Omgaan met de gevolgen van hersenletsel
Hier vindt u informatie over hoe u kunt omgaan met de gevolgen van hersenletsel. Hersenletsel is een ander woord voor hersenbeschadiging. Een beschadiging aan de hersenen kan bijvoorbeeld ontstaan door een ongeluk, bloeding, hersenschudding, hersentumor of herseninfarct.
Specialismen en team
Afspraak en contact
Heeft u na het lezen van deze webpagina nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de CVA-nazorgpoli via de telefoonnummers 088 979 45 33 of 088 979 21 76.
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurg. Banninglaan 1, 2262 BA Leidschendam
BewegwijzeringLeidschendam
Ankers
Over omgaan met de gevolgen van hersenletsel
Hier vindt u informatie over hoe u kunt omgaan met de gevolgen van hersenletsel. Hersenletsel is een ander woord voor hersenbeschadiging. Een beschadiging aan de hersenen kan bijvoorbeeld ontstaan door een ongeluk, bloeding, hersenschudding, hersentumor of herseninfarct.
Niet iedereen heeft dezelfde klachten of ervaart deze klachten op dezelfde manier. Daarom is niet elk advies wat hier staat op u van toepassing. Maar u kunt de adviezen in deze informatie wel opvolgen om na te gaan of deze voor u werken.
Deze informatie is ook bedoeld om meer te vertellen over de gevolgen en veranderingen na het krijgen van hersenletsel.
Tips bij het lezen van deze informatie
- Lees de informatie door in een rustige omgeving.
- Probeer niet de hele tekst in 1x te begrijpen en te onthouden. Het is beter om vaker korte stukken te lezen en deze te herhalen.
- Print de pagina uit en onderstreep informatie die belangrijk is voor u. U kunt deze informatie dan sneller terugvinden.
- Lees de informatie samen met bijvoorbeeld uw partner of een goede vriend(in). Praat er daarna samen over.
- Schrijf de klachten op die u herkent. Zo krijgt u een beter overzicht van uw klachten. Zet de klacht waarvan u het meeste last heeft bovenaan en de klacht waarvan u het minst last heeft onderaan.
- Ga na welk advies bij u past en probeer het uit. Misschien werkt een advies direct bij u. Maar het kan ook een tijd duren voordat u merkt of het werkt. Bij de meeste adviezen is het goed om ze minimaal 2 weken uit te proberen. Merkt u geen vooruitgang als u een advies uitvoert? Dan is het belangrijk dat u nagaat waaraan dit ligt. Probeer een ander advies uit dat misschien beter bij u past.
- Helpen de adviezen in deze informatie niet? Of u heeft moeite om ze op te volgen? Neem dan contact op met uw arts. Uw arts kan u helpen om professionele hulp te vinden.
- Is een klacht verdwenen of genoeg verminderd? Ga dan na wat de verandering u heeft opgeleverd. Dit kan u stimuleren om aan de slag te gaan met de adviezen bij een andere klacht.
Wat is hersenletsel
Hersenletsel is een beschadiging van de hersenen. Hersenletsel kan komen door een ongeluk, bloeding, hersenschudding, ontsteking in de hersenen, epilepsie, MS, hersentumor of herseninfarct. De hersenen besturen ons hele doen en laten. Zij zorgen ervoor dat wij kunnen zien, ruiken, denken en voelen. Een storing in de hersenen door hersenletsel heeft dan ook invloed op al deze gebieden. Door beschadiging van hersencellen geven de hersencellen informatie slecht of niet meer door. Hierdoor kunnen lichamelijke klachten, problemen met denken of verandering van gedrag ontstaan.
Hoe gaat het herstel bij hersenletsel?
Voor u is het na hersenbeschadiging zoeken naar wie u nu bent, wat er is veranderd en hoe u verder kunt. De wens om helemaal te herstellen is de eerste tijd vaak een grote drijfveer om te revalideren. Maar na een tijdje wordt langzaam duidelijk dat u niet helemaal meer dezelfde bent als voor het hersenletsel. Herstel gaat met ups en downs. Als u merkt dat het moeilijk gaat, probeer dan afleiding te zoeken door te praten met mensen om u heen.
Als u ineens hersenletsel heeft gekregen door bijvoorbeeld een ongeluk of hersenbloeding, herstelt u in de eerste periode hierna het meeste. Soms bent u al na enkele uren minder misselijk en verward. Het duurt langer tot de vermoeidheid, mindere concentratie en het slechtere geheugen weg zijn.
