Over operatie bij borstkanker
HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken intensief samen binnen het Universitair Kankercentrum Leiden - Den Haag (UKC). De belangrijkste reden hiervoor is dat we zo kennis en ervaring kunnen bundelen en de kwaliteit van de zorg verder kunnen verbeteren.
Belangrijkste punten van deze webpagina:
|
In overleg met uw arts is besloten dat u een borstoperatie zult ondergaan in het Universitair Kankercentrum (UKC), locatie HMC Antoniushove. Op deze webpagina leest u meer over de operatie, de voorbereiding op de operatie, de opname en de nazorg. De informatie is bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw chirurg en/of verpleegkundig specialist. De chirurg of verpleegkundig specialist bespreekt met u welke operatie(s) bij u uitgevoerd gaat worden.
Waarom een borstoperatie?
Kwaadaardige cellen hebben de neiging om in het omliggende weefsel te groeien en zich te verspreiden (uitzaaien). De behandeling van kanker is erop gericht om dit te voorkomen. Het doel van een operatie is om de kwaadaardige cellen te verwijderen uit het lichaam. Een tumor in de borst kan op verschillende manieren worden verwijderd: door een borstsparende operatie of door een borstamputatie. De borstoperatie wordt vaak gecombineerd met het verwijderen van één lymfeklier in de oksel (schildwachtklierprocedure) of alle lymfeklieren in de oksel (okselklierdissectie).
Soms is een operatie alleen niet voldoende, doordat er mogelijk kwaadaardige cellen zijn achtergebleven. Ook kan het zijn dat een operatie niet zinvol is, bijvoorbeeld omdat er sprake is van uitzaaiingen op andere plaatsen in het lichaam. In dat geval kunnen andere behandelingen worden ingezet: bestraling of systemische behandeling (bijvoorbeeld chemotherapie). Deze aanvullende behandelingen zijn gericht op het vernietigen van de kwaadaardige cellen of op het afremmen van het ongeremd delen van deze cellen. Meestal krijgt u een combinatie van bovenstaande behandelingen.
Opereren in het UKC, locatie HMC Antoniushove
HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken intensief samen op het gebied van borstkankerzorg binnen het Universitair Kankercentrum Leiden -
Den Haag (UKC).
Binnen het UKC is er een gespecialiseerd behandelteam van artsen en verpleegkundigen op het gebied van borstkanker. Het gespecialiseerde behandelteam bespreekt de resultaten van uw onderzoeken en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de operatie. Het kan zijn dat u niet door uw eigen chirurg zult worden geopereerd, maar door een andere chirurg uit dit gespecialiseerde team. Alle chirurgen van dit gespecialiseerde team werken volgens een uniforme methode, zodat een hoge kwaliteit gewaarborