Nekhernia - behandeling door de neurochirurg
De wervels in de nek hebben een zachte, veerkrachtige binnenkant. Als deze binnenkant naar buiten puilt en op een zenuw drukt, noemen we dit een nekhernia.
Specialismen en team
Afspraak en contact
HMC Antoniushove en
HMC Westeinde 088 979 43 65
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurg. Banninglaan 1
2262 BA Leidschendam
begane grond, route rood
Ankers
Over nekhernia
De wervels in de nek hebben een zachte, veerkrachtige binnenkant. Als deze binnenkant naar buiten puilt en op een zenuw drukt, noemen we dit een nekhernia.
Wat is een nekhernia?
Oorzaak
De nek bestaat uit verschillende halswervels. Tussen de halswervels zitten schijven, die schokken opvangen. Deze schijven noemen we halstussenwervelschijven. Zij hebben een stevige buitenkant van bindweefsel en een zachte, veerkrachtige binnenkant. Soms verzakt de buitenkant van een schijf en puilt de binnenkant naar buiten, als een soort bult. Als die bult op een zenuw drukt, krijgt u hierdoor klachten.
Nekwervel, van boven gezien. De tussenwervelschijf puilt uit en drukt op de zenuwwortel.
Een nekhernia kan verschillende oorzaken hebben, zoals slijtage of langdurige overbelasting. Overbelasting kunt u bijvoorbeeld krijgen door lang voorover gebogen naar een beeldscherm te kijken. De oorzaak van nekhernia verschilt per persoon en is niet altijd vast te stellen.
Wervelkolom, van opzij gezien op een röntgenfoto
Klachten
Veel mensen hebben een nekhernia zonder dat zij er last van hebben. Sommige mensen hebben eerst algemene nekklachten, voordat ze een nekhernia krijgen.
Een nekhernia zorgt meestal voor uitstralende pijn in de schouders en arm. Vaak reikt die pijn tot in de hand. Dat komt doordat de zenuwwortels in de nek zich vertakken naar de schouders, armen en handen. Een nekhernia kan ook zorgen voor een prikkelende of gevoelloze arm. Soms verliest u kracht in uw arm of hand. Zelfs verlamming of uitval van spieren kan optreden, als de nekhernia ook op het ruggenmerg drukt. Als de pijn aan uw arm niet vanzelf verdwijnt binnen acht weken, kan een operatie een oplossing zijn.
Diagnose
Om te bepalen of u een nekhernia heeft, krijgt u een onderzoek. We maken eerst een röntgenfoto, waarop we eventuele afwijkingen aan de wervelkolom kunnen zien. Daarna maken we een MRI-scan, een 3D-beeld van uw wervels. Dit beeld maken we met een magnetisch veld en radiogolven. Op de MRI kunnen we de hernia en de beknelde zenuw zien. Soms kunnen we geen MRI-scan maken, bijvoorbeeld omdat u een pacemaker heeft. Dan maken we meestal een CT-scan. Dit is een reeks röntgenfoto’s die samen een 3D-beeld vormen.
Behandeling
Als de arts heeft vastgesteld dat u een nekhernia heeft, dan maken we samen met u een behandelplan. Daarin staat hoe we uw nekhernia het beste kunnen behandelen.
Een operatie is in veel gevallen niet nodig. Bij ongeveer 7 op de 10 patiënten verdwijnen de klachten vanzelf binnen enkele maanden. Soms gebeurt dit met behulp van fysiotherapie, rust en/of pijnstillers. We besluiten niet te snel dat we u gaan opereren. Elke operatie, klein of groot, brengt immers risico’s met zich mee.
Als u wel een operatie nodig heeft, dan kunt u terecht bij de ervaren neurochirurgen van de polikliniek Neurospine. Als u last heeft van verlammings- of uitvalsverschijnselen, behandelen we uw nekhernia meteen.
Bij de operatie verwijdert de chirurg de uitstulping van de tussenwervelschijf. Daardoor krijgen de beknelde zenuw en het ruggenmerg weer voldoende ruimte.
De chirurg opereert via de voorzijde of via de achterzijde van de nek. De keuze hangt af van de ligging van de hernia en van stukjes bot die de zenuwen kunnen beknellen. Meestal doet de chirurg de operatie via de voorzijde. U bespreekt met de neurochirurg, de arts-assistent, de physician assistent of de verpleegkundig specialist welke operatie het beste past bij uw medische situatie.
Operatie via de voorzijde
Operatie via de achterzijde
Voorbereiding
Preoperatieve spreekuur
Voordat u wordt geopereerd, heeft u een gesprek met de anesthesist, een verpleegkundige en een medewerker van de apotheek. Dit gesprek heet het preoperatieve spreekuur. Hierin bespreken we met u welke voorbereidingen u moet nemen voor de operatie. Naar aanleiding van dit gesprek krijgt u soms nog andere onderzoeken. Een bezoek aan het preoperatieve spreekuur kan enkele uren in beslag nemen.
