Een beknelling van de elleboogzenuw (nervus ulnaris)
In uw arm bevindt zich de elleboogzenuw of nervus ulnaris. Als deze zenuw bekneld zit, heeft u tintelingen of minder kracht in de vingers en hand. In HMC kunnen we u van uw klachten afhelpen.
Specialismen en team
Afspraak en contact
Polikliniek Neurochirurgie
HMC Antoniushove en
HMC Westeinde
088 979 43 65
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Verpleegafdeling Neurochirurgie HMC Westeinde
088 979 21 67
Spoed, buiten kantooruren
Polikliniek Plastische chirurgie
088 979 44 99
HMC Antoniushove, HMC Bronovo en HMC Westeinde
HMC Gezondheidscentrum Wassenaar
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Antoniushove, polikliniek Plastische chirurgie
AdresBurgemeester Banninglaan 1 2262 AK Leidschendam
BewegwijzeringBegane grond, route rood
HMC Bronovo, polikliniek Plastische chirurgie
AdresBronovolaan 5 2597 AX Den Haag
Bewegwijzering4e etage, route 50
Ankers
Over een beknelling van de elleboogzenuw (nervus ulnaris)
In uw arm bevindt zich de elleboogzenuw of nervus ulnaris. Als deze zenuw bekneld zit, heeft u tintelingen of minder kracht in de vingers en hand. In HMC kunnen we u van uw klachten afhelpen.
Wat is een beknelling van de elleboogzenuw (nervus ulnaris)?
Oorzaak
Meestal vinden we geen oorzaak voor de beknelling of de irritatie van de elleboogzenuw. Mogelijke oorzaken zijn:
- vaak buigen en strekken van de elleboog
- een te nauwe bindweefselband die over de zenuw loopt
- een beschadiging van de zenuw door letsel of een botbreuk in het verleden
- een zenuw die bij het buigen van de elleboog telkens over het botuitsteeksel glijdt
Klachten
Als uw elleboogzenuw bekneld zit, krijgt u meestal tintelingen aan de buitenkant van de onderarm, aan de pink en de ringvinger. Ook kunt u hier kracht verliezen. De klachten worden vaak erger als u uw elleboog beweegt of wanneer u in bed ligt.
Behandeling
Een operatie aan de elleboogzenuw gebeurt meestal in de polikliniek, met een plaatselijke verdoving. Soms vindt de operatie plaats onder volledige narcose, soms krijgt u een uitgebreide verdoving van de arm. De zenuw kan op meerdere plaatsen bekneld liggen. De chirurg controleert alle mogelijke knelpunten tijdens de operatie.
In HMC hebben we twee manieren om uw arm te opereren:
- De elleboogzenuw ligt in een soort tunnel. De chirurg kan in deze tunnel meer ruimte maken voor de zenuw. Deze operatie noemen we neurolyse of decompressie. Deze operatie is het minst ingrijpend.
- De chirurg kan de zenuw ook uit de tunnel halen en naar de binnenkant van de elleboog leggen. Deze operatie noemen we een transpositie. De chirurg kiest voor deze operatie als uw elleboogzenuw zich verplaatst wanneer u de elleboog buigt. De chirurg heeft hierbij twee keuzes:
- de zenuw onder de huid leggen, ofwel een subcutane transpositie
- de zenuw onder de spier leggen, ofwel een submusculaire transpositie
Bovenste cirkel: de elleboogszenuw in de bovenarm.
Onderste cirkel: de elleboogszenuw ter hoogte van de elleboog.
Bron: Tijdschrift voor Neurologie en Neurochirurgie, artikel van HMC-neurochirurg Godard de Ruiter e.a.
Uw behandelend arts bespreekt met u welke operatie het beste past bij uw medische situatie.
Voorbereiding
Afspraak
U heeft een verwijzing gekregen voor een afspraak. Normaal gesproken kunt u binnen twee weken terecht voor uw eerste afspraak. U heeft deze afspraak met de chirurg, de verpleegkundig specialist of de physician assistant. Deze praat met u over uw klachten en onderzoekt u. Als er meer onderzoek nodig is, dan proberen we dat zo snel mogelijk in te plannen. Wanneer een operatie de beste keuze is, bespreken we met u wat de operatie precies inhoudt. Indien nodig plannen we een afspraak in met de anesthesist. Deze arts zorgt voor de verdoving tijdens de operatie.
Preoperatieve spreekuur
Krijgt u een narcose, ofwel een gehele verdoving? Dan heeft u, voordat u wordt geopereerd, een gesprek met de anesthesist, een verpleegkundige en een medewerker van de apotheek. Dit gesprek heet het preoperatieve spreekuur. Hierin bespreken we met u welke voorbereidingen u moet nemen voor de operatie. Naar aanleiding van dit gesprek krijgt u soms nog andere onderzoeken. Soms verwijzen we u door naar een specialist. Een bezoek aan het preoperatieve spreekuur kan enkele uren in beslag nemen.
Kunt u niet naar de afspraak komen?
Heeft u een probleem waardoor u niet op tijd naar de afspraak kunt komen? Laat dit dan zo snel mogelijk weten aan de polikliniek Neurochirurgie of Plastische Chirurgie – uiterlijk 24 uur voor de afspraak. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen. U kunt zich afmelden van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur. Als u een afspraak niet of te laat afmeldt, moeten we de afspraak helaas in rekening brengen.
Medicijnen
Gebruikt u medicijnen, bijvoorbeeld bloedverdunners? Uw HMC-arts bespreekt dan met of u moet stoppen met innemen vóór de operatie. Sommige medicijnen mag u gewoon blijven gebruiken.
Eten en drinken
Krijgt u een plaatselijke verdoving? Dan hoeft u niet nuchter te zijn vóór de operatie. Dit betekent dat u gewoon mag eten en drinken.
Krijgt u een grotere verdoving van de arm of een volledige narcose? Dan mag u vanaf 0.00 uur ’s nachts niets meer eten en drinken.
Alcohol
Wij raden u aan om de dag voor en op de dag van de ingreep geen alcohol te drinken, omdat dit bloedverdunnend werkt. De kans op nabloeding wordt dan groter.
Vervoer
Na de operatie kunt u niet zelf met de auto naar huis rijden. Regel daarom van tevoren vervoer.
Operatie
U mag geen sieraden dragen tijdens de operatie. Doe deze dus van tevoren af. De neurochirurg of de plastisch chirurg voert de operatie uit. De operatie duurt ongeveer een half uur. Bij plaatselijke verdoving krijgt u injecties in de elleboog. Dit kan pijn doen. Bij een algehele verdoving brengt de anesthesist u onder narcose.
Neurolyse of decompressie
De elleboogzenuw ligt in een soort tunnel. Over die tunnel zit een sterk weefsel, dat de tunnel afsluit.
Dit zogenoemde bindweefsel vormt een stevige band: het ligament van Osborne. De chirurg maakt een snee aan de binnenzijde van de elleboog en snijdt deze band door, zodat de zenuw weer voldoende ruimte heeft.
Transpositie
De chirurg maakt een snee aan de binnenzijde van de elleboog en haalt de elleboogzenuw uit de tunnel. Vervolgens legt de chirurg de zenuw op een andere plaats in de arm: onder de huid of onder een spier. Voor het omleggen onder de spier neemt de chirurg de aanhechting door van de spieren in de onderarm aan het bot van de binnenzijde van de elleboog. Deze aanhechting hecht de chirurg weer na het omleggen van de zenuw.
Na de operatie hechten we de wond, meestal met hechtingen die later vanzelf oplossen. Op de wond plakken we hechtpleisters. We verbinden de elleboog met een drukverband. Uw arm komt in een draagdoek (een mitella).
Na de operatie
Naar huis
Na de operatie op de polikliniek mag u meestal direct naar huis.
Heeft u een uitgebreidere verdoving van de arm of een algehele narcose gehad? Dan blijft u nog een aantal uren of één dag in het ziekenhuis.
