Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD)
Een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) is een apparaat dat zich onder de huid bevindt. De ICD kan een hartritmestoornis ontdekken en behandelen.
Specialismen en team
Afspraak en contact
HMC Antoniushove
HMC Bronovo en
HMC Westeinde 088 979 43 75
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
HMC Gezondheidscentrum Wassenaar 088 979 43 75
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Planningssecretariaat Cardiologie
088 979 31 61
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurg. Banninglaan 1
2262 BA Leidschendam
1e etage, route rood
HMC Westeinde
AdresLijnbaan 32
2512 VA Den Haag
1e etage, route blauw
Ankers
Over Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD)
Een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) is een apparaat dat zich onder de huid bevindt. De ICD kan een hartritmestoornis ontdekken en behandelen.
Hoe werkt een ICD?
De cardioloog plaatst de ICD onder de huid. Het apparaat is via elektrodedraden en een schokdraad met het hart verbonden. De ICD kan een hartritmestoornis ontdekken en behandelen. Is er in het hart een levensbedreigende kamerritmestoornis, dan herstelt de ICD het hartritme met een elektrische schok. De ICD voorkomt een hartstilstand en kan zo uw leven redden.
Welke soorten ICD’s zijn er?
Er zijn verschillende soorten ICD’s. Welke ICD u krijgt, hangt af van uw hartprobleem:
ICD met 1 of 2 draden
Deze ICD heeft 1 schokdraad in de rechterkamer, met soms een extra elektrodedraad in de rechterboezem. Deze ICD kijkt naar het hartritme en grijpt alleen in bij gevaarlijke kamerritmestoornissen. De ICD probeert het kamerritmestoornis te beëindigen door sneller te prikkelen (overpacen). Werkt dat niet? Dan geeft de ICD een schok om het ritme te herstellen.
ICD met 3 draden: biventriculaire ICD (CRTD)
Een biventriculaire ICD heeft 3 draden: 1 schokdraad in de rechterkamer, 1 elektrodedraad in de rechterboezem en 1 elektrodedraad bij de linkerkamer. Deze ICD heeft ook een pacemakerfunctie en is bedoeld voor patiënten met hartfalen. De pacemakerfunctie werkt continu en zorgt ervoor dat het hart gelijktijdiger samentrekt en zo de pompkracht verbetert. Dit heet resynchronisatietherapie. De ICD kijkt naar het hartkamerritme en grijpt bij een gevaarlijke kamerritmestoornis in met prikkelen (overpacen) of een schok om het ritme te herstellen.
Subcutane ICD
Bij deze ICD krijgt u geen draden in uw hart, maar leggen we de schokdraad vlak onder uw huid. Het ICD-kastje plaatsen we links onder de oksel. Het risico op een infectie van de draden of ICD is hierbij kleiner. De subcutane ICD heeft geen pacemakerfunctie.
Uitwendige draagbare defibrillator (WCD)
Dit is een soort vest dat u onder uw kleding draagt. De WCD houdt uw hartritme in de gaten en geeft bij gevaarlijke ritmestoornissen een schok om het hartritme te herstellen. Dit vest is een optie als de cardioloog denkt aan een tijdelijk probleem van het hart of hartritme of om bijvoorbeeld een infectie te overbruggen. Dit vest heeft geen pacemakerfunctie.
Welke invloed heeft een ICD op uw leven?
Met een ICD kunt u bijna alle dagelijkse activiteiten blijven doen. Het hebben van een ICD heeft wel gevolgen voor uw rijbevoegdheid, reizen naar het buitenland, sommige verzekeringen, keuringen en soms voor uw beroep of hobby.
Rijbevoegdheid
Er zijn speciale regels voor iemand met een ICD. Als u een ICD heeft gekregen moet u een rijbewijs met een code (code 100 of code 101) aanvragen. Hiermee mag u voor privé gebruik rijden met een motorfiets, auto en auto met aanhanger. U mag verder minder dan 4 uur rijden per dag voor uw werk. U mag met een ICD niet werken als vrachtwagenchauffeur, taxichauffeur of rijinstructeur.
Met uw cardioloog kunt u bespreken welke regels precies van toepassing zijn op uw situatie. U vindt ook informatie op de websites van patiëntenvereniging Stichting ICD dragers Nederland (STIN) of het centraal bureau rijvaardigheid (CBR).
Na het inbrengen van de ICD is er wachttijd voor u een nieuw rijbewijs kan aanvragen. Tot die tijd mag u niet rijden. Krijgt u de ICD terwijl u nog geen levensbedreigende hartritmestoornis heeft gehad? Dan is de wachttijd 2 weken na het inbrengen van de ICD. Krijgt u de ICD nadat u een levensbedreigende hartritmestoornis heeft gehad? Dan is de wachttijd 2 maanden na het inbrengen van de ICD.
Ook als uw ICD een schok heeft afgegeven op een gevaarlijke hartritmestoornis, geldt een rijverbod van 2 maanden.
Moeten we de ICD vervangen omdat de batterij aangeeft dat de ICD aan vervanging toe is? Dan mag u gewoon blijven rijden.
Sporten
U kunt met de ICD gewoon sporten. Sommige (contact)sporten, zoals karate, judo, rugby en gewichtheffen, kunt u beter niet doen. Hierdoor kan de ICD namelijk van zijn plek gaan of beschadigd raken. Op internet is speciale kleding met extra bescherming te koop. Hiermee kunnen sommige patiënten fijner sporten.
Magnetische velden
Het kan zijn dat u door uw beroep of hobby vlakbij draaiende elektromotoren of grote magneten komt. Deze apparaten veroorzaken magnetische velden. Die kunnen invloed hebben op de werking van de ICD.
Televisie, magnetron, keukenmachines en andere huishoudelijke apparaten zijn meestal ongevaarlijk. Ook een inductiekookplaat of -oven is bij normaal gebruik veilig. Maar houdt dit soort apparaten niet tegen de ICD aan en zorg ervoor dat ze goed werken en onderhouden worden.
Draadloze en mobiele telefoons zijn veilig als u ze op minimaal 15 centimeter van de ICD houdt. Dus bewaar de telefoon niet in de borstzak aan de kant van de ICD.
U kunt computers, laptops, tablets of printers zonder problemen gebruiken. Ook draadloze netwerken zoals wifi kunnen geen kwaad.
U kunt ook zonder problemen door de antidiefstalpoortjes in winkels lopen. Blijf alleen niet stilstaan bij deze poortjes.
Met de huidige ICD’s kunt u vaak gewoon een MRI-scan krijgen. Het is wel belangrijk dat de arts die de MRI aanvraagt, dit vooraf bespreekt met uw cardioloog of ICD-technicus.
Vertel de fysiotherapeut, de tandarts en de schoonheidsspecialist dat u een ICD heeft. Zij gebruiken soms apparaten met elektromagnetische velden of elektrische impulsen.
Reizen
Met een ICD kunt u gerust op vakantie. U mag ook vliegen.
Met een ICD kunt u normaal gesproken ook veilig door een metaaldetectiepoortje heen. Wel is het daarbij belangrijk dat u in normaal tempo (niet te langzaam) door het poortje loopt en pas minimaal 1 meter voorbij het poortje stilstaat. Door drukte kan dit niet altijd. U kunt aan de beveiligingsmedewerker uw ICD-identiteitskaart laten zien. Het kan zijn dat de beveiligingsmedewerker u dan fouilleert. De opsporingsapparatuur reageert bijna zeker op uw ICD.
In de meeste landen kunt u bij een schok of problemen met de ICD terecht in speciale centra. Het type ICD bepaalt waar u terecht kunt. De fabrikant van uw ICD heeft de meest recente lijst van ziekenhuizen in de directe omgeving van uw vakantieadres.
Keuringen en verzekeringen
Als u een hartafwijking heeft, kan dat gevolgen hebben voor sommige medische keuringen en (levens)verzekeringen. Bij het afsluiten van bijvoorbeeld een levensverzekering, moet u een gezondheidsverklaring invullen. Verzekeringsmaatschappijen kunnen uw premie verhogen of u zelfs afwijzen. Hetzelfde kan gebeuren bij verzekeringen die u moet nemen bij het afsluiten van een hypotheek. Een huis kopen wordt daardoor dan duurder.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u terecht bij uw cardioloog, ICD-verpleegkundige, ICD- technicus of op de websites van patiëntenvereniging Stichting ICD dragers Nederland (STIN) en de Hartstichting.