In de eerste 4 weken herstelt u het snelst. Dit is vooral de lichamelijke genezing. Na 6 maanden is er nog herstel, maar het gaat nu minder snel. Na een jaar is duidelijker welke klachten niet meer weggaan. Maar er zijn ook patiënten die na langere tijd verbetering merken.
De beschadigde hersencellen herstellen niet, maar andere delen van de hersenen nemen de rol over van beschadigde hersencellen. Er worden nieuwe netwerken in de hersenen gemaakt. Daardoor kunt u weer dingen doen die eerst niet meer lukten.
Bij een groot deel van patiënten met hersenletsel gaan niet alle klachten over. Of dit zo is, hangt samen met:
- hoe erg de hersenen beschadigd zijn
- uw leeftijd
- of u eerder hersenletsel heeft gehad
Wat zijn adviezen voor de eerste weken thuis?
Pak uw dagelijkse activiteiten langzaam op. Ontdek van welke activiteiten u moe wordt en rust regelmatig even uit. Veel patiënten hebben het gevoel dat hun hoofd ‘vol’ is. Ze voelen zich daardoor moe. Er is een verschil tussen lichamelijk moe zijn en moe zijn door een ‘vol hoofd’. Als u lichamelijk moe bent, helpt het om even te gaan zitten of te liggen. U kunt dan zelfs even een paar uur per dag slapen. Dit kunt u het beste doen in een donkere, stille kamer. Als u een vol hoofd heeft, helpt het om naar een rustige plaats te gaan. Wissel de taken waar u moe van wordt en de taken waar u energie van krijgt met elkaar af. Bouw zo uw conditie langzaam op.
Na hersenletsel kunnen mensen meestal minder goed tegen alcohol. Dat geldt zeker de eerste dagen na het ontstaan van het hersenletsel. Het is beter om de eerste weken geen alcohol te drinken. Als u daarna wel alcohol drinkt, doe dit dan in kleine hoeveelheden. Probeer daarnaast erop te letten dat u niet heel moe wordt van de alcohol, hoofdpijn krijgt of heel snel dronken wordt.
Wanneer kunt u weer werken na hersenletsel?
Bent u moe, heeft u hoofdpijn en heeft u problemen met doen en denken? Ga dan niet direct weer aan het werk. Doe het een tijdje rustig aan en kies activiteiten die makkelijk en prettig zijn. Als dit goed gaat, kunt u weer moeilijkere taken uitvoeren. Het makkelijkste is om eerst zelf thuis uw conditie weer op te bouwen. Als het goed gaat, kunt na de controle afspraak met de CVA-verpleegkundige, revalidatiearts of neuroloog weer beginnen met werken.
Doe geen dingen die u onder druk zetten. Bijvoorbeeld werk met tijdsdruk of werk waarop u zich erg moet concentreren.
Pas als u thuis de dagelijkse taken goed kunt oppakken, kunt u nadenken over weer aan het werk gaan. Ga eerst bijvoorbeeld eens koffiedrinken op uw werk. Bouw uw uren daarna verspreid over de week op, met rustdagen tussendoor. Ga niet meer uren werken als u merkt dat u uw gewone taken in het dagelijks leven niet goed kunt uitvoeren omdat het werk te veel energie vraagt. U kunt beter met minder taken en uren beginnen en die langzaam opbouwen dan meteen volop gaan werken en merken dat dit niet lukt. Doe alles in goed overleg met uw bedrijfsarts. Schakel als dat nodig is ook hulp in van een jobcoach. Meer informatie vindt u op de website: www.werkenmethersenletsel.nl.
Reken erop dat het meestal weken tot maanden duurt voordat u helemaal hersteld bent. Vertel uw werkgever en uw bedrijfsarts wat er is gebeurd. Bespreek met hen de mogelijkheden om het werk rustig op te bouwen. Wanneer u weer kunt werken, verschilt per persoon en is ook afhankelijk van welk werk u doet.
Hoe reageert uw omgeving na hersenletsel?
Veel gevolgen van hersenletsel blijven bestaan. Anderen kunnen het alleen niet aan u zien. Ze zien het bijvoorbeeld niet meteen dat u langzamer bent geworden of geheugenproblemen heeft. Daardoor reageren de mensen om u heen soms verbaasd. Of ze begrijpen niet goed waarom u op een bepaalde manier reageert.
Leg uit wat er aan de hand is en geef uw grenzen aan. Herhaal dit als mensen het vergeten zijn. U kunt mensen deze informatie laten lezen of verwijzen naar de website van de patiëntenvereniging: www.hersenletsel.nl.
Welke lichamelijke klachten kunt u hebben na hersenletsel?
