Chemoradiatie van de endeldarm
Bij endeldarmkanker kunnen we u behandelen met een combinatie van bestraling en chemotherapie (medicijnen). Dit heet chemoradiatie of chemoradiotherapie. Hier leest u meer over deze behandeling.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 43 34
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurgemeester Banninglaan 1, 2262 BA Leidschendam
BewegwijzeringLeidschendam
Ankers
Over chemoradiatie van de endeldarm
Bij endeldarmkanker kunnen we u behandelen met een combinatie van bestraling en chemotherapie (medicijnen). Dit heet chemoradiatie of chemoradiotherapie. Hier leest u meer over deze behandeling.
Belangrijk om te weten
|
Wat is endeldarmkanker?
De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm. Het is het stuk darm vóór de sluitspier en de anus. De endeldarm heet ook wel het rectum.
Heeft u endeldarmkanker? Dan heeft u een kwaadaardige tumor in de endeldarm. Endeldarmkanker heet ook wel rectumcarcinoom. Ieder jaar horen 4000 mensen in Nederland dat ze endeldarmkanker hebben.
Wat is chemoradiatie?
- De behandeling van endeldarmkanker kan voor iedere patiënt anders zijn. Het hangt er onder andere van af hoe groot de tumor is. Ook is de behandeling vaak anders als er wel of juist geen uitzaaiingen zijn van de kanker op andere plekken in uw lichaam. In uw situatie lijkt een lange serie bestralingen samen met chemotherapie de beste behandeling. Dit noemen we chemoradiatie of chemoradiotherapie.
- Bestraling heet ook wel radiotherapie. Bij bestraling bestrijden we een kankergezwel met straling. In HMC Antoniushove hebben we een modern bestralingscentrum.
- Bij chemotherapie geven we u medicijnen die kankercellen doden of de groei van kankercellen remmen. U krijgt chemotherapie in de vorm van tabletten.
- U krijgt een serie van 25 bestralingen in 5 weken. U neemt iedere dag waarop we u bestralen chemotherapie tabletten. U neemt de tabletten dus niet in het weekend. Deze tabletten zorgen ervoor dat de bestraling beter werkt. Het doel van de behandeling is de tumor kleiner maken. Daarna kunnen we de tumor met een operatie helemaal weghalen. Dit zorgt ervoor dat de kans kleiner wordt dat de tumor nog eens terugkomt.
- Na de behandeling van 5 weken wachten we 6 weken. In deze 6 weken werken de bestraling en de chemotherapie nog door. Na deze 6 weken onderzoeken we u. U krijgt onder andere een MRI-scan van het bekken. Bij de MRI-scan maken we foto’s van uw bekken met elektromagnetische straling.
- Na het onderzoek vertelt uw arts u wat het resultaat is van de chemoradiatie. Op basis hiervan stelt de arts u een behandeling voor. Het kan zijn dat we u snel opereren. Het kan ook dat we u voorstellen nog wat langer te wachten met de operatie. De chemoradiatie kan dan nog wat langer haar werk doen.
- Soms vindt de arts het nodig dat u voor de chemoradiatie een (tijdelijk) stoma krijgt. Een stoma is een opening van de darm in de huid voorop de buik. Uw ontlasting (poep) kan dan door de stoma uit uw lichaam gaan. U heeft een stoma nodig als de endeldarm voor de behandeling al bijna dichtzit en tijdens de behandeling verstopt kan raken.
- Uw arts kan uitleggen waarom chemoradiatie voor u de beste behandeling is. We laten het uw huisarts en eventuele andere behandelaren weten als u chemoradiatie krijgt.
Over de bestralingsafdeling
Waar is de bestralingsafdeling?
Uw bestraling gebeurt bij de afdeling Radiotherapie in HMC Antoniushove. Deze afdeling is op de begane grond van het ziekenhuis. U komt bij de afdeling Radiotherapie via de ingang aan Gruttolaan 18. U kunt ook via de hoofdingang van HMC Antoniushove naar binnen gaan. U volgt dan de rode route naar de afdeling Radiotherapie.
