Familieparticipatie op de afdeling Neurochirurgie (C9)
Informatie voor naasten van patiënten die langere tijd in het ziekenhuis liggen
Welkom in het HMC Neurocentrum! In het Neurocentrum hebben we een speciaal traject voor patiënten die lang in het ziekenhuis moeten blijven. We willen deze patiënten meer structuur en ondersteuning geven. Het doel is dat ze daardoor vlotter herstellen. Patiënten zijn hierdoor eerder klaar voor de volgende stap: of die nu thuis, in een revalidatiecentrum of in een verpleeghuis is.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 21 67
ma t/m zo van 09.00 – 18.00 uur
Locatie
Ankers
Over familieparticipatie op de verpleegafdeling Neurochirurgie (C9)
Welkom in het HMC Neurocentrum! In het Neurocentrum hebben we een speciaal traject voor patiënten die lang in het ziekenhuis moeten blijven. We willen deze patiënten meer structuur en ondersteuning geven. Het doel is dat ze daardoor vlotter herstellen. Patiënten zijn hierdoor eerder klaar voor de volgende stap: of die nu thuis, in een revalidatiecentrum of in een verpleeghuis is.
U krijgt deze informatie als familieleden en/of vrienden van een patiënt die lang in het ziekenhuis moet liggen. We willen u namelijk graag betrekken bij de zorg en de revalidatie voor uw naaste. Dit helpt de patiënt bij zijn of haar herstel.
Blijven slapen en bezoek
- Als het kan, krijgt de patiënt een eenpersoonskamer. Er mag dan 1 familielid of vriend blijven slapen. Dit noemen we rooming-in.
- Kan rooming-in niet? Dan mag 1 familielid of vriend de hele dag (van 08.00 uur tot 21.00 uur) bij de patiënt blijven. Dit hoeft niet iedere dag hetzelfde familielid of dezelfde vriend te zijn.
- Andere bezoekers moeten zich houden aan de normale bezoektijden: iedere dag van 15.30 tot 19.30 uur.
- Rooming-in kan alleen tijdens ziekenhuisopname en niet tijdens de revalidatie daarna. We zullen het rooming in daarom afbouwen als de patiënt binnenkort terecht kan op een revalidatieplek.
- Tijdens rusturen is het de bedoeling dat alle bezoekers de kamer uitgaan, zodat de patiënt echt kan rusten. Bezoek kan naar het dagverblijf, restaurant op de begane grond of naar huis.
- Er mag iedere dag 1 familielid of vriend mee-eten met de patiënt.
- Het familielid of de vriend die bij de patiënt blijft, mag meehelpen met de zorg. Ook mag hij of zij erbij zijn als we de patiënt onderzoeken of behandelen. In het participatiemenu leest u meer over wat u kunt doen.
- Het familielid of de vriend die bij de patiënt blijft, mag gratis parkeren bij het ziekenhuis. U kunt zich melden bij de beveiliging op de begane grond. U krijgt dan een uitrijkaart.
Andere afspraken
- Elke week is er op dezelfde dag en tijd een familiegesprek. Dit gesprek duurt 30 minuten tot 1 uur. Tijdens dit gesprek kan de 1e contactpersoon van de patiënt vragen stellen aan de arts en verpleegkundige. Andere familieleden mogen ook bij dit gesprek zijn.
- Op het bord op de kamer kunt u zien wat er die dag gaat gebeuren.
Wie ontmoet u op de verpleegafdeling Neurochirurgie?
Arts/Physician assistant
De arts of de physician assistant behandelt de patiënt. Ook kijkt hij of zij wat er aan de hand is met de patiënt. De arts of physician assistant komt iedere dag langs bij de patiënt. Hij of zij bespreekt dan met de patiënt en met het aanwezige familielid of de aanwezige vriend hoe de behandeling gaat.
Diëtist
De patiënt kan door ziekte problemen hebben met eten en drinken. Daardoor kan de patiënt ondervoed raken. De diëtist geeft adviezen om ondervoeding te voorkomen of om hier iets aan te doen. De diëtist past deze adviezen aan op de situatie van de patiënt. Zo is het bijvoorbeeld soms nodig om de patiënt drinkvoeding of sondevoeding te geven.
Ergotherapeut
De ergotherapeut helpt de patiënt om opnieuw de dagelijkse activiteiten uit te voeren als dat niet meer lukt. Dit kunnen simpele activiteiten zijn als eten en aankleden. De ergotherapeut kan ook meedenken bij bezigheden als het doen van boodschappen en werken.
Daarnaast kijkt de ergotherapeut naar lichamelijke zaken. Bijvoorbeeld hoe de patiënt ligt en zit. Vaak zijn patiënten snel vermoeid. De ergotherapeut kijkt dan hoe de patiënt geleidelijk wat meer kan gaan doen in het dagelijkse leven. De therapeut onderzoekt eerst wat de patiënt zelf kan en geeft daarna advies en training. De activiteiten en trainingen die de ergotherapeut doet met de patiënt, krijgen een plek in het participatiemenu. Familieleden mogen bij de afspraken met de ergotherapeut zijn. Ze kunnen de patiënt ondersteunen tijdens deze afspraken.