Sommige lichamelijke klachten zijn meestal binnen een paar dagen over. Bijvoorbeeld:
- misselijk zijn (soms met overgeven)
- slaperig of suf zijn
- wazig zien of dubbel zien
Klachten die vaak langer blijven, zijn:
- hoofdpijn
- moe zijn
- overgevoelig zijn voor drukte, felle lichten, harde geluiden of bewegende beelden
- problemen met slapen
- duizelig zijn
- evenwichtsproblemen
- minder goed ruiken of minder goed proeven
- veranderde seksualiteit (zoals meer of minder zin hebben in vrijen en problemen met de potentie)
Hieronder vertellen we meer over sommige van deze klachten.
Hoofdpijn en moe zijn
Hoofdpijn en vermoeidheid kunnen een teken zijn dat u te veel wilt doen. Activiteiten waarvan u eerst niet moe werd – zoals lezen, tv kijken, een gesprek voeren of autorijden – kunnen nu vermoeiend zijn. Dit komt doordat er meer activiteit is in de hersenen en doordat sommige handelingen niet meer automatisch gaan. Het is belangrijk dat u de hoofdpijn en vermoeidheid als signaal ziet om regelmatig rust te nemen.
Als u te vaak over uw grenzen heen gaat, houdt u langer last van hoofdpijn en vermoeidheid. Ook duurt het dan langer voordat u hersteld bent. Om vermoeidheid te voorkomen of te verminderen, is het belangrijk dat u bij uzelf nagaat wanneer u moe wordt.
Adviezen
- Voelt u hoofdpijn aankomen? Dan hoeft u niet meteen een pijnstiller te nemen om de hoofdpijn te onderdrukken. Neem in plaats daarvan meer rust. Als rust niet werkt, kunt u rust nemen en een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) nemen. Blijven de klachten of worden ze erger?Bespreek dit dan met uw arts.
- Ga stap voor stap steeds meer activiteiten doen. Als de klachten erger worden, dan is het verstandig om weer wat minder te gaan doen.
- Wissel denk- en doe-activiteiten af. Doe niet in de ochtend alle lichamelijke activiteiten (huishouden) en ’s middags alleen denkwerk (lezen, administratie bijhouden, puzzelen, kaarten). Bouw tussen de activiteiten door rustpauzes in. Regelmatig kort rust nemen is beter dan onregelmatig lang rust nemen.
- Wanneer u weet dat de volgende dag een vermoeiende dag wordt (bijvoorbeeld door een verjaardagsfeest), doe het dan de dag ervoor en de dag erna rustig aan.
- Probeer niet iets ‘even snel af te maken’, vooral als u al moe bent. De kans is dan groot dat u fouten maakt en meer tijd nodig heeft om uit te rusten.
- Door te weinig te bewegen kunnen uw klachten erger worden. Ook gaat uw conditie dan achteruit. Blijf daarom actief. Ga iedere dag wandelen of fietsen in uw eigen tempo. Bouw uw conditie op en probeer minimaal een half uur te bewegen op een dag. Doe in en om huis de dingen die u zelf kunt doen.
Overgevoeligheid voor licht, geluid, drukte en temperatuur
Overgevoeligheid voor licht, geluid, drukte of temperatuur kan erger worden wanneer u moe bent. Ook kunt u moe worden door deze klachten.
Adviezen
- Vraag of harde muziek (tv, radio, Spotify, enzovoorts) zachter mag of uit kan.
- Bent u in een drukke ruimte en heeft u last van overgevoeligheid voor licht, geluid, drukte of temperatuur? Ga dan regelmatig even weg om op adem te komen.
- Bij sommige mensen helpen oordopjes als er veel lawaai is.
- Kies rustige momenten uit. Ga bijvoorbeeld wat vroeger naar een feestje en vertrek wanneer het te druk wordt. Ga op een plek zitten waar u niet uit een raam kijkt, of veel mensen voor u ziet lopen.
- Doe de boodschappen op een tijd dat het rustig is.
- Gebruik een bril met donker glas als u last heeft van fel licht.
- Rust van tevoren uit als u weet dat u naar een drukke plek gaat.
- Draag kleding met laagjes, zodat u wat kunt uittrekken als het te warm is.
Problemen met slapen
Er zijn verschillende redenen waarom u problemen kunt krijgen met slapen na hersenletsel. Door angst, oververmoeidheid, piekeren, nachtmerries of ademhalingstops (apneu) gaat het slapen minder goed. Het kan ook zijn dat de hersenstam (een deel van de hersenen) beschadigd is. Daardoor kan het dag-/nachtritme ontregeld zijn. Dit kan betekenen dat u juist overdag slaapt en ’s nachts wakker bent. Veel mensen met hersenletsel klagen over vermoeidheid en hebben meer slaap nodig.