Taxivervoer
Kunt u niet met eigen vervoer of het openbaar vervoer naar het ziekenhuis komen? Vaak kunt u de kosten van een taxi (deels) declareren bij uw zorgverzekeraar. U kunt hierover meer informatie krijgen bij uw zorgverzekeraar.
Parkeren
Op het terrein van HMC Antoniushove hebben we enkele parkeerplaatsen voor patiënten die voor een bestraling komen. U kunt hier maximaal 30 minuten parkeren. U kunt zich ook voor de deur laten afzetten.
Op straat kunt u gratis parkeren, maar hier is het vaak druk.
Voor langere afspraken of als u overdekt wilt parkeren, kunt u gebruikmaken van onze parkeergarage.
Vervoer binnen het ziekenhuis
- Normaal gesproken komt u zelf naar de bestralingsafdeling. We komen u dus niet ophalen.
- Ligt u in het ziekenhuis en krijgt u bestraling? Dan regelen brengen wij u van de verpleegafdeling naar de bestralingsafdeling en weer terug.
- Zit u in een rolstoel en heeft u hulp nodig om naar de bestralingsafdeling te komen? De receptionisten in de centrale hal of bij de balie van de afdeling Radiotherapie regelen dit graag voor u.
- Op de bestralingsafdeling kunt u een rolstoel krijgen. Hiervoor heeft u een 1 euro munt nodig. Die munt krijgt u terug na gebruik.
Voorbereiding op de bestraling
Eerste gesprek
U krijgt eerst een afspraak met een radiotherapeut-oncoloog (bestralingsarts). De uitleg over de chemotherapie krijgt u tijdens een andere afspraak met de internist-oncoloog en/of de verpleegkundig specialist.
De afspraak met de radiotherapeut-oncoloog duurt 3 kwartier. Hij of zij geeft u uitleg over het bestralen van endeldarmkanker. De radiotherapeut-oncoloog doet een lichamelijk onderzoek en praat met u over:
- Hoelang de behandeling duurt
- Hoe vaak we u gaan bestralen
- Welke voorbereiding nodig is voor de bestraling
- De bijwerkingen die u misschien kan krijgen
- Wanneer we het resultaat van de bestraling kunnen meten
Stel gerust uw vragen. Blijf niet met onzekerheden of twijfels zitten. U mag altijd zelf kiezen of u de behandeling wilt krijgen of niet.
U krijgt veel informatie bij dit eerste gesprek. Het is daarom goed om iemand mee te nemen naar dit gesprek. Dan hoeft u niet alles zelf te onthouden.
Bekijk onze voorlichtingsvideo over uw eerste afspraak.
Waar bestralen we u?
Hieronder ziet u een overzichtsplaatje van het kleine bekken. Uw radiotherapeut-oncoloog kan u vertellen welk deel van het kleine bekken we bij u bestralen.
Kleine bekken vrouw
Kleine bekken man
CT-scan
Voor de eerste bestraling maken we een CT-scan. Dit betekent dat we een serie röntgenfoto’s maken van het gebied rond de endeldarm. Elke foto laat een plakje van uw lichaam zien. Als we die foto’s op elkaar stapelen, vormen ze samen een 3D-plaatje. Op de beelden kan de radiotherapeut-oncoloog precies aangeven welk gebied we gaan bestralen. Deze scan gebruiken we om het bestralingsplan te maken. Uw houding tijdens de CT-scan is daarom precies hetzelfde als later tijdens de bestralingen.
De bestralingsdeskundige brengt na de CT-scan tatoeagepuntjes aan op uw lichaam. De bestralingsdeskundige prikt hiervoor kleine druppeltjes inkt vlak onder uw huid. Deze puntjes geven aan hoe u bij de bestraling op de tafel moet liggen. Ze geven dus niet de plaats van de tumor aan. De puntjes zijn heel klein: ongeveer 1 millimeter. Ze gaan niet meer weg.