Medicijnen
Gebruikt u bloedverdunners? Dan moet u hier tijdelijk mee stoppen. De chirurg maakt hierover afspraken met u.
Wetenschappelijk onderzoek
HMC werkt mee aan verschillende wetenschappelijke onderzoeken naar de mogelijkheden bij operaties aan de nek. Tijdens uw bezoek aan de polikliniek beoordelen we of u in aanmerking komt voor deelname aan deze onderzoeken. Als dat het geval is, dan geven we u informatie over de onderzoeken. U bepaalt altijd zelf of u aan de onderzoeken deelneemt.
Kunt u niet naar een afspraak komen?
Heeft u een probleem waardoor u niet op tijd naar een afspraak kunt komen? Laat dit dan zo snel mogelijk weten aan de polikliniek Neurospine – uiterlijk 24 uur voor de afspraak. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen. U kunt zich afmelden van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur. Als u een afspraak niet of te laat afmeldt, moeten we de afspraak helaas in rekening brengen.
Door wie wordt u geopereerd?
U wordt geopereerd door de chirurg die u heeft gezien op de polikliniek, een collega-chirurg of een arts-assistent in opleiding tot neurochirurg (AIOS). Een AIOS is een afgestudeerde arts, die we in het HMC opleiden tot specialist of die in ons ziekenhuis ervaring opdoet. Arts-assistenten voeren ook zelfstandig (delen van) operaties uit. De medisch specialist is altijd eindverantwoordelijk voor de operatie. Door verschillende artsen in te zetten, kunnen we de operaties beter plannen. Zo houden we de wachttijden zo kort mogelijk. Wilt u liever dat de arts die u op de polikliniek heeft gezien, de operatie uitvoert? Laat dit dan weten aan de arts of het Opnamebureau.
Operatie
De verpleegkundige neemt bloed bij u af en controleert samen met u uw gegevens en medicijngebruik. U gaat naar een kamer waar u zich kunt omkleden voor de operatie. U krijgt medicijnen tegen pijn en misselijkheid.
De verpleegkundige brengt u naar de holding. Dat is de ruimte waar we u voorbereiden op de operatie. De anesthesiemedewerker prikt een infuus in uw hand of arm. Via het infuus krijgt u vocht en medicijnen binnen. De medicijnen zorgen ervoor dat u geen infectie krijgt en dat u minder pijn voelt. U krijgt plakkers op uw borst, waarmee we uw hartritme meten. U krijgt een band om uw arm, waarmee we uw bloeddruk meten. We doen een dopje op uw vinger, waarmee we het zuurstofgehalte in uw bloed meten. Vervolgens krijgt u een verdoving.
Opereren via voorzijde
In bijna alle gevallen kiezen de neurochirurgen voor een operatie via de voorzijde van de halswervels. Deze operatie heet een anterieure cervicale discectomie. Tijdens deze operatie maakt de neurochirurg een horizontale snee aan de rechterkant van de hals. Deze snee is ongeveer vijf centimeter. Vervolgens verwijdert de chirurg de tussenwervelschijf. Meestal vult de chirurg de ontstane ruimte op met een kooitje, dat soms gevuld is met donorbot.
Opereren via achterzijde (procedure volgens Scoville)
Tijdens deze operatie maakt de neurochirurg een verticale snee in het midden van de nek. De chirurg schuift de spieren opzij. Soms is het nodig om wat bot weg te halen van een wervel om goed bij de zenuw te komen. De chirurg verwijdert vervolgens herniaweefsel, zodat de zenuw weer vrij komt te liggen.
Na de operatie
Uit bed
Na enkele uren mag u onder begeleiding van de verpleegkundige uw bed uit.
Eten en drinken
Als u zich goed voelt, mag u weer eten en drinken.
Drain
Vaak plaatst de chirurg aan het eind van de operatie een slangetje (drain). Dit slangetje voert wondvocht en bloed af. Meestal verwijderen we dit de dag na de operatie.
Infuus
Het infuus dat u na de operatie in de arm kreeg, verwijderen we kort na de operatie.
Pijn
Na de operatie krijgt u pijnstillers. Heeft u toch nog veel pijn? Geef dit dan aan, zodat we u meer pijnstilling kunnen geven.
De uitstralende pijn in uw arm(en) is na de operatie niet meteen helemaal verdwenen. Deze pijn blijft nog enkele weken in meer of mindere mate. Dit komt doordat de zenuwwortel die bekneld was, opzwelt.
U kunt ook pijn in de nek hebben door de operatie. Deze klachten houden soms nog enkele weken aan. Vaak is het een zeurende pijn in de nek en tussen de schouderbladen. Om deze pijn te verminderen, krijgt u pijnstillers. Daarnaast helpt het om uw activiteiten zoveel mogelijk af te wisselen. Dat betekent bijvoorbeeld dat u niet te lang achtereen moet staan en lopen en niet te lang achtereen moet zitten. Wissel uw activiteiten af met een uurtje platliggen. Normaal gesproken nemen deze klachten hierdoor in de loop van enkele weken af.