Adviezen
- Breng regelmaat in het slapen. Sta zoveel mogelijk op dezelfde tijd op en ga op dezelfde tijd naar bed. Zo went uw lichaam aan een vast ritme.
- Doe geen drukke activiteiten (lichamelijk of geestelijk) voor het slapengaan. U heeft meer tijd nodig om bij te komen van de dag.
- U kunt ontspanningsoefeningen doen voor het slapen.
- Slaapt u overdag? Slaap dan niet langer dan 1,5 uur. Als u langer rust nodig heeft, kunt u beter twee rustmomenten inplannen verspreid over de dag. In de eerste tijd na het ontstaan van het hersenletsel heeft u meer rust en slaap overdag nodig. Bouw dit na verloop van tijd af.
- Piekert u en kunt u daardoor niet in slaap komen? Dan kan het helpen om uw gedachten op te schrijven.
Veranderingen op het gebied van seks
In de eerste tijd na het ontstaan van hersenletsel heeft u vaak minder zin in seks. U heeft dan vaak wel behoefte aan intimiteit en tederheid.
Het kan zijn dat u ook later geen behoefte heeft aan seks. Maar ook dat u juist erg veel zin heeft om te vrijen. Praat erover. Als er problemen zijn, kunt u advies vragen aan uw huisarts, een psycholoog of seksuoloog. Seks is een belangrijk deel van het leven. Het is niet raar dat u hulp zoekt als er problemen zijn.
Welke problemen met denken kunt u hebben na hersenletsel?
De meest voorkomende problemen met denken na een hersenbeschadiging zijn:
- problemen om de aandacht vast te houden en u te concentreren
- problemen met het geheugen
- problemen met het plannen en het uitvoeren van meerdere activiteiten
Hieronder vertellen we meer over deze en andere klachten met denken.
Problemen op het gebied van aandacht, concentratie en denktempo
U kunt moeite hebben om uw aandacht vast te houden bij het lezen van een boek. Of om een gesprek met meerdere mensen te blijven volgen. Misschien bent u sneller afgeleid door een radio die aanstaat of mensen die uw kamer in- en uitlopen. U kunt verder moeite hebben om 2 dingen tegelijk te doen. Bijvoorbeeld praten tijdens het koken of tijdens het wandelen. Ook kan denken en doen meer tijd kosten. Dit komt doordat sommige handelingen niet meer automatisch gaan en u eerst moet nadenken voordat u ze kunt doen. U merkt dit bijvoorbeeld bij het spelen van een computerspel, bij bepaalde sporten of bij het autorijden.
Door aandachts- en concentratieproblemen kost het meer moeite en tijd om taken uit te voeren. U wordt daardoor sneller moe.
Adviezen
- Werk het liefst in een rustige omgeving (zonder andere mensen en zonder radio of tv).
- Voorkom tijdsdruk. Bijvoorbeeld het gevoel dat u tijd te kort komt of dat iets te snel gaat voor u. Laat u niet opjagen en neem zoveel tijd als nodig is.
- Bereid activiteiten zoveel mogelijk voor. Zet bijvoorbeeld alles eerst klaar voordat u gaat koken.
- Doe taken 1 voor 1.
- Werk niet te lang achter elkaar en rust tussendoor kort uit.
- Vergeet u vaak de tijd? Gebruik dan een (kook)wekker of alarm op uw telefoon. Met een (kook)wekker of alarm voorkomt u dat u te lang doorgaat.
- Door herhaling van de dingen die u doet kan er weer routine komen in het uitvoeren van bepaalde taken.
- Plan belangrijke gesprekken als u uitgerust bent. Bij de meeste mensen is dit in de ochtend.
- Vraag aan de mensen om u heen om rekening te houden met uw concentratieproblemen en problemen om aandacht vast te houden.
Problemen met het geheugen
Iemand heeft u vast wel eens gevraagd of u nog weet hoe u het hersenletsel heeft gekregen. Meestal kan iemand met hersenletsel door een ongeluk zich de tijd vlak voor en na het ongeluk niet herinneren. Door de klap op het hoofd stoppen de hersenen ineens met werken. Daardoor stopt ook het geheugen. Als het geheugen weer terugkomt, werkt het vaak niet meer zo goed als vroeger. Dit komt ook voor bij een hersenbeschadiging die niet komt door een ongeluk. Problemen met het geheugen die veel voorkomen, zijn:
- vergeten van afspraken
- vergeten van namen
- vergeten waar u dingen heeft neergelegd
- vergeten welke boodschappen u moet doen
- vergeten waar een gesprek over ging
Adviezen
- Deel informatie op in kleine stukken. Dat is makkelijker te onthouden dan veel informatie in 1x.
