De TVT-O of TVT-operatie

Deze webpagina geeft informatie over de TVT-O en TVT operatie. TVT staat voor Tensionfree Vaginal Tape. De O staat voor foramen Obturatorius (=anatomische structuur waardoor de tape wordt aangebracht). Bij deze operatie krijgt de urinebuis een draagband van fijn ingeweven kunststof (niet oplosbaar) die de urinebuis bij drukverhoging ondersteunt. De operatie wordt steeds vaker toegepast bij inspanningsincontinentie.
Het verschil tussen de beide bandjes is de plaats waar het wordt aangebracht. Dit kan bij de onderbuik, of in de liezen. De keuze of een TVT-O of TVT gebruikt wordt, maakt de behandelend arts.

Lees meer

Translate instructions

Our website has a translation option, which works on desktop computers and laptops. Follow the instruction below to translate the text:

1. Select the text you want to translate with your mouse or touchpad.

2. Choose ‘Vertalen’ with your mouse or touchpad.

3. Select the language you prefer.

4. You can read and/or listen to the translated text.

5. If a text is long, you cannot translate it all at once. Translate the text in sections instead.

Specialismen en team

Afspraak en contact

Gynaecologie

HMC Antoniushove
HMC Bronovo en
HMC Westeinde
088 979 24 22
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur

HMC Gezondheidscentrum Wassenaar 088 979 72 45
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur

Contact per e-mail

Afspraak en contact

Polikliniek urologie

088 979 41 44
ma t/m vr van 08.00 tot 16.30 uur

Vragen of aanvragen van herhaalrecepten via E-consult in patientenportaal mijnHMC.

Ook kunt u ma t/m vr contact opnemen met de polikliniek Urologie

Ankers

Use quicklinks to navigate to sections of the page quickly

Over de TVT-O of TVT-operatie

Deze webpagina geeft informatie over de TVT-O en TVT operatie. TVT staat voor Tensionfree Vaginal Tape. De O staat voor foramen Obturatorius (=anatomische structuur waardoor de tape wordt aangebracht). Bij deze operatie krijgt de urinebuis een draagband van fijn ingeweven kunststof (niet oplosbaar) die de urinebuis bij drukverhoging ondersteunt. De operatie wordt steeds vaker toegepast bij inspanningsincontinentie.
Het verschil tussen de beide bandjes is de plaats waar het wordt aangebracht. Dit kan bij de onderbuik, of in de liezen. De keuze of een TVT-O of TVT gebruikt wordt, maakt de behandelend arts.

Wat is inspanningsincontinentie?

Inspanningsincontinentie is een vorm van urineverlies die voorkomt bij inspanning zoals tillen, sporten of springen. Men spreekt ook wel van stressincontinentie. Met ‘stress’ wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten of plotseling opstaan. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt. Doordat de urinebuis niet goed afgesloten blijft tot het moment dat u moet plassen, verliest u urine. De voornaamste oorzaak van stressincontinentie is een verzwakte bekkenbodem. De blaas zakt dan uit, de urinebuis wordt niet meer goed ondersteund en kan zich niet meer goed sluiten.

De operatie

Bij de TVT brengt de arts het draagbandje via de vagina in en zorgt ervoor dat dit achter het schaambeen langs onder de huid net boven het schaambeen uitkomt. Bij de TVT-O komt het bandje links en rechts in beide liezen uit (zie tekening). Het bandje wordt niet vastgemaakt omdat het door weerstand niet kan verschuiven en binnen korte tijd vergroeit met het weefsel eromheen.

Om ontstekingen te voorkomen, krijgt u tijdens de operatie een antibioticum. Bent u gevoelig voor een bepaald soort antibioticum, vertel dit dan voor de operatie, zodat de arts er rekening mee kan houden.

tvt.png

de TVT-O

De opname

De TVT-O en de TVT zijn kleine ingrepen. Als er geen complicaties zijn kunt u meestal dezelfde dag al naar huis. U komt nuchter op de afdeling.
Dat betekent dat u tot 6 uur van te voren niets mag eten en tot 2 uur van te voren niets mag drinken. U wordt dezelfde dag nog geopereerd.
Op de verpleegafdeling wordt u voorbereid op de operatie. U krijgt een operatiejasje aan en u krijgt pijnstillende medicijnen. De verpleegkundige van de afdeling brengt u naar de ruimte voor de operatiekamers: de holding. Na de operatie komt u op de verkoeverkamer.

Hierna wordt u opgehaald door de verpleegkundige van de verpleegafdeling totdat u fit genoeg bent om naar huis te kunnen. Aangeraden wordt om voor de terugreis naar huis iemand te regelen die u ophaalt met de auto of taxi.
Het wordt afgeraden om de dag van de operatie belangrijke zakelijke en/of financiële beslissingen te nemen.