Hoe gaat de voorbereiding op de operatie?
Uitleg over de operatie
Wanneer uw cardioloog u heeft aangemeld voor het plaatsen van een ICD, ontvangt u een afspraak voor een gesprek met een gespecialiseerd verpleegkundige. U krijgt uitleg over de voor- en nazorg, de operatie en de risico’s.
Allergieën
Heeft u allergieën, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof of antibiotica? Geef dit dan door aan de arts of verpleegkundige. U krijgt dan vóór het onderzoek een middel dat een allergische reactie voorkomt.
Heeft u vragen of kunt u niet naar een afspraak komen?
Bel of mail ons dan gerust. Heeft u een probleem waardoor u niet op tijd naar een afspraak kunt komen? Laat dit dan zo snel mogelijk weten aan het Planningssecretariaat Cardiologie via telefoonnummer 088 979 31 61 of via e-mail planningangiokamer@haaglandenmc.nl – graag uiterlijk 24 uur voor de afspraak, want dan kunnen wij een andere patiënt in uw plaats helpen. U kunt zich afmelden van maandag tot en met vrijdag, tijdens kantooruren. Als u een afspraak niet of te laat afmeldt, moeten we de afspraak helaas in rekening brengen.
Opname
Voor een ICD-operatie verblijft u één nacht in het ziekenhuis.
Ligt u al in het ziekenhuis? Dan brengt de verpleegkundige u naar de hartkatheterisatiekamer.
Komt u vanuit huis naar HMC Westeinde? Meld u dan op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling Cardiologie, op afdeling C5 of C6. Tijdens uw verblijf in HMC mag er 1 persoon bij u blijven.
Lees meer over uw verblijf op de verpleegafdeling.
Medicijnen
Zorg dat u paracetamol in huis hebt. Deze tabletten gebruikt u, wanneer u thuiskomt na de operatie.
Vervoer
Zorg voor vervoer na de operatie. U mag dan namelijk niet zelf naar huis rijden.
Hoe gaat de operatie?
De operatie vindt plaats in een hartkatheterisatiekamer. Dit is een steriele kamer waar een cardioloog de operatie uitvoert. U gaat op de operatietafel liggen. De verpleegkundige sluit u aan op de monitoren, zodat we uw hartritme kunnen zien tijdens de operatie. De verpleegkundige dekt u toe met steriele doeken. Het is belangrijk dat u goed luistert naar de instructies van de verpleegkundige. Zo voorkomen we dat er bacteriën in het operatiegebied komen.
Verdoving
Tijdens de operatie bent u meestal gewoon wakker. U kunt wel voelen dat de cardioloog met de behandeling bezig is, maar door de verdoving voelt u geen pijn. Voelt u wel pijn? Laat dat dan weten aan de cardioloog of verpleegkundige. Zij geven u dan een extra verdoving.
We kunnen u ook in slaap brengen. Dat doen we altijd bij het plaatsen van een subcutane ICD. U krijgt dan een slaapmiddel via het infuus. Heeft u een hoog risico op ademproblemen bij slaapmiddelen? Dan brengt een anesthesist u onder narcose. We kunnen uw operatie dan alleen plannen op een dagdeel dat de anesthesist aanwezig is op de katheterisatiekamer. De wachttijd tot de ingreep is dan langer.
ICD
De cardioloog maakt een snee van 5 tot 10 centimeter, links onder het sleutelbeen tussen uw borstspier en schouder. Onder de huid maken we een pocket, een soort ‘huisje’ voor de ICD. We zoeken een ader waarmee we het hart kunnen bereiken. Dat kan wat gevoelig zijn. Soms is deze ader te klein en prikken we een grotere ader aan. De cardioloog schuift de draden door de ader naar het hart en zet deze vast aan de binnenzijde van de hartwand. De cardioloog plaatst het geheel in de pocket. Vervolgens hechten we de wond en lijmen we de buitenste huidlaag.