- Orden informatie zoveel mogelijk, zoals in een bibliotheek of een archief. Dat geeft structuur. Orden bijvoorbeeld naar inhoud, plaats of tijd. Leg uw spullen op een vaste plek.
- Onderstreep of markeer de belangrijkste punten van een tekst die u leest.
- Visualiseren kan helpen. Visualiseren wil zeggen dat u in gedachten een plaatje ziet bij iets wat u hoort of leest. Door het zien van dit plaatje kunt u het beter onthouden. Maak bijvoorbeeld in gedachten een foto bij een naam. Of visualiseer de weg van huis naar uw werk in uw hoofd. U moet wel even oefenen om goed te kunnen visualiseren.
- Vooruitkijken kan helpen bij geplande activiteiten. Hierbij ziet u uzelf in gedachten dingen doen die u van plan bent. Een voorbeeld: Als u naar een bijeenkomst gaat, ziet u uzelf daar naartoe gaan, ziet u welke weg u neemt, welke mensen u ontmoet en wat u nodig heeft. Deze spullen kunt u alvast klaarleggen. Vooruitkijken is ook nuttig bij het doen van boodschappen of het organiseren van een feestje. U kunt gebruikmaken van lijsten waarop dingen staan die regelmatig terugkomen: bijvoorbeeld boodschappen die u iedere week doet, wat te doen als u het huis verlaat, wat u moet meenemen als u op vakantie gaat, enz.
- U kent vast wel de situatie dat u uw sleutels kwijt bent. Terugkijken is in gedachten teruggaan naar de plekken waar u bent geweest en waar de sleutels kunnen liggen. U kunt daarna ook echt naar die plekken teruggaan om te kijken of de sleutels daar liggen. Terugkijken kan ook nuttig zijn in andere situaties.
- Wilt u iets voor langere tijd onthouden? Dan helpt het om de informatie op verschillende momenten en in verschillende situaties voor uzelf te herhalen.
- Herhalen helpt ook bij het doen van een beweging die niet meer automatisch gaat. Bijvoorbeeld als u met lopen uw voet niet goed optilt of automatisch naar links trekt met lopen. U zegt de opdracht op in uw hoofd tijdens het lopen. Hierdoor gaat de beweging vaak beter.
- Er zijn verschillende handige hulpmiddelen die u kunnen helpen om iets te herinneren. Zoals een mobiele telefoon met agenda, waarmee u herinneringen aan uzelf kunt sturen, een horloge met alarm of afbeeldingen of een papieren agenda met een dagindeling. Gebruik het liefst een papieren agenda met 1 pagina per dag. Op die pagina kunt u iedere dag een planning en een activiteitenlijst opschrijven. Ook kunt u in de agenda allerlei extra informatie opschrijven, zoals:
- met wie u een afspraak heeft
- waar de afspraak over gaat
- waar de afspraak is
- dingen die u iemand wilt vertellen
- dingen die u wilt onthouden over een afspraak (bijvoorbeeld of uw partner bij de afspraak is)
- vragen die anderen u stellen
Plak verder plaatjes in de agenda als die u kunnen helpen om informatie te onthouden.
Houd de agenda goed bij en doe dit op vaste tijdstippen. Bijvoorbeeld na de maaltijd of op een vaste avond in de week. Een agenda kunt u ook gebruiken om terug te kijken. Bijvoorbeeld als u wilt zien wat u de afgelopen dagen heeft gedaan. U kunt bijvoorbeeld bij elke afspraak aangeven of die is doorgegaan en wat de belangrijkste conclusies waren.
- Een dagboek of notitieboek helpt bij het onthouden van belangrijke gebeurtenissen of gesprekken.
- Foto’s of video’s helpen het geheugen om (belangrijke) gebeurtenissen te herinneren.
- Uw geheugen wordt beter als u regelmatig sport en iedere dag een half uur beweegt.
- Uw geheugen wordt niet beter als u het intensief traint. Bijvoorbeeld door veel puzzelen, memory spelen of dingen uit het hoofd te leren. U traint daarbij namelijk het geheugen voor die activiteit en niet in het dagelijks leven. Maar uw geheugen wordt ook niet slechter van dit soort geheugentraining. En het kan voor u een leuke manier zijn om uw tijd te besteden.