In de eerste periode na de operatie zijn de wond en de nekspieren vaak pijnlijk. Afhankelijk van uw fitheid duurt het herstel enkele weken tot maanden.
Fysiotherapie
De dag na de operatie krijgt u ’s ochtends bezoek van de fysiotherapeut. Deze leert u enkele oefeningen aan.
Naar huis
Als de operatie zonder problemen is verlopen, mag u de dag na de operatie naar huis. Dit krijgt u in de loop van de dag te horen na overleg met uw zaalarts, fysiotherapeut, physician assistant of verpleegkundig specialist. Bij twijfel overleggen zij met de neurochirurg.
Hechtingen
Meestal hechten we de wond ónder de huid. Deze hechtingen lossen vanzelf op.
Als u niet-oplosbare hechtingen heeft, mag u deze na een week door de huisarts laten verwijderen.
Hechtpleisters
We plaatsen hechtpleisters over de wond. Deze vallen er vaak vanzelf af. Anders mag u ze zelf na een week verwijderen.
Complicaties
Een complicatie is een extra medisch probleem dat soms gebeurt. Bij iedere operatie bestaat de kans op een complicatie, dus ook bij een operatie aan een nekhernia. Hieronder vindt u een overzicht van mogelijke complicaties:
Infectie of bloeding
U kunt een wondinfectie of een nabloeding krijgen op de plek waar u bent geopereerd. Een wondinfectie behandelen we meestal met antibiotica. Bij een nabloeding is soms een operatie nodig om het bloed te verwijderen.
Brok in de keel
Doordat de wond opzwelt, kunt u moeilijker slikken of hees zijn. U heeft dan het gevoel een ‘brok in de keel’ te hebben. Deze klachten nemen in de loop van enkele weken af.
Beknelde zenuw
Het kooitje dat de chirurg in de wervelkolom heeft geplaatst, kan heel soms verschuiven. U kunt dan ineens hevige slikklachten, nekpijn of uitval krijgen. Ook kunnen in de loop van de tijd de wervels boven het kooitje sneller verslijten. Hierdoor kunnen er weer zenuwen bekneld raken.
Beschadigde zenuw
Tijdens de operatie kan een zenuw beschadigd raken. De kans hierop is heel klein, namelijk minder dan 1 op 100. Een beschadiging van een zenuw kan zorgen voor verlamming van een of meerdere spiergroepen in de armen. Ook kunt u minder gevoel hebben in de armen. Vaak herstellen de kracht en het gevoel zich langzaam weer na de operatie. Dit herstel kan lang duren. Soms herstelt de kracht of het gevoel zich niet helemaal.
Beschadigd ruggenmerg
Het beschadigen van het ruggenmerg of het ontstaan van een dwarslaesie is zeer zeldzaam.
Controle
Ongeveer twaalf weken nadat u het ziekenhuis heeft verlaten, komt u voor controle op de polikliniek Neurospine. Wij maken deze afspraak voor u.
Dagelijks leven
Werk
Wanneer u weer kunt gaan werken, hangt af van het soort operatie en uw herstel. Gemiddeld kunt u vier tot zes weken na uw operatie weer aan het werk. De hervatting van het werk regelt u in overleg met uw bedrijfsarts. De bedrijfsarts kan informatie over de operatie en het te verwachten herstel schriftelijk bij HMC opvragen. U moet dan hiervoor toestemming geven.
Bewegen
Na de operatie is het belangrijk om in beweging te blijven. Fysiotherapie is niet per se nodig. U mag uw hoofd naar links en rechts draaien. U mag naar beneden buigen, maar niet te veel naar achteren buigen. Uw lichaam geeft zelf aan waar uw grenzen liggen. Vermijd in ieder geval zware lichamelijke inspanning en heftige bewegingen met de nek in de eerste twee maanden.
Wanneer moet u contact opnemen met HMC?
Neem meteen contact op met het ziekenhuis in deze situaties:
- Er komt opnieuw wondvocht uit de wond
- U heeft koorts boven 38,5˚C
- U heeft langer dan 24 uur 38,0˚C koorts
- De huid rond de wond wordt rood of dik
- U heeft toenemende, hevige pijn die niet verdwijnt na het innemen van medicijnen tegen de pijn
- U heeft tintelingen
- U heeft krachtsverlies in uw nek, schouders, armen en handen
- U heeft hevige slikklachten
Samen met uw behandelaar heeft u op de polikliniek gesproken over een mogelijke operatie voor uw aandoening. De operatie is besproken op basis van uw klachten en de onderzoeken die toen beschikbaar waren. Soms verandert het plan voor de operatie. Dat kan gebeuren vlak voor of tijdens de operatie. De reden kan zijn dat er nieuwe informatie is, dat uw gezondheid is veranderd of dat de chirurg voor of tijdens de operatie andere inzichten krijgt. De chirurg bespreekt zo’n verandering altijd met u. Als het plan verandert tijdens de operatie, dan hoort u het achteraf. Het belangrijkste doel blijft altijd hetzelfde: een zo goed mogelijk resultaat voor u.