Subcutane ICD
Deze ingreep wordt uitgevoerd door 2 cardiologen. Zij maken links onder de oksel een pocket onder de spier, waar de ICD uiteindelijk ingaat. Zij schuiven de ICD-draad onder de huid, naast uw borstbeen en richting de zijkant van uw borst. Deze draad wordt verbonden met de ICD. Vervolgens hechten we de wond en lijmen de buitenste huidlaag.
Testen van de ICD
Na de operatie testen we of de ICD goed werkt. U krijgt hiervoor een kortwerkend slaapmiddel. Zodra u slaapt, wekken wij de ritmestoornis op. Als de ICD goed werkt, krijgt u een elektrische schok, die het hart weer in het normale ritme terugbrengt. Deze test voeren we uit onder bewaakte omstandigheden. Uw cardioloog beslist of deze test nodig is.
De duur van de operatie hangt af van het soort ICD dat u krijgt.
- Het plaatsen van een ICD met 1 draad in het hart duurt ongeveer dertig minuten.
- Het plaatsen van een ICD met 2 draden in het hart duurt ongeveer één uur.
- Het plaatsen van een biventriculaire ICD (CRTD) met 3 draden duurt ongeveer twee uur.
Daar komt de voorbereidingstijd en nazorg nog bij.
Hoe gaat het na de operatie?
Naar huis
De dag na de operatie mag u weer naar huis. Maar dit mag pas nadat de technicus uw ICD heeft doorgemeten, er een röntgenfoto van uw borstkas is gemaakt en uw wond is gecontroleerd. U krijgt een pas van de technicus met de gegevens van de ICD mee naar huis.
Pijnstillers
U mag altijd paracetamol gebruiken tegen de pijn. Neem maximaal 6 tabletten van 500 milligram per dag.
Douchen
U mag de dag na de operatie weer douchen. Gebruik geen zeep of lotion op de wond. Na het douchen, dept u de huid met een droge handdoek droog. U mag niet wrijven met de handdoek. De wond mag niet weken, dus u mag pas in bad of zwemmen als de wond volledig genezen is. Dat duurt ongeveer 6 weken.
Hechtingen
Het litteken van de operatie moet goed kunnen genezen en heeft rust nodig. De bovenlaag van de huid is geplakt met lijm. Laat deze lijm zitten, want deze heeft een beschermende werking. De lijm valt er binnen 2 weken vanzelf af.
Gebruik van de arm
U mag de arm aan de kant waar de ICD is geplaatst, de eerste 6 weken maar beperkt gebruiken. Dit is nodig om de ICD en draden goed te laten hechten. Til niet te zwaar in de eerste 6 weken na de operatie. Beweeg die arm maximaal tot schouderhoogte en breng de arm niet achter de rug. Het is belangrijk dat u de schouder wel blijft bewegen. Zo voorkomt u schouderproblemen.
Werken
We raden aan de eerste week rust te nemen en niet te gaan werken. Bij sommige beroepen kunt u na een week weer beginnen. Overleg met de verpleegkundige of uw cardioloog wat voor u het beste is.
Fietsen
U mag weer fietsen als uw wond helemaal is genezen. Dat is meestal na 2 tot 3 weken.
Autorijden
Als ICD-drager is uw rijbewijs niet meer geldig. U moet een nieuw rijbewijs met een code aanvragen.
Na het inbrengen van de ICD is er ook een wachttijd voordat u mag autorijden of een ander motorvoertuig mag besturen. Als u de ICD krijgt terwijl u nog geen levensbedreigende ritmestoornis heeft gehad is de wachttijd 2 weken, anders is deze 2 maanden.
Krijgt u in deze tijd een terechte ICD-shock? Dan heeft u opnieuw 2 maanden wachttijd.
U kunt de gezondheidsverklaring en een nieuw rijbewijs op 2 manieren aanvragen: digitaal en op papier. Hieronder leggen we allebei de manieren uit.
Digitaal (via internet):
- Vul de Gezondheidsverklaring in via de website van het CBR. Hiervoor heeft u uw DigiD nodig.
- Na het invullen van de gezondheidsverklaring krijgt u van het CBR een formulier voor de cardioloog. Op dit formulier staat een ZD (ZorgDomein)-code voor de cardioloog.
