Diabetes met kortwerkende insuline
Adviezen over het aanpassen van insuline op uw manier van leven
Bij sommige vormen van diabetes (zoals diabetes type 1) maakt uw lichaam geen insuline aan. U moet dan zelf insuline spuiten. Hier vindt u advies.
Specialismen en team
Locatie
Ankers
Over diabetes met kortwerkende insuline
Bij sommige vormen van diabetes (zoals diabetes type 1) maakt uw lichaam geen insuline aan. U moet dan zelf insuline spuiten. Hier vindt u advies.
Bij diabetes type 1 en andere, zeldzamere vormen van diabetes maakt het lichaam zelf geen insuline aan. U moet dan insuline spuiten met een pen of een insulinepomp gebruiken. De insulinepomp geeft regelmatig een klein beetje (kortwerkende) insuline af.
Wilt u uw bloedsuiker op een gezond niveau krijgen en houden? Dan helpt het om inzicht te krijgen in de factoren die invloed hebben op de stijging en daling van uw bloedsuiker. Hieronder leest u daar meer over.
Hoe stemt u koolhydraten en insuline op elkaar af?
Uw bloedsuiker wordt voor een deel bepaald door de koolhydraten die u eet. Het is belangrijk dat u de kortwerkende insuline voor de maaltijd aanpast aan de hoeveelheid koolhydraten die u eet. Zo kunt u uw bloedsuiker op een gezond niveau houden. Het aanpassen van de insuline aan de hoeveelheid koolhydraten kan door de koolhydraat-insuline ratio te berekenen.
Het berekenen van de ratio is belangrijk voor mensen met diabetes:
- die 3x per dag kortwerkende insuline spuiten voor de maaltijd en 1x langwerkende insuline voor de nacht
- die insuline via de pomp toedienen
De diëtist kan met eetverslagen uw koolhydraat-insuline ratio berekenen. De koolhydraat-insuline ratio is bij iedereen verschillend. Soms is de koolhydraat-insuline ratio ook anders op het ene moment van de dag dan op het andere moment van de dag. Bij de berekening houdt de diëtist rekening met:
- de hoogte van de bloedsuiker voor de maaltijd en 2 uur erna
- de hoeveelheid koolhydraten die u gegeten heeft
- beweging
- stress
- ziekte
Voorbeeld van het berekenen van de koolhydraat-insuline ratio:
U eet 45 gram koolhydraten bij het ontbijt en heeft 5 eenheden insuline toegediend.
De koolhydraat-insuline ratio wordt dan berekend door 45 te delen door 5. De ratio is dan 1 op 9 (1:9). Dit betekent dat u voor elke 9 gram koolhydraten 1 eenheid kortwerkende insuline binnen moet krijgen via de insuline pen of de insulinepomp.
Eet u 90 gram koolhydraten? Dan moet u volgens de berekende ratio 10 eenheden kortwerkende insuline binnen krijgen via de pen of pomp.
Hoe corrigeert u uw bloedsuiker?
Is uw bloedsuiker te hoog voor de maaltijd? Dan kunt u de correctiefactor gebruiken om de bloedsuiker weer naar een gezond niveau te brengen.
Hoe wordt de correctiefactor berekend?
100 : totale dagdosis insuline = correctiefactor
Bijvoorbeeld:
Totale dagdosis insuline = 38
Correctiefactor = 100:38 = 2.6
Dan zal met 1 eenheid insuline de bloedsuiker met 2.6 punten dalen.
Hoe telt u koolhydraten?
Om de koolhydraat-insuline ratio te gebruiken, moet u inschatten hoeveel koolhydraten er in uw maaltijd zitten. Dit kunt u op verschillende manieren te weten komen:
- De fabrikant moet op de verpakking zetten hoeveel koolhydraten per 100 gram of 100 ml er zitten in het product. Let er goed op of de hoeveelheid koolhydraten staat aangegeven per portie, per 100 gram of 100 per ml. Staat er in de tabel of op de verpakking hoeveel koolhydraten er zitten in een portie? Kijk dan of die portie hetzelfde is als de porties die u gebruikt. U kunt uw porties afwegen om dit te controleren.
- De Eettabel van het Voedingscentrum geeft voor een groot aantal voedingsmiddelen de samenstelling weer per portie. U kunt hier dus ook lezen hoeveel koolhydraten er zitten in een portie.
- Mijn Eetmeter van het Voedingscentrum is een app. Hierin kunt u onder andere zien hoeveel voedingsstoffen, koolhydraten en calorieën u binnenkrijgt. U kunt deze app gratis installeren op uw mobiele telefoon.
- De Fatsecret app is een gratis app die u meer vertelt over de totale voedingswaarde van een product.
- Koolhydraatkenner is een app met een koolhydratentabel. Voor deze app betaal u 1x. Daarna kunt u de lijst altijd en overal gebruiken.
- Carbs & Cals is een Engelstalige app en een boek. Met het boek en de app kunt u onder andere berekenen hoeveel koolhydraten u binnenkrijgt. Hier vindt u de app in de Apple Appstore, hier in de Google Playstore.
Meer over het tellen van koolhydraten leest u in onze informatie over koolhydraten en diabetes.
Hoe snel komen koolhydraten in uw bloed?
Dat hangt voor een deel af van de samenstelling van een product of gerecht. Bijvoorbeeld van hoeveel vet en vezels er zitten in het eten.
