedagogisch zorgverlener in het ziekenhuis.
Waar vindt u meer informatie?
- https://www.cyberpoli.nl/huilbaby
- https://www.pacco.nl
- https://www.inbakeren.nl/
- https://www.opvoeden.nl
- https://rondomdegeboorte.nl/workshops/huilen-troosten-slapen
- https://www.veiligheid.nl/kennisaanbod/advies/adviseer-de-4-van-veilig-slapen
- Boek: De Karp-methode van Carole Lasham
- Boek: Prikkel proof plan van Kim Vervuurt
- Boek: Baby in een droomritme van Stephanie Molenaar
Deze informatie is gebaseerd op de folder ‘Omgaan met het huilen van uw baby’ van het St. Antonius Ziekenhuis.
Meer weten over wachttijden en hoe wij deze berekenen? Lees dan de toelichting wachttijden.
Er zijn geen wachttijden bekend voor Omgaan met het huilen van uw baby. Meer weten? Neem contact met ons op. De contactgegevens staan bovenaan deze pagina. |