- Wordt u doorverwezen naar meerdere artsen? Dan vindt u meerdere ZD-codes op het formulier.
- Bent u ouder dan 75 jaar? Dan heeft u naast de gezondheidsverklaring ook een medische keuring nodig. Uw huisarts of een keuringsarts kan deze keuring doen.
- De ZD-code voor de cardioloog neemt u mee naar de ICD-technicus als u voor controle komt.
- U kunt ook de ZD-code mailen naar pacemakerpoli@haaglandenmc.nl. Dan neemt de ICD-technicus contact met u op.
- Met de ZD-code wordt via ZorgDomein een keuringsrapport ingevuld.
- De belangrijkste voorwaarde voor het CBR is dat er geen ICD-shock is geweest. Er zal dus een ICD-controle moeten gebeuren op de polikliniek of via het digitaal uitlezen van de ICD met home-monitoring.
- Het CBR stuurt u een verklaring van geschiktheid voor maximaal 5 jaar. Hiermee kunt u op het gemeentehuis een rijbewijs met code 100 of 101 bestellen.
Papier:
- U koopt de gezondheidsverklaring bij het gemeentehuis of stadsdeelraadkantoor (kosten zijn verschillend per gemeente).
- U krijgt bij uw rijbewijscontrole een ingevuld formulier ‘rapport van de cardioloog’.
- U stuurt de gezondheidsverklaring samen met het ‘rapport van de cardioloog’ op naar het hoofd medische zaken van het CBR in Rijswijk.
Tips voor het invullen van de Gezondheidsverklaring:
- Geef antwoord op alle vragen.
- Bij de vraag over Hart- en Vaatziekten vult u ‘JA’ in.
- Op de achterkant van het formulier vult u in dat u ICD-drager bent
Extra informatie:
- Bent u 70 jaar of ouder, en verloopt uw oude rijbewijs op of na uw 75e verjaardag? Dan heeft u altijd een medische keuring nodig.
- Vanaf 75 jaar is de medische keuring verplicht. Uw huisarts kan dit voor u regelen.
- Als u uw rijbewijs nodig heeft voor uw werk/beroep, dan heeft u een code 101 rijbewijs nodig. Met een code 101 rijbewijs mag u maximaal 4 uur per dag voor uw werk rijden. U mag voor uw werk geen personen vervoeren en geen bestuurders onder uw toezicht laten rijden. Dat betekent dat u niet mag werken als taxichauffeur of rijinstructeur.
Als u in aanmerking komt voor dit rijbewijs, heeft het CBR een verklaring van uw werkgever nodig. Met uw eigen gezondheidsverklaring, het rapport van de cardioloog en de verklaring van de werkgever kunt u een nieuw code 101 rijbewijs aanvragen.
- Een rijbewijs met code 100 of 101 is maximaal 5 jaar geldig. Hierna moet u het rijbewijs opnieuw aanvragen zoals hierboven beschreven staat.
- Adres CBR: Postbus 1062, 2280 CB Rijswijk
- Vergeet niet om uw oude rijbewijs in te leveren.
- Bij vragen kunt u altijd contact opnemen met de ICD-technicus.
Ingrijpen van de ICD
Heeft u al een hartritmestoornis gehad of bent u gereanimeerd. Dan heeft u een grotere kans dat u nog een keer een levensbedreigende hartritmestoornis krijgt. Uit onderzoek blijkt dat de ICD in deze groep in de eerste 5 jaar bij ongeveer 45 van de 100 patiënten ingrijpt.
Heeft u nog niet eerder een hartritmestoornis gehad? In deze groep grijpt de ICD in de eerste 5 jaar bij ongeveer 15 van de 100 patiënten in, zo laat onderzoek zien.
De kans op levensbedreigende hartritmestoornissen en het terecht ingrijpen van de ICD hangt onder andere samen met uw diagnose, leeftijd, medicijngebruik en andere ziekten. Uw cardioloog kan u vertellen waardoor u risico loopt op een gevaarlijke hartritmestoornis.