Problemen met plannen
Plannen helpt als u meerdere taken moet doen. Maar ook als u moeilijke taken of nieuwe taken moet doen. De voorbeelden hieronder kunnen een teken zijn dat u moeite heeft met plannen:
- U neemt uzelf vaak dingen voor waar u daarna niet aan begint of die u niet afmaakt.
- U raakt snel het overzicht kwijt als u activiteiten in stappen moet doen. Bijvoorbeeld bij ingewikkelde taken zoals het organiseren van een feest of het voorbereiden van een lange reis.
- U heeft vaak maar 1 oplossing voor een probleem en het lukt niet om andere oplossingen te bedenken.
Adviezen
- Zorg ervoor dat het rustig is om u heen als u gaat plannen.
- Maak een dagactiviteitenschema of een plan. Schrijf op wat u gaat doen, wanneer, waar, eventueel met wie en met welke middelen. Plan veel tijd in voor activiteiten. Controleer regelmatig of u zich houdt aan uw schema of plan.
- Schrijf het doel op dat u wilt bereiken.
- Maak een lijst met alle stappen (handelingen) die nodig zijn om het doel te bereiken en zet ze in de goede volgorde. Zet bij alle stappen welke middelen er nodig zijn.
- Begin met uitvoeren van het plan en zorg ervoor dat u het geschreven plan steeds kunt bekijken.
- Controleer regelmatig of u nog bezig bent met de goede stap/handeling en of u uw doel aan het bereiken bent. Dit helpt om te voorkomen dat u afgeleid raakt. Streep handelingen door die u al gedaan heeft.
- Stop met het uitvoeren van het plan als u bij het controleren merkt dat u zich niet meer aan het plan houdt. Kijk waar u weer verder kunt gaan met het volgen van het plan. Soms moet u het plan zelf aanpassen omdat de situatie is veranderd. Schrijf dan een nieuw of aangepast plan.
- Kijk op het einde naar het resultaat: heeft u uw doel bereikt?
- Lukt een taak niet doordat het moeilijk is een andere oplossing te bedenken? Stop dan en kijk er de volgende dag nog eens naar. Praten met iemand anders helpt vaak ook om op nieuwe ideeën te komen.
Problemen met de administratie en geld
Veel mensen hebben na hersenletsel problemen met het bijhouden van hun (financiële) administratie. Is dat bij u ook zo? Vraag dan hulp aan iemand om u heen. Of schakel een deskundige in die u hierbij kan helpen. Denk daarbij aan schuldhulpverlening, een budgetcoach of stichting MEE.
Welke problemen met gedrag en emoties kunt u hebben na hersenletsel?
De mensen om u heen vinden het vaak moeilijk om te begrijpen waardoor uw gedrag en emoties veranderen. Hierdoor kunnen de problemen nog groter worden. De veranderingen die het meeste voorkomen, zijn:
- snel geïrriteerd zijn
- emotioneel zijn
- impulsief zijn
- weinig initiatief nemen
- uw eigen klachten niet goed kunnen beoordelen
- somber en depressief zijn
- angstig zijn
Snel geïrriteerd zijn
Na een hersenletsel kan het zijn dat u sneller boos bent. Dit kan erger worden als u moe of gespannen bent. Ga na wanneer u het vaakste geïrriteerd bent. Gebeurt dit bijvoorbeeld:
- in de ochtend of in de avond?
- wanneer er veel mensen zijn?
- bij harde geluiden, fel licht of bewegende beelden?
- als er veel van u wordt verwacht door de mensen om u heen?
- doordat u zelf te hoge eisen stelt?
- wanneer u lang achter elkaar bezig bent?
- als dingen snel gaan?
Adviezen
- Bent u geïrriteerd of overprikkeld? Dan zegt u misschien soms dingen die u niet zo bedoelt. Daarom kan het helpen even een ‘afkoelpauze’ te nemen voordat u reageert. Die pauze kunt u bijvoorbeeld nemen door tot 10 te tellen of door even de kamer uit te gaan.
- Zegt u toch iets wat u niet zo bedoelt? Zeg dan dat het u spijt. Dit voorkomt misverstanden.
Emotioneel zijn en stemmingswisselingen
Mensen hebben na hersenletsel soms last van stemmingswisselingen. Uw gevoel verandert dan heel snel, bijvoorbeeld van blij naar verdrietig. Ook kunt u emotioneler zijn na een beschadiging van de hersenen. Emotioneel gedrag en stemmingswisselingen kunnen komen door vermoeidheid of spanning.
Het helpt als u uzelf afleidt met andere gedachten of door iets anders gaat doen. Vraag aan de mensen om u heen om niet te veel te letten op uw emotionele gedrag en stemmingswisselingen. Vraag hen ook om u te helpen bij het zoeken naar afleiding.