De invloed van vezels
In een plakje ontbijtkoek (20 gram) zitten bijvoorbeeld evenveel koolhydraten als in een volkoren boterham. Alleen zitten in een ontbijtkoek vooral suikers en weinig vezels. In de meeste gevallen worden de koolhydraten van de ontbijtkoek daardoor sneller opgenomen in uw bloed dan de koolhydraten in de volkoren boterham. De ontbijtkoek zorgt dus meestal voor een hogere en snellere piek in de bloedsuiker dan de volkoren boterham.
U kunt meestal beter koolhydraten eten met veel vezels. Het is dus meestal beter om een volkoren boterham te eten dan een ontbijtkoek. Alleen als uw bloedsuiker te laag is, kunt u het beste kiezen voor koolhydraten die snel in het bloed komen. Die helpen dan om uw bloedsuiker snel weer op een gezond niveau te krijgen.
De invloed van vetten
Zitten er meer vetten in een product of maaltijd? Dan kan dit ervoor zorgen dat de koolhydraten langzamer worden opgenomen in het bloed. Eten waarvoor dit geldt, zijn pasta, pannenkoeken, poffertjes en pizza. We noemen dit de ‘p-maaltijden’, omdat ze allemaal beginnen met de letter ‘p’.
Dient u voor een p-maaltijd de volledige hoeveelheid kortwerkende insuline toe? Dan kunt u misschien een hypo krijgen. Uw dietist kan u advies geven hoe u het beste om kunt gaan met p-maaltijden.
Wat doet u bij een hypo of hyper?
Uw bloedsuiker is uit balans als deze te laag of te hoog is. Is uw bloedsuiker te laag, dan heet dit een hypo. Bij een hyper is uw bloedsuiker te hoog.
Adviezen bij een hypo
Als uw bloedsuiker onder 4 mmol/l daalt, noemen we dit een hypo.
Bij een hypo kunt u last hebben van:
- honger
- wisselend humeur
- trillen
- duizelig zijn
- hoofdpijn
- zweten
- slecht zien
- moe zijn
- bleek zijn
U kunt een hypo krijgen als u uw insuline heeft gebruikt, maar
- niet eet
- erg weinig eet
- lang wacht met eten, of
- heeft overgegeven
Een hypo kan ook ontstaan bij (extra) beweging, zonder hierbij te eten.
Heeft u een hypo? Meet dan eerst uw bloedsuiker. Neem hierna snelle suikers zoals 6 glucosetabletten (dextro) of een glas zoete limonade. Dit helpt om de lage bloedsuiker snel weer hoger te krijgen, boven 4 mmol/l.
Meet na een kwartier nog eens de bloedsuiker om te zien of deze genoeg is gestegen.
Het is verstandig om altijd glucosetabletten, een blikje frisdrank van 150 ml of een pakje sap van 200 ml bij u te hebben.
Adviezen bij een hyper
Als uw bloedsuiker boven 10 mmol/l stijgt, noemen we dit een hyper.
Bij een hyper kunt u last hebben van:
- dorst
- een droge mond
- veel plassen
- moe zijn
- slaperig zijn
Een hyper kan ontstaan als u meer koolhydraten heeft gegeten dan u normaal doet of minder insuline heeft gebruikt. Ook stress, ziekte en koorts kunnen een hyper veroorzaken.
Heeft u een hyper? Meet dan eerst uw bloedsuiker. Neem hierna een aantal glazen water om uitdroging tegen te gaan. Blijf verder in beweging. Neem insuline als u dit heeft afgesproken met uw arts of diabetesverpleegkundige.
Waar moet u op letten bij sporten en beweging?
Sporten en beweging is goed voor uw conditie en gezondheid. Maar sporten en bewegen heeft ook invloed op uw bloedsuiker. Daarom brengt het ook uitdagingen met zich mee. Heeft u net gehoord dat u diabetes type 1 heeft? Dan is het verstandig om te wachten met intensief bewegen of sporten tot uw bloedsuikerwaardes stabiel zijn.
Sporten met diabetes type 1 is maatwerk. Per sport en zelfs per dag kan het anders zijn wat het sporten doet met uw bloedsuiker. Het is daarom belangrijk om voor, tijdens en zelfs uren na het sporten uw bloedsuiker te controleren.
Voor meer advies kunt u terecht bij uw diëtist, uw diabetesverpleegkundige en/of uw internist. Daarnaast kunt u meer informatie over sporten met diabetes vinden op de website van het Diabetesfonds.
Waar moet u op letten bij alcohol?
Voor mensen met diabetes geldt het advies: drink liever geen alcohol of maximaal 1 glas per dag. Het is verstandig om alleen te drinken als de bloedsuikers goed onder controle zijn. Als u insuline gebruikt, is het belangrijk om uw bloedsuiker goed te blijven controleren. Door de alcohol gaat de bloedsuiker namelijk na enkele uren omlaag.
U kunt na het drinken van alcohol ’s avonds ongemerkt een hypo krijgen terwijl u slaapt. Eet daarom bijvoorbeeld een volkoren boterham met hartig beleg op het moment dat uw bloedsuiker gaat dalen of voordat u gaat slapen.
Vragen over diabetes met kortwerkende insuline?
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u ons op de volgende manieren bereiken:
- U kunt van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur bellen met een diëtist van het ziekenhuis. U bereikt ons op telefoonnummer 088 979 28 30.
- U kunt ook een e-mail sturen naar dietetiek@haaglandenmc.nl. Vermeld in de e-mail uw HMC-patiëntennummer.
- U kunt uw diëtist verder vragen stellen via een e-consult op patiëntenportaal mijnHMC.