De ergotherapeut bepaalt samen met de andere betrokken zorgverleners onder welke voorwaarden de patiënt veilig het ziekenhuis kan verlaten. Ook geeft de ergotherapeut adviezen over de revalidatie na het verlaten van het ziekenhuis.
Fysiotherapeut
De fysiotherapeut ondersteunt de patiënt op lichamelijk gebied. Met oefeningen en adviezen helpt de fysiotherapeut de patiënt om zo goed mogelijk te blijven bewegen. Ook werkt de fysiotherapeut met de patiënt aan kracht, coördinatie en evenwicht. Verder traint de fysiotherapeut activiteiten met patiënten, zoals zitten, staan, lopen en in en uit bed komen.
Logopedist
De logopedist helpt de patiënt met communicatie en slikken. De logopedist onderzoekt bijvoorbeeld hoe goed de patiënt taal begrijpt en kan praten. Maar ook hoe verstaanbaar hij of zij is. Daarnaast kijkt de logopedist hoe het eten en drinken gaat. Als dat nodig is, past de logopedist het dieetadvies aan, zodat de patiënt veilig kan eten zonder zich te verslikken. Het doel is dat de patiënt genoeg en veilig kan eten via de mond. Ook helpt de logopedist de patiënt om zo goed en verstaanbaar mogelijk te communiceren.
Revalidatiearts
De revalidatiearts kijkt hoe de patiënt kan revalideren als hij in het ziekenhuis ligt en daarna. Ook kunnen er tijdens de opname behandeldoelen zijn waarbij de revalidatiearts een rol heeft. Bijvoorbeeld de behandeling van spierspasmen.
Transferverpleegkundige
De transferverpleegkundige beoordeelt welke zorg de patiënt nog nodig heeft na de ziekenhuisopname. Dit bespreekt de transferverpleegkundige met de patiënt en zijn of haar familie. De transferverpleegkundige kan u ook meer informatie geven over de zorg na de ziekenhuisopname.
Verpleegkundigen
De verpleegkundige geeft verpleegkundige-zorg, zoals:
- Het coördineren, bewaken en ontwikkelen van de complete zorg rondom de patiënt: vanaf de opname in het ziekenhuis tot het moment waarop de patiënt het ziekenhuis weer uitgaat.
- Persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld wassen, aankleden en helpen bij het naar de wc gaan.
- Verzorging van wonden, observeren en rapporteren.
- Verpleegtechnische handelingen zoals het inbrengen van een sonde, een katheter, een infuus, bloedprikken, bloeddruk meten, medicijnen geven, enzovoorts.
- Het begeleiden van patiënten en familie: bijvoorbeeld bij het omgaan met ziekte en behandeling. De verpleegkundige ondersteunt patiënten zodat ze zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden.
Wat is het participatiemenu?
Wilt u als familielid of vriend helpen bij de zorg voor de patiënt? Dan helpt het participatiemenu hieronder daarbij. In het participatiemenu staat een aantal activiteiten. U kunt vertellen aan de verpleging bij welke activiteiten u wilt meehelpen of dit opschrijven op het witte bord op de kamer van de patiënt.
Verzorging |
Gezichtsverzorging (scheren) / mondverzorging (tanden poetsen, enzovoorts) |
Haren wassen |
Haren borstelen |
Nagelverzorging (nagels knippen, vijlen, enzovoorts) |
Ondersteuning |
Persoonlijke spullen meebrengen (Foto’s, parfum, knuffels, enzovoorts) |
Leer-mij-kennen poster invullen (Poster kan u opvragen bij de verpleegkundige) |
Helpen bij bewegen en (fysiotherapie) oefeningen doen |
Stimuleren dat de patiënt zichzelf kan redden (niet alle taken overnemen, zolang de patiënt dit zelf kan) |
Gesprek met de geestelijk verzorger als dit nodig is |
Losse/flexibele kleren meebrengen voor de patiënt |
Ontspanning |
Voorlezen |
Muziek luisteren |
Samen film/serie/tv kijken |
Samen ontspanning en afleiding zoeken in mooie herinneringen of hobby’s |
Massage van handen/voeten |
Eten en drinken |
Helpen met eten en drinken |
Eigen hapjes meebrengen die de patiënt lekker vindt |
Vraag voordat u gaat helpen met eten of hapjes meebrengt, altijd eerst aan de verpleegkundige of dit mag. Het kan namelijk zijn dat de patiënt problemen heeft met slikken. |
Hoe ziet de dag eruit?