Onterecht ingrijpen van de ICD
Bij sommige mensen reageert de ICD als het niet nodig is. U bent niet in levensgevaar, maar de ICD grijpt toch in. U kunt dan pijnloze elektrische pulsen (ATP) krijgen, maar ook een schok. Uit onderzoek blijkt dat ICD’s in de eerste 5 jaar bij 7 van de 100 patiënten onterecht ingrijpen.
Grijpt de ICD bij u onterecht in? Dan moet u naar het ziekenhuis komen. We kunnen daar dan uw medicijnen veranderen of de instellingen van de ICD aanpassen. Soms is ook een draad kapot. Die vervangen we dan.
Wat zijn risico’s van het plaatsen van een ICD?
Elke operatie heeft risico’s. U kunt tijdens of na de operatie last krijgen van medische problemen. Soms moeten we u dan opnieuw opereren. Dit gebeurt bij ongeveer 2 op de 100 patiënten.
De kans op complicaties is groter als we meerdere draden plaatsen. Hieronder een overzicht van de belangrijkste medische problemen:
- Nabloeding van de operatiewond (bij ongeveer 2 van de 100 patiënten). Soms plaatsen we na de operatie een kompres (gaasdoekje) op de wond om een nabloeding te voorkomen. We hoeven de operatiewond bijna nooit open te maken om de bloeding te stoppen. Als u bloedverdunners gebruikt, is de kans op nabloeding iets groter.
- Verschuiving van de draad (bij ongeveer 3 van de 100 patiënten). Hierdoor werkt de ICD niet meer goed. Met een tweede operatie plaatsen we de draad weer op de goede plek in het hart. Om deze complicatie te vermijden, adviseren we u om de arm aan de kant van de ICD in de eerste weken na de ingreep niet boven de schouder te bewegen.
- Infectie van de operatiewond (bij ongeveer 2 van de 100 patiënten die voor het eerst een ICD krijgen). Soms moeten we de ICD en de draden dan weghalen. Ook kan behandeling met antibiotica nodig zijn. We kunnen pas een nieuwe ICD plaatsen als de infectie weg is.
- Klaplong (luchtlek van de long, bij ongeveer 1 van de 100 patiënten). Bij een klaplong is een deel van de long ingeklapt. Door een klaplong kunt u benauwd worden. Meestal herstelt de long zich vanzelf weer. Soms gebeurt dit niet en moeten we tijdelijk een drain (slangetje) plaatsen. We nemen u dan 1 of meerdere dagen op in het ziekenhuis.
- Trombosearm (bij minder dan 1 van de 100 patiënten). Bij een trombosearm raken de aders verstopt waar de draden doorheen lopen. Uw arm wordt daardoor dik. U krijgt dan bloedverdunners, zodat de verstopping verdwijnt.
- Bloeding in het hartzakje gebeurt heel weinig door het plaatsen van de ICD. Gebeurt het toch? Dan plaatsen we direct een slangetje (drain) in het hartzakje om het bloed af te voeren. We nemen u dan een paar dagen op in het ziekenhuis. Heel soms helpt het slangetje niet goed genoeg. U heeft dan een open hartoperatie nodig om de bloeding te stoppen.
- De kans dat u doodgaat aan een ICD-operatie is heel klein.
Mogelijke complicaties na langere tijd
Ook maanden tot jaren na het plaatsen van een ICD kunt u problemen krijgen:
- Soms werkt een draad niet goed. Dit gebeurt bij ongeveer 1 van de 100 patiënten per jaar. We plaatsen dan een nieuwe draad. Als dat nodig is, halen we de oude draad weg.
- Ook kan een infectie ontstaan rondom de ICD. De kans op een infectie wordt groter als een ICD vaker gewisseld is. Bijvoorbeeld omdat de batterij leeg is. Bij een infectie moeten we de ICD en draden weghalen. De kans hierop is klein. Het gebeurt bij minder dan 1 van de 100 patiënten per jaar.
- Soms kan het bloedvat dichtgroeien door de draden die er doorheen gaan. Hier merkt u vaak niets van, omdat andere bloedvaten de bloeddoorstroming overnemen. Minder dan 1 van de 100 patiënten krijgt hier wel last van. Zij krijgen bijvoorbeeld last van een opgezet gezicht.
- Soms heeft u ongemak of pijn van een ICD. Meestal ‘went’ u hieraan. In het uiterste geval kan dit leiden tot een nieuwe ingreep om de ICD anders te plaatsen. Bijvoorbeeld naar onder de borstspier. De meeste mensen hebben geen last van de ICD.
- De ICD kan onterecht ingrijpen bij een niet-levensbedreigende hartstoornis. Dit gebeurt bij 7 van de 100 patiënten.
- Er is een hele kleine kans (kleiner dan 1 op de 1000 patiënten) dat u doodgaat door de gevolgen van een complicatie.
Vervangen van de ICD
Tegenwoordig gaan ICD’s tussen de 7 en meer dan 10 jaar mee. Hoelang precies hangt af van het type ICD, en vooral van hoeveel stroom de ICD verbruikt. Is de batterij bijna leeg? Dan moeten we het kastje vervangen. Dat doen we met een kortdurende ingreep. De draden vervangen we hierbij niet.
Ongeveer een jaar voor het vervangen van een ICD zal de arts met u bespreken of u opnieuw een ICD nodig heeft. Of dat zo is, hangt af van uw situatie. U kunt dan ook zelf opnieuw kiezen voor wel of geen ICD. Heeft u geen nieuwe ICD nodig? Dan halen we de ICD weg. De draden blijven meestal zitten in het lichaam. Ook als de ICD niet leeg is, halen we in uitzonderlijke gevallen de ICD weg.
Uitzetten van de ICD
U heeft altijd het recht om de ICD-functie te laten uitzetten. Bespreek dit met uw behandelend cardioloog.
De ICD aan het eind van het leven
U kunt met een ICD nog steeds doodgaan aan uw hartaandoening of aan iets anders. Maar soms kan de levensreddende functie van de ICD het natuurlijke stervensproces tegenhouden. Wilt u uw leven niet meer verlengen? Dan kunnen we de schokfunctie van de ICD uitzetten. Bespreek het met uw cardioloog als u dit wilt.
Vlak voor het overlijden kan de ICD ongewenste en pijnlijke schokken afgeven. Ook als u al dood bent kan de ICD nog schokken afgeven, waardoor uw lichaam gaat bewegen. Uw naasten kunnen dit ongewenst en belastend vinden. Daarom is het belangrijk om de schokfunctie van de ICD uit te zetten als u verwacht te sterven en dit ook geaccepteerd heeft.
Op de website van de Stichting ICD dragers Nederland vindt u een folder over de ICD aan het einde van het leven. Ook is er een korte film over de ICD in de laatste levensfase.
Wanneer neemt u contact op met HMC?
Bel in een levensbedreigende situatie altijd 112.
Het plaatsen van een ICD is een veilige operatie, die zelden complicaties geeft. Maar zoals bij iedere operatie kunnen er toch complicaties optreden. Neem contact op met de dienstdoende arts-assistent (via 088 979 65 16):
- bij roodheid of jeuk aan de wond
- als de wond open is gegaan
- als u een shock van uw ICD heeft gekregen
- bij zwelling van de wond
- bij koorts of pus uit de wond
- bij hartkloppingen
- bij klachten van de arm die passen bij trombose (vocht vasthouden en een vermoeide, zware arm)
- bij flauwvallen of als u bijna flauwvalt
- bij prikjes of kloppingen in de buik of borstkas
- hoort u een piepje of voelt u een trilsignaal? Neem dan contact op met de ICD-technicus.
Neem contact op en vraag naar de technicus als:
- u vragen heeft over uw rijbewijs
- u een MRI, bestraling of ultrakorte golf (UKG)-behandeling gaat krijgen
- u een gal- of niersteenvergruizing moet ondergaan
- u een grote medische ingreep of ingreep onder algehele narcose gaat krijgen
Onze technici zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 16.30 uur via deze telefoonnummers:
- HMC Antoniushove 088 979 46 68
- HMC Bronovo 088 979 44 38
- HMC Westeinde 088 979 31 26
Heeft u problemen buiten kantoortijden (‘s avonds, ‘s nachts of in het weekend)? Ga dan voor controle naar de Eerste Hart Hulp in HMC Westeinde. Er is altijd een arts aanwezig om u te onderzoeken.