Bekijk onze voorlichtingsvideo over de CT-scan.
MRI-scan
Vaak gebruiken we naast de CT-scan een MRI-scan om te bepalen waar we u moeten bestralen. Bij een MRI-scan maken we foto’s met elektromagnetische straling.
Volle blaas
Voor de CT-scan, MRI-scan en iedere bestraling willen we graag dat u een volle blaas heeft. Een volle blaas duwt uw dunne darm tijdens de bestraling zoveel mogelijk uit het deel van uw lichaam dat we bestralen. U krijgt daardoor minder snel bijwerkingen door de bestraling.
Hieronder leggen we stap voor stap uit hoe u op het goede moment een volle blaas krijgt:
- Plas 1 uur voor de scan/bestraling helemaal uit
- Drink daarna 350 ml water
- Hierna mag u niet meer plassen!
Na de CT-scan, MRI-scan of bestraling mag u weer plassen.
Bestralingsplan
We maken een bestralingsplan na de CT-scan en eventueel de MRI-scan. Daarvoor gebruiken we alle informatie die we hebben verzameld. Het is belangrijk dat dit goed gebeurt. Dit kost wat tijd. U start daarom ongeveer 2 weken na de CT-scan met de bestraling. De eerste bestraling gebeurt op dezelfde dag waarop u ook voor het eerst chemotherapie krijgt.
De bestraling
U meldt zich voor de eerste afspraak bij de balie van de afdeling Radiotherapie in HMC Antoniushove. Een bestralingsdeskundige haalt u op uit de wachtkamer. Deze medewerker voert de bestralingen uit. Hij of zij geeft u nog kort wat informatie over de bestraling. Daarna gaat de bestralingsdeskundige met u naar de bestralingsruimte. U gaat daar op de behandeltafel liggen. Dit doet u in dezelfde houding als bij de CT-scan. Met behulp van de tatoeagepuntjes stellen de bestralingsdeskundigen het bestralingsveld in. Het is belangrijk dat u rustig en stil blijft liggen.
De bestralingsdeskundigen gaan daarna de ruimte uit. Eerst controleren we nog een keer of u goed ligt. Dit doen we met een CT-scanner die is gekoppeld aan het bestralingstoestel. Als het nodig is, kunnen we uw positie nog een beetje aanpassen. Op die manier zorgen we ervoor dat de bestraling zo precies mogelijk plaatsvindt. Hierna zetten we het bestralingstoestel aan. Tijdens de bestraling maakt het toestel een zoemend geluid. U hoort ook het aanzetten en uitzetten van het apparaat. De straling zelf ziet en voelt u niet. Het bestralen doet dus ook geen pijn.
U kunt via de intercom praten met de bestralingsdeskundigen. Zij kunnen u ook zien door camera’s. Is er iets aan de hand? Dan kunnen ze het toestel stoppen en naar u toekomen.
De hele behandeling duurt ongeveer een kwartier. Meestal bestralen we u vanuit meerdere kanten. Het apparaat draait dus om u heen. U blijft hierbij steeds in dezelfde houding liggen. Het toestel gaat automatisch uit als u genoeg bestraling heeft gehad. U kunt daarom nooit te veel straling krijgen.
Zoals eerder gezegd, is het voor iedere bestraling belangrijk dat u een volle blaas heeft.
Bekijk onze voorlichtingsvideo over de bestraling.
Bestralingstoestel
Plannen van de bestraling
U krijgt elke week vervolgafspraken mee. Wilt u op een bepaald dagdeel bestraald worden? Bespreek dit dan op tijd met de bestralingsdeskundige. Heeft u nog andere afspraken, in het ziekenhuis of privé? Geef die dan minstens een week van tevoren door. Wij proberen zoveel mogelijk rekening te houden met uw wensen. Lukt dat toch niet? Dan vragen we om uw begrip.
Bel de afdeling Radiotherapie als u denkt dat u niet bestraald kan worden. Bijvoorbeeld omdat u ziek bent of koorts heeft boven de 38 graden. We bespreken dan met u wat u het beste kunt doen. Als het kan, gaat de behandeling gewoon door.
U krijgt aan het einde van de bestralingen een afspraak mee voor de radiotherapeut-oncoloog op de polikliniek Radiotherapie. Deze afspraak is meestal 3 tot 6 weken na de laatste bestraling.
Voorbereiding op de chemotherapie
U krijgt afspraken met de internist-oncoloog en de verpleegkundig specialist Interne oncologie. Deze arts en verpleegkundig specialist weten veel over de behandeling van kanker met medicijnen. Tijdens de afspraken geven we u de belangrijkste informatie over de behandeling met de chemotherapie tabletten. U krijgt het medicijn capecitabine. Capecitabine remt de groei van kanker en zorgt ervoor dat de bestraling beter werkt.
Er is een kleine kans dat u extra gevoelig bent voor capecitabine. We doen hier een extra bloedonderzoek naar. Bent u extra gevoelig voor capecitabine? Dan passen we de dosis aan die u krijgt van dit medicijn.
U kunt al uw vragen over de chemotherapie tijdens de behandeling stellen aan de verpleegkundig specialist.
Innemen van de tabletten
U begint met het slikken van de capecitabine tabletten op de eerste dag waarop we u bestralen. Neem de tabletten ‘s morgens en ‘s avonds in, kort na het eten. Neem de tabletten alleen op dagen waarop we u bestralen. U neemt ze dus niet in het weekend.
Controles en afspraken
U heeft tijdens de chemoradiatie iedere week een afspraak met de radiotherapeut-oncoloog, internist-oncoloog of verpleegkundig specialist. Zij praten met u over hoe de behandeling gaat. Het gesprek gaat ook over de bijwerkingen waar u (misschien) last van heeft.
Heeft u vragen tussen de afspreken door? Stel ze dan aan de verpleegkundig specialist Interne oncologie of aan de bestralingsmedewerkers op de bestralingsafdeling.
Na de chemoradiotherapie
Op de dag van de laatste bestraling neemt u ’s ochtends en ’s avonds nog een keer de chemotherapie tabletten in. Daarna is de behandeling klaar. U heeft een rustperiode van ongeveer 6 weken. In die 6 weken heeft u wel nog controleafspraken.
De bijwerkingen van de chemoradiatie zijn niet direct weg. De klachten kunnen zelfs de eerste 2 weken nog erger worden. Vaak voelen patiënten zich ongeveer 4 weken na de chemoradiotherapie alweer een stuk beter. U houdt meestal het langst last van het moe zijn.
De bestraling en de chemotherapie werken na de behandeling nog een tijdje door. Na ongeveer 6 weken onderzoeken we u. We kijken dan hoe de tumor heeft gereageerd op de behandeling. Ook onderzoeken we of u geen nieuwe problemen heeft gekregen. De onderzoeken zijn een CT-scan van de buik en longen en een MRI-scan van het bekken. Ook maken we een foto van uw longen en onderzoeken we uw bloed. Alle onderzoeken gebeuren zoveel mogelijk op 1 dag.
Het hele team dat u behandelt bekijkt en bespreekt de onderzoeken. De chirurg bespreekt de onderzoeken daarna op de polikliniek met u. Deze arts vertelt u dan ook wat het advies is voor uw volgende behandeling. Meestal kunt u het beste een operatie krijgen.
Bijwerkingen van de chemoradiatie op korte termijn
U kunt tijdens de behandeling en de weken erna last krijgen van verschillende bijwerkingen. Hoe erg de bijwerkingen zijn, is bij iedereen verschillend. We vertellen u meer over de bijwerkingen tijdens de afspraken voor de behandeling.
Algemene bijwerkingen
U kunt tijdens de behandeling erg moe en slaperig zijn. Het kan ook zijn dat u geen zin heeft om te eten, of zelfs nergens zin in heeft. Dat u vaak naar het ziekenhuis moet, kan het extra zwaar maken voor u.
Bijwerkingen van de bestraling
Darmen
Het kan zijn dat u al problemen heeft met de ontlasting voor de behandeling begint. Door de behandeling kunt u meer last krijgen van krampen, erg moeten poepen en diarree.
Blaas
U kunt ook problemen krijgen bij het plassen als we u endeldarm bestralen. Meestal zijn die problemen niet zo erg. Misschien moet u vaker plassen en plast u steeds maar kleine beetjes. Het kan ook zijn dat u een branderig gevoel heeft. Doordat u vaker moet plassen, moet u misschien ook ’s nacht vaker uit bed. Deze klachten worden meestal 1 of 2 weken na de behandeling minder.
Haar
Door de bestraling kan uw schaamhaar tijdelijk uitvallen.
Huid
Bestralen we ook uw anus? Dan kunt u veel last krijgen van pijn en een kapotte huid. Heeft u hier last van? Laat dit dan weten aan de radiotherapeut-oncoloog. Die kan medicijnen voorschrijven die helpen tegen deze klachten. Meestal worden deze klachten 1 of 2 weken na de bestraling minder.
Bijwerkingen van de chemotherapie
Uw verpleegkundig specialist interne oncologie geeft u uitleg en adviezen over de mogelijke bijwerkingen van de capecitabine chemotabletten.
Bloedcellen
Soms maakt uw beenmerg tijdelijk minder bloedcellen aan. Daardoor kunt u moe worden. Maar u kunt hierdoor ook sneller een infectie en blauwe plekken krijgen.
Diarree
De slijmvliezen van de darm kunnen geïrriteerd raken. U kunt daardoor diarree krijgen.
Minder zin om te eten en misselijk zijn
Het kan zijn dat u (een beetje) misselijk bent door de chemotherapie. Misschien heeft u minder zin om te eten. Uw smaak kan ook veranderen door de behandeling.
Mond
Het slijmvlies van de mond kan soms ontstoken raken. U kunt daardoor blaasjes en pijn in de mond krijgen.
Hand-voet syndroom
Heel soms krijgt u door de medicijnen last van uw handen en voeten. De handpalmen of de voetzolen voelen dan branderig aan. Ook kan het zijn dat u daar niets meer voelt. Of uw handpalmen of voetzolen doen pijn, worden dik of worden rood. Uw huid kan verder droog worden en gaan jeuken.
We schrijven u een vette crème voor. Die crème helpt tegen deze klachten.
Pijn op de borst
Deze bijwerking komt weinig voor. Krijgt u na het starten met de chemotabletten pijn op de borst als u zich inspant? Neem dan contact met ons op.
Bijwerkingen van de chemoradiatie op lange termijn
U kunt ook een tijd na de behandeling nog last krijgen van bijwerkingen. Hieronder leggen we die bijwerkingen uit.
Huid
Uw huid kan wat donkerder van kleur blijven, voornamelijk op het stuitje. Soms genezen wondjes moeilijker op de plek die we hebben bestraald.
Blaas
Door de behandeling kan het zijn dat u vaker moet plassen. Ook plast u misschien maar steeds kleine beetjes. Het kan verder moeilijker zijn om de plas op te houden. Daardoor kunt u incontinent worden (in de broek plassen).
Darmen
Misschien moet u vaker naar het toilet en is de ontlasting (poep) dunner dan voor de behandeling. Ook krijgt u misschien problemen om uw ontlasting op te houden. Daardoor kunt u ‘natte winden’ laten of in de broek poepen.
Vruchtbaarheid en seks
De behandeling kan invloed hebben op de seks en vruchtbaarheid. De vaginawand kan tijdens de bestraling geïrriteerd raken en gevoelig zijn als u haar aanraakt. Bij vrouwen komt er tijdens bestraling van de endeldarm ook straling in de vagina, de baarmoeder en de eierstokken. Jonge vrouwen kunnen hierdoor eerder in de overgang raken, niet meer ongesteld raken of onvruchtbaar worden.
Bij mannen komt er tijdens de bestraling van de endeldarm ook straling in de prostaat, de zaadblaasjes en de teelballen. Hierdoor kun ze soms moeilijker een erectie krijgen of onvruchtbaar worden. Ook kan het orgasme anders zijn dan voor de behandeling. Misschien komt er geen zaad meer uit de penis (een ‘droog’ orgasme). Of het klaarkomen doet pijn.
Door de behandeling heeft u misschien ook minder zin in seks. Dit kan (voor een deel) komen doordat u erg moe bent.
Moe zijn en problemen met concentratie en geheugen
Na uw behandeling kunt u nog lang moe zijn. Ook kan het zijn dat u zich moeilijk kunt concentreren en dingen niet meer kan herinneren. U kunt ook psychische klachten krijgen. Misschien bent u bijvoorbeeld somber of heeft u geen zin om aan het werk te gaan.
Leefadviezen bij chemoradiatie
Heeft u last van bijwerkingen van uw behandeling? De betrokken artsen, verpleegkundig specialisten en bestralingsdeskundigen geven u graag advies. Bespreek uw vragen en klachten gerust met hen. U kunt dit doen tijdens uw afspraken in het ziekenhuis. Maar u kunt ook altijd contact opnemen met ons.
Hieronder staan enkele praktische adviezen die u kunnen helpen.
Adviezen om uw mond goed te verzorgen
- Het is belangrijk dat u uw mond goed verzorgt tijdens de behandeling. U kunt namelijk last krijgen van wondjes en blaasjes in uw mond. Spoel daarom in deze periode uw mond 4x per dag met water, zout water (een glas water met een mespuntje keukenzout) of kamillethee.
Adviezen voor het omgaan met chemotherapie
In de tijd dat u capecitabine slikt, zitten er steeds restjes van dit medicijn in uw zweet, plas, poep, sperma en braaksel. Dit duurt tot 3 dagen na het stoppen met de capecitabine-tabletten. Wij raden daarom het volgende aan:
- Ga bij het plassen op het toilet zitten. Dit voorkomt spatten of morsen.
- Zorg ervoor dat het toilet 1x per dag wordt schoongemaakt. Gebruik hiervoor een pH-neutraal schoonmaakmiddel, zoals een allesreiniger.
- Gebruik in deze periode tijdens het vrijen een condoom.
- U kunt gewoon contact hebben met uw naasten. Knuffelen of een zoen geven is niet gevaarlijk.
Adviezen over drinken
- Drink minstens 1,5 liter per dag. Doe dit niet als we u hebben gezegd dat u niet te veel mag drinken.
Adviezen over eten
- U kunt tijdens de behandeling gewoon blijven eten wat u gewend bent.
- Heeft u last van uw darmen? Wees dan voorzichtig met eten en drinken dat de darmen stimuleert. Bijvoorbeeld scherpe kruiden, maaltijden met veel vet, alcohol, dranken met koolzuur en eten waardoor u meer winden laat (bonen, kool, uien, prei, peulvruchten, knoflook en kauwgom).
- Neem eten met veel vezels.
- Eet en drink geen (sap van) grapefruit, mineola, pomelo, ugli, tangelo of sevilla.
- Gebruik geen sint-janskruid.
- Eet liefst geen rauw vlees, rauwe vis en rauwmelkse kazen (bijvoorbeeld eblochon kaas, Camembert au lait cru en brie de Coulommiers).
- Kijk voor meer informatie op de website www.voedingenkankerinfo.nl.
Adviezen over bewegen
- U kunt tijdens uw behandeling gewoon doen wat u normaal ook doet. Iets doen kan u afleiden van uw ziekte en de behandeling. Bent u erg moe? Dan kunt u het beste niet te veel doen.
- Probeer een balans te zoeken tussen actief blijven en rust nemen. Als het nodig is, kan uw arts of de verpleegkundig specialist Interne oncologie u hierover advies geven.
- Dagelijks wandelen is een goede manier om in conditie te blijven.
- U kunt ook een beweegprogramma volgen onder begeleiding van een fysiotherapeut. Vraag uw verpleegkundig specialist Interne oncologie naar informatie hierover.
Advies voor vrouwen: tampon met vaseline
- Na de bestraling kunnen er verklevingen van de vagina ontstaan. Wilt u dit voorkomen? Dan adviseren we u om vanaf 2 weken na de laatste bestraling regelmatig een tampon met vaseline in de vagina te doen. Smeer de tampon in met witte vaseline, die u kunt kopen bij de drogist/apotheek. Laat de tampon 2x per week 2 uur zitten. U kunt hiermee doorgaan tot 8 weken na de laatste bestraling.
Onze medewerkers
Voor, tijdens en na de behandeling ontmoet u verschillende medewerkers van HMC. Hieronder leest u wie dit zijn.
Maag-darm-leverarts (MDL)-arts
Dit is de arts die alle vooronderzoeken (zoals de colonoscopie) doet en u doorverwijst voor de behandeling.
Casemanager darmchirurgie
Dit is de verpleegkundige met wie u voor de start van de chemoradiatie kennismaakt. Na de behandeling komt u weer terug bij de casemanager. De casemanager darmchirurgie is uw vaste aanspreekpunt voor en na de chemoradiatie.
Oncologisch chirurg
Dit is de arts die de operatie doet en u in de toekomst onder controle houdt.
Bestralingsdeskundige
Dit is een medewerker op de afdeling Radiotherapie. De bestralingsdeskundige is speciaal opgeleid om de (voorbereidingen voor de) bestralingen te doen.
Radiotherapeut-oncoloog
Dit is arts die verantwoordelijk is voor de bestraling. Heet ook wel een bestralingsarts.
Internist-oncoloog
Dit is de arts die verantwoordelijk is voor de behandeling met medicijnen (chemotherapie).
Verpleegkundig specialist Interne oncologie
De verpleegkundig specialist Interne oncologie is medeverantwoordelijk voor uw behandeling met chemotherapie tabletten. De verpleegkundig specialist is uw vaste aanspreekpunt tijdens de chemoradiatie.
Wanneer moet u contact opnemen?
Twijfelt u over bepaalde klachten die u heeft? Dan kunt u altijd contact opnemen met uw verpleegkundig specialist Interne oncologie. U kunt uw vraag ook stellen aan de bestralingsdeskundigen van de afdeling Radiotherapie.
Neem dezelfde dag contact op bij deze klachten:
- koorts van 38,5°C of hoger
- koude rillingen
- als u lang bloedt (meer dan een koffiekopje bloed bij de ontlasting)
Neem na 1 dag contact op bij deze klachten:
- diarree (waterige ontlasting), meer dan 4x per dag
- overgeven, langer dan 1 dag veel en lang overgeven
- verstopping, langer dan 2 dagen geen ontlasting
- uitslag op de huid met veel pijn of jeuk
Contactgegevens
Afdeling Radiotherapie HMC:
088 979 23 57 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur)
Polikliniek Interne oncologie HMC/ Verpleegkundig Specialist Interne oncologie:
088 979 43 34 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur, voor spoed en overige vragen)
Verpleegafdeling oncologie:
088 979 45 10 (buiten kantoortijden (avond, nacht, weekend of op feestdagen), voor spoed)
Casemanager darmchirurgie:
088 979 46 32 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur)
Online informatie
Op de volgende websites kunt u meer informatie vinden over uw ziekte en behandeling:
www.kwf.nl
www.kanker.nl
www.verwijsgidskanker.nl
www.kankerenseks.nl
www.spks.nl (lotgenotencontact)
www.voedingenkankerinfo.nl
www.nfk.nl
www.inloophuishaaglanden.nl
www.kankerspoken.nl (voor en over kinderen die een ouder met kanker hebben)
Meer informatie over onze zorg bij kanker vindt u op onze Oncologiepagina.