Er hangt een bord op de kamer van de patiënt. Op dit bord staat iedere dag wat er die dag gaat gebeuren. U kunt zo zien wanneer er rustmomenten zijn en wanneer de patiënt in beweging moet komen. Op het bord staat ook welke verpleegkundigen op die dag zorgen voor de patiënt.
Als familielid of vriend kunt u op het bord aangeven welk familielid of vriend er die dag komt en hoe laat die er ongeveer zal zijn. U kunt verder op het bord zetten waarmee u eventueel wilt helpen. U kunt dit ook doorgeven aan de verpleegkundigen als u dat liever wilt.
Wat gebeurt er op het gebied van houding en om in beweging te komen?
De verpleegkundigen zullen regelmatig vragen of de patiënt anders wil gaan liggen. Kan de patiënt niet zelf antwoord geven? Dan kijken de verpleegkundigen of de patiënt nog comfortabel ligt. De verpleegkundigen zullen de patiënt regelmatig net iets anders draaien. Zo voorkomen ze dat de patiënt drukplekken (decubitus) krijgt. Om drukplekken te voorkomen, ligt de patiënt ook op een speciaal matras.
In overleg met de fysiotherapeut en/of ergotherapeut bekijken we of de patiënt uit bed kan komen. Het hangt af van wat hij of zij aan kan of dit mogelijk is. We zullen regelmatig kijken of de patiënt meer kan doen. Een familielid mag bij de behandeling door de fysiotherapeut of ergotherapeut zijn. Geef het door aan de verpleegkundige als u erbij wilt zijn.
Wat is prikkeldosering?
Bij prikkeldosering zorgen we ervoor dat de patiënt meer of juist minder prikkels krijgt. Dit is afhankelijk van hoe de patiënt herstelt. We passen het aantal prikkels vaak aan in de tijd die de patiënt in het ziekenhuis ligt.
Waarom is prikkeldosering nodig?
De prikkels die een patiënt krijgt, hebben invloed op hoe de patiënt zich voelt. Dit kan mede bepalen hoe goed de patiënt herstelt. Krijgt de patiënt te veel of juist te weinig prikkels? Dan kan dit gevolgen hebben, bijvoorbeeld:
- De patiënt kan zich (nog) minder goed concentreren
- De patiënt kan meer klachten krijgen
- De patiënt kan zich onrustiger gaan gedragen
- De patiënt kan zich minder inspannen tijdens afspraken met de fysiotherapeut, ergotherapeut of een andere zorgverlener.
De verpleegkundige, fysiotherapeut of ergotherapeut kan om deze of andere redenen kiezen voor prikkeldosering. Soms vragen we de familie om mee te denken hierover.
Wat zijn prikkels?
Prikkels zijn alle informatie die via de zintuigen (zoals de oren en ogen) het lichaam binnenkomt. Prikkels kunnen ook ontstaan in het lichaam zelf (zoals pijn). Alle prikkels die de patiënt binnenkrijgt, hebben invloed op het herstel. Let erop dat de patiënt na inspanning ook écht rust krijgt. Neem bij vragen of twijfels contact op met de verpleegkundigen.
Soorten prikkels zijn:
- Visuele prikkels: prikkels die via de ogen binnenkomen. Bijvoorbeeld zonlicht, bezoek, kaarten, televisiebeelden, beelden op de telefoon, bloemen, boeken en de klok. Het kost de hersenen meer moeite om bewegende beelden (bijvoorbeeld tv) te verwerken dan stilstaande beelden (bijvoorbeeld een boek).
- Auditieve prikkels: alle prikkels die via de oren binnenkomen. Bijvoorbeeld praten, radio, geluid van de televisie, geluiden buiten of op de gang en geluid van het infuus (slangetje) waarop de patiënt is aangesloten.
- Tastprikkels: prikkels die de patiënt voelt via de huid. Bijvoorbeeld aanraken, een washand over de huid bij het wassen en lakens en kleding op de huid.
- Temperatuurprikkels: ook deze prikkels voelt de patiënt. Bijvoorbeeld koud of warm water tijdens het wassen, warme of juist koude thee of koffie. Maar ook koorts geeft een temperatuurprikkel.
- Bewegingsprikkels: de bewegingen die de patiënt zelf maakt met de eigen armen of benen, tijdens het draaien in bed, bij het uitstappen uit bed en tijdens het lopen, wassen of aankleden.
- Geurprikkels: prikkels de patiënt via de neus opmerkt. Bijvoorbeeld de geur van deodorant, koffie, de warme maaltijd, wasmiddel, parfum, het bezoek en van bloemen.
Dagboek (in te vullen door familie of vrienden)
Hier kunt u bijzonderheden opschrijven over u naaste, die u zijn opgevallen tijdens uw bezoek. Bijvoorbeeld als de patiënt nieuwe woorden zegt of zijn/haar arm kan bewegen. U mag hier ook gewoon een leuk verhaal over uw naaste opschrijven.
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Datum:
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………