Heeft u vragen over de planning of heeft u een medische vraag over de ICD-operatie? Neem dan contact op met het Planningssecretariaat Cardiologie via telefoonnummer 088 979 31 61 (maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 16.30) of via e-mail planningangiokamer@haaglandenmc.nl.
Telemonitoring
Met telemonitoring (ook wel thuismonitoring) stuurt uw ICD-gegevens via een beveiligde verbinding door naar een beveiligde website. De ICD-technici van het HMC kijken op afstand naar deze gegevens en houden uw ICD op afstand in de gaten. Hoe u de software van de telemonitor installeert, leggen we u uit als u een telemonitor ontvangt. HMC biedt telemonitoring standaard aan, aan alle patiënten met een ICD.
Welke gegevens stuurt de ICD door?
De ICD stuurt deze gegevens door:
- meetwaarden over het technisch functioneren van de ICD
- hartritmestoornissen, als deze langer duren dan wat we op de ICD hebben ingesteld
- of uw hart wel of geen schok heeft gekregen
- hoe lang de batterij van de ICD nog meegaat
Telemonitoring is geen vervanging van de controle bij een arts. De monitor houdt u niet continu in de gaten. Als u klachten heeft waarvan u denkt dat deze met het hartritme of de ICD te maken hebben, dan kunt u dit altijd laten weten. Bel met de technici om dit te melden. Zij kijken dan naar de afwijkingen in de gegevens. Soms moet u naar het ziekenhuis komen om de ICD te laten uitlezen. Eventuele aanpassingen in de programmering kunnen we helaas nog niet op afstand doen.
Kenmerken van telemonitoring
- De ICD stuurt niet alle gegevens van het apparaat door.
- Afhankelijk van het merk en type van de ICD stuurt deze de gegevens niet continu, maar op vaste tijden door.
- De technici krijgen veel gegevens binnen en kunnen deze niet tot in detail bekijken. Ze letten vooral op afwijkingen van wat normaal is. Dit verschilt per patiënt. Afhankelijk van het type ritmestoornis, de ICD en de monitor stuurt het apparaat ritmestoornissen soms pas na langere tijd door.
- De technici kijken alleen tijdens werktijden naar de doorgestuurde gegevens.
- De technici kunnen niet zien of de monitor bij u thuis aan staat en nog goed functioneert. In de gebruiksaanwijzing van de monitor leest u hoe u kunt zien of de monitor aanstaat en actief is.
Lees meer over telemonitoring op hartstichting.nl
Controles
Naast telemonitoring heeft u na de operatie een aantal belangrijke controles. We maken de afspraken hiervoor, vóórdat u het ziekenhuis verlaat:
- wondcontrole
Ongeveer tien dagen na de operatie heeft u een afspraak met de verpleegkundige voor een wondcontrole. U kunt een foto per e-mail sturen naar icd.poli@haaglandenmc.nl.
Heeft u vragen over uw wond? Dan kunt op dinsdag en donderdag contact opnemen met de verpleegkundige via het verpleegkundig spreekuur: telefoonnummer: 088 979 11 61. U kunt ook e-mailen naar het bovenstaande e-mailadres.
Bij geen gehoor kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de technicus via telefoonnummer 088 979 31 26. - technische controle
Een technische controle is nodig om de werking van de ICD te waarborgen. We controleren de registratie van het hartritme, de instellingen en de status van de batterij. We kijken ook of uw apparaat hartritmestoornissen heeft waargenomen. Deze controle is volledig pijnloos. Soms voelt u een licht bonzend gevoel en een wat snellere hartslag. We wekken geen hartritmestoornissen op en dienen geen schokken toe. Tijdens deze controle is er voldoende ruimte om al uw vragen te stellen.
Onze technici
- controle bij cardioloog
Behalve dat uw ICD gecontroleerd wordt, blijft u ook onder controle van uw cardioloog. U heeft 1 keer per jaar een controle bij uw cardioloog en tussendoor controleert de technicus uw ICD. De cardioloog bespreekt op het spreekuur met u of u vaker een controle nodig heeft.
Meer informatie
Heeft u behoefte aan contact met lotgenoten? Dit kan via de patiëntenorganisatie Harteraad of Stichting ICD-dragers Nederland (STIN).