Anesthesie tijdens de operatie

In overleg met de anesthesist wordt besloten met welke vorm van verdoving u geopereerd gaat worden. De anesthesist zal u adviseren welke vorm voor u het beste is. Gebruikelijk bij deze operatie is de ruggenprik, maar u kunt ook kiezen voor een algehele narcose.

Nazorg verpleegafdeling

Op de verpleegafdeling wordt u geobserveerd en verzorgd totdat u weer naar huis mag. De verpleegkundige van de afdeling komt u regelmatig controleren.

  • Als u pijn krijgt, kunt u pijnstilling krijgen.
  • Als eten en drinken goed gaat, mag het infuus verwijderd worden. U heeft tot 3 uur na de operatie bedrust. Hierna mag u op en gewoon lopen. U mag dan douchen.
  • Er wordt gekeken hoe u in de loop van de dag kunt plassen. Als u klachten heeft, moet u dit melden, bijvoorbeeld een gevoel van een volle blaas of incontinentie.
  • Na het plassen bepalen we 2x of er urine (plas) is achtergebleven in de blaas. Dit gebeurt met behulp van een echo. Als er te veel urine in de blaas lijkt te zijn, controleren we dit met een kleine katheter (slangetje in de blaas). Dit controleren doet geen pijn, maar kan wel even vervelend voelen.
    Gaat het plassen goed en is er niet te veel plas achtergebleven in de blaas? Dan mag u naar huis. Lukt dit niet meteen? Dan blijven we controleren met de katheter totdat u de blaas leeg genoeg kunt plassen.
    Blijft er nog te veel plas achter in de blaas als u naar huis gaat? Dan zal de verpleegkundige u aanleren hoe u zelf de blaas thuis kunt leegmaken met een katheter. Vaak hoeft u dit maar enkele dagen te doen. Daarna werkt uw blaas weer goed.

Herstelperiode thuis

De dag na de operatie wordt u door de verpleegkundige thuis gebeld of alles goed gaat. De periode na de operatie kan als vermoeiend worden ervaren. Ook kunt u in de eerste dagen na de operatie flink ‘’spierpijn’’ in de liezen ervaren. Last u gedurende 2 weken na de operatie een periode van rust in. Na 2 weken mag u in overleg met uw arts en uw bedrijfsarts uw werk en activiteiten uitbreiden. Na 4 weken komt u op de polikliniek voor controle. De behandelend arts kijkt of u goed bent genezen en controleert het bandje.

Leefregels

In de periode na de operatie tot aan de controleafspraak op de polikliniek gelden leefregels.
Na de operatie moet u rekening houden met de volgende zaken:

  • Het plassen

De eerste weken na de operatie hoeft u niet extra te drinken. Wel is het belangrijk regelmatig te plassen, ten minste 5 keer per dag. De eerste weken treedt soms nog ongewild urineverlies op. Ook kunt u tijdelijk meer aandrang voelen. Sommige vrouwen hebben het gevoel ‘over een weerstand’ te plassen. Dat gevoel verdwijnt later vanzelf.

  • Niet zwaar tillen

Het is belangrijk om niet zwaar te tillen: bij voorkeur geen kinderen tillen, geen zware boodschappentassen dragen en geen ander zwaar werk doen. Bespreek voor de operatie met de arts of het verstandig is extra hulp voor deze periode te regelen. Daarna kunt u uw gewone werkzaamheden gaandeweg hervatten.

  • En verder…

Direct na de operatie kunt u weer onder de douche. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding uit de vagina gestopt is. Gebruik geen tampons na de operatie en wacht met seksuele gemeenschap en sporten tot na de controle afspraak.

De kans van slagen

De kans dat het urineverlies helemaal verdwijnt, is ongeveer 86%. Bij 8% van de geopereerde vrouwen vermindert het urineverlies duidelijk, maar zij zijn niet helemaal droog. Bij 6% van de vrouwen helpt de operatie niet.
Bedenk dus dat er geen garantie op succes is.

Complicaties

De kans op complicaties bij een TVT-O of TVT operatie is klein én niet groter dan bij andere operaties bij inspanningsincontinentie. Complicaties zijn een bloeding of het per ongeluk beschadigen van de blaas. Deze complicaties komen gelukkig weinig voor.
Soms treedt na de operatie een blaasontsteking op, maar bij gebruik van antibioticum komt dit zelden voor. Het gebruik van het antibioticum, kan soms zorgen voor het ontstaan van een vaginale schimmelinfectie.

U merkt dit door jeuk. Ook plassen is dan vaak pijnlijk. Vraag in dat geval de (huis)arts om een medicijn. Spoel zo nodig tijdens het plassen met water uit een fles zodat het plassen minder pijn doet. Voorkom dat u de urine te lang ophoudt. Neem bij onverwachte gebeurtenissen zoals koorts, veel pijn, veel bloedverlies of niet goed kunnen uitplassen contact op met de behandelend arts.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp via telefoonnummer 088 979 23 80.

Tot slot

Met vragen en voor meer informatie kunt u contact opnemen via de contactgegevens bovenin deze pagina.