Impulsief zijn
Impulsief zijn betekent dat iemand eerst doet en er dan pas over nadenkt. Als u impulsief bent, adviseren we u om niet meteen een beslissing te nemen. De volgende voorbeelden kunnen u helpen:
- Vraagt iemand u om iets te doen? Laat dan weten dat u de volgende dag antwoord geeft. Zo kunt u er even rustig over nadenken. Schrijf op een briefje dat u bijvoorbeeld bij uw telefoon legt dat u morgen antwoord moet geven op de vraag.
- Koopt u vaak dingen die u niet nodig heeft? Dan kunt u een maximumbedrag met uzelf afspreken dat u mag uitgeven. Overleg een grote aankoop eerst met uzelf en anderen. Wacht een paar dagen voor u de aankoop doet.
- Eet u impulsief, door bijvoorbeeld in plaats van 1 koekje het hele pak op te eten? Dan adviseren we u om niet te veel eten in huis te hebben. Of bewaar het eten op een plek waar u moeilijk bij komt. Drink voor het eten eerst een glas water of poets uw tanden. Dit zorgt ervoor dat u minder zin krijgt om tussendoor te eten of te snoepen.
Weinig initiatief nemen
Komt u weinig uit uzelf in actie? Dan denken andere mensen vaak dat u lui bent of weinig motivatie heeft. Dit is niet altijd terecht, want het kan komen door het hersenletsel.
Adviezen
- Houdt een overzicht bij van wat u op een dag wil doen. Dit kan u helpen om actief te worden en te blijven. Maak het overzicht eventueel samen met iemand anders. Vraag die ander om u te helpen op te starten.
- Vertel aan de mensen om u heen dat u weinig initiatief neemt door het hersenletsel. Dan begrijpen ze u beter.
Uw eigen klachten niet goed kunnen beoordelen
Voor mensen met hersenletsel is het soms moeilijk om goed in te schatten wat ze nog wel en niet meer kunnen. Dit kan 2 oorzaken hebben. Soms wilt u niet weten of toegeven dat er bepaalde dingen veranderd zijn. Ook kan het zijn dat u niet meer zo goed kunt beoordelen hoe u functioneert. De mensen om u heen begrijpen dit vaak niet zo goed.
Zelf merkt u waarschijnlijk weinig van dit probleem. De mensen om u heen merken het wel. Zij zien dat bepaalde dingen niet goed gaan en kunnen u daarop aanspreken. Durf te vertrouwen op wat de mensen om u heen zeggen. Zij weten wat u kon voor het hersenletsel en willen u helpen. Vraag ook zelf naar de mening van mensen die u vertrouwt.
Somber en depressief zijn
Door hersenletsel wordt uw gezondheid minder. Ook kunt u minder vertrouwen krijgen in uw eigen lichaam. Dit kan u verdrietig en boos maken. U heeft tijd nodig om dit te verwerken. Weet u niet meer goed wat u moet doen en blijft u negatieve en angstige gedachten houden? Dan kunnen de volgende adviezen helpen.
Adviezen
- Maak een lijst van dingen die u leuk vindt om te doen. Kies elke week iets uit deze lijst om te doen.
- Haal een paar keer per dag diep adem tot onder in uw buik en blaas de lucht dan hoorbaar uit.
- Besteed bewust aandacht aan de mooie dingen die er iedere dag zijn.
- Zoek andere mensen op en doe leuke dingen met hen.
- Beweeg iedere dag 30 minuten, het liefst buiten. Sport ook als dat kan.
- Het kan opluchten als u praat over uw gevoelens met iemand die u vertrouwt.
Heeft u lang last van erg somber zijn? Bel dan met uw huisarts of de arts die u behandelt in het ziekenhuis.
Deskundige begeleiding en medicijnen tegen depressie kunnen u helpen om weer positief in het leven te staan.
Onzeker en angstig zijn
Het krijgen en hebben van hersenletsel is ingrijpend. Uw leven verandert vaak in 1 klap. Uw gezondheid is slechter geworden zonder dat u daar iets aan kon doen. U kunt zich onzeker voelen over wat u wel of niet meer kunt en hoe uw toekomst eruitziet. Hierdoor kunt u gespannen, onzeker en/of angstig zijn. Geef uzelf de tijd om uw ‘nieuwe ik’ te leren kennen. Kijk naar wat goed gaat en zoek naar oplossingen voor wat moeilijk gaat of niet lukt.
Het krijgen van hersenletsel is vaak een traumatische ervaring. Als uw lichaam dit niet goed kan verwerken, kunt u daar veel last van krijgen. Angsten kunnen uit de hand lopen en u kunt last krijgen van een angststoornis of paniekaanval. Heeft u langere tijd last van erge angsten? Bel dan met uw huisarts of de arts die u behandelt in het ziekenhuis.
Problemen met het zien
Sommige mensen kunnen door hersenletsel minder goed zien dan daarvoor. Hiervoor zijn vaak veel aanpassingen nodig. Het is bijvoorbeeld niet meer altijd mogelijk om te fietsen of auto te rijden. Ook in huis moeten soms de meubels aangepast worden, om er niet tegenaan te lopen. Het kan ook heel eng zijn om weinig te zien. Als uw slechtere zicht ervoor zorgt dat u minder goed uw dagelijkse activiteiten kunt doen, wordt u hierdoor beperkt. Deze beperking kan een reden zijn om u naar Visio te verwijzen. Dit is een speciale instelling voor herstel bij problemen met het zien. Soms verwijzen we u al meteen in het ziekenhuis naar Visio. Anders zal de CVA-verpleegkundige of revalidatiearts dit op een later moment doen.
Informatie voor de partner en de omgeving
Na het ontstaan van hersenletsel zijn er vaak veel veranderingen in de relatie voor de partner of mantelzorger. Er zijn verschillende organisaties die u kunnen helpen in uw situatie. De vereniging Hersenletsel.nl organiseert bijvoorbeeld bijeenkomsten voor mantelzorgers. Daar kunt u praten met mensen die uw situatie begrijpen.
Om naasten en partners te helpen, ontwikkelden therapeuten en revalidatieartsen van het Care4carer-project een keuzehulp. De keuzehulp biedt informatie, hulp en ondersteuning op maat. Bijvoorbeeld op het gebied van mentale gezondheid, zingeving, wonen en werk.
Als partner is het ook belangrijk om tijd vrij te maken voor uzelf. U kunt overbelast raken als u dit niet doet. Probeer uw partner te ondersteunen, maar niet te veranderen. Zo voorkomt u spanningen. Dit geldt zeker als uw partner op een bepaald moment niet meer verder kan herstellen. Het is belangrijk dat u met elkaar blijft praten.
Houd er rekening mee dat uw partner problemen kan hebben met concentratie en aandacht. Het kan helpen om dan langzamer te praten, niet door elkaar te praten en niet snel van het ene onderwerp naar het andere onderwerp te gaan.
Waar vindt u meer informatie over de gevolgen van hersenletsel?
- “Hersenletsel: Achtergronden en aanpak – Ze zeggen dat ik zo veranderd ben”. Auteurs: Henk Eilander, Patty van Belle-Knusse, Peter Vrancken. ISBN 9059314328.
- “Methodisch ondersteunen van mensen met hersenletsel – Greep op je leven met hooi op je vork”. Auteurs: Patty van Belle en Judith Zadoks. Uitgever: Lemma, Utrecht, ISBN 905931369 0.
- “Brein de Baas”. Auteur: Frits Winter, ISBN 9789055136834.
- “Omgaan met Hersenletsel – Hulp bij een veranderd leven”. Auteur: J. Palm, ISBN 9023252756.
- Contact met lotgenoten vindt u via de vereniging Hersenletsel.nl. De vereniging biedt u ondersteuning en geeft informatie. Meer informatie staat op:
www.hersenletsel.nl
www.hersenletsel-uitleg.nl
www.werkenmethersenletsel.nl
www.breinlijn.nl is een gratis landelijk loket waar u terecht kunt met alle vragen over hersenletsel.
www.visio.org is de website van Visio. Dit is een speciale instelling voor herstel bij problemen met het zien.
Vragen over de gevolgen van hersenletsel?
Deze informatie vervangt de adviezen van uw arts niet. Heeft u vragen over bepaalde klachten of adviezen? Bespreek dit dan altijd met de arts die u behandelt. Vertel het uw arts ook als:
- u merkt dat een klacht erger wordt
- u twijfelt of een klacht komt door het hersenletsel
Heeft u na het lezen van deze informatie nog andere vragen? Dan kunt u contact opnemen met de CVA-nazorgpoli via de telefoonnummers 088 979 15 26 of 088 979 21 76. Via www.breinlijn.nl kunt u ook bellen met een zorgverlener, bij wie u uw vragen kwijt kunt.
Deze informatie is ontwikkeld door Lea van Baest, verpleegkundige Neurochirurgie van het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg. HMC heeft de tekst aangepast voor gebruik binnen ons ziekenhuis.