Pijn
Omdat de zenuw meer ruimte heeft, voelt u na de operatie soms meteen al minder pijn of tintelingen. Dat is niet altijd het geval. Omdat de zenuw vaak al langer bekneld zat, duurt het meestal enkele weken, soms maanden, voordat u minder pijn voelt. U kunt paracetamol slikken tegen de pijn. Neem maximaal drie keer per dag twee tabletten van 500 milligram.
Mitella of sling
Na een decompressie en subcutane transpositie moet u twee dagen tot twee weken een draagdoek (mitella) dragen. Na een submusculaire transpositie krijgt u voor drie weken een zogenoemde sling mee.
Voorzichtig met de arm
Wees voorzichtig met uw arm in de eerste twee weken na decompressie en subcutane transpositie:
- Belast uw arm niet. Til bijvoorbeeld geen zware voorwerpen.
- U mag wel uw vingers gewoon bewegen en uw hand gebruiken om lichte voorwerpen op te pakken.
Na een submusculaire transpositie kunt u de arm in totaal zes weken niet belasten:
- De eerste drie weken draagt u een sling.
- Daarna kunt u wel lichte voorwerpen tillen, maar mag u de arm nog steeds niet zwaar belasten. Dit onderscheid komt, doordat bij de submusculaire transpositie de chirurg de aanhechting van de pezen aan het bot heeft doorgenomen en opnieuw heef gehecht. Het duurt enige tijd voordat deze aanhechting weer voldoende genezen is om deze te belasten.
Wond
In het begin kan de wond nog gevoelig zijn, vooral wanneer u op de elleboog steunt. Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u pijn voelen rond de wond. Als u geen oplosbare hechtingen heeft, laat u de hechtingen twee weken na de operatie door de huisarts verwijderen.
Douchen
- U mag weer douchen nadat u het verband heeft verwijderd.
- U mag gewoon zeep en shampoo gebruiken.
- U hoeft de pleister niet te vervangen. Dit is alleen nodig, als de wond nog lekt of als u het vervelend vindt om de wond onbedekt te laten.
Herstel
In de meeste gevallen nemen de klachten langzaam maar zeker af na de operatie. U voelt dan steeds minder tintelingen en krijgt meer gevoel in uw vingers. Het herstel kan enkele maanden tot anderhalf jaar duren. Soms blijft een deel van de klachten bestaan. Dit komt bijvoorbeeld voor als u al lange tijd minder kracht of gevoel in de vingers had.
Complicaties
Een complicatie is een extra medisch probleem dat zich voordoet. Bij een operatie aan de elleboogzenuw is de kans op een complicatie klein. Mogelijke complicaties zijn:
- roodheid bij de wond
- een nabloeding
- een wondinfectie
- een beschadiging van de elleboogzenuw
Dit komt maar heel zelden voor. Hierdoor kunt u minder gevoel in uw arm of hand hebben. Ook kan een aantal spieren in de hand geheel of gedeeltelijk verlamd raken.
- Een beschadiging van een huidzenuw
Deze complicatie komt vaker voor dan beschadiging van de elleboogzenuw zelf. Soms leidt dit tot doofheid rond het litteken, soms tot pijn. Meestal herstellen deze klachten geleidelijk vanzelf.
Wanneer moet u contact opnemen met HMC?
Neem contact op met de polikliniek Neurochirurgie of Plastische chirurgie in deze situaties:
- bij hevige pijn
- bij koorts
- wanneer er vocht of pus uit de wond komt
Controle
Na ongeveer twee maanden komt u voor een controle naar de polikliniek of bellen we u voor een telefonische controle.
Samen met uw behandelaar heeft u op de polikliniek gesproken over een mogelijke operatie voor uw aandoening. De operatie is besproken op basis van uw klachten en de onderzoeken die toen beschikbaar waren. Soms verandert het plan voor de operatie. Dat kan gebeuren vlak voor of tijdens de operatie. De reden kan zijn dat er nieuwe informatie is, dat uw gezondheid is veranderd of dat de chirurg voor of tijdens de operatie andere inzichten krijgt. De chirurg bespreekt zo’n verandering altijd met u. Als het plan verandert tijdens de operatie, dan hoort u het achteraf. Het belangrijkste doel blijft altijd hetzelfde: een zo goed mogelijk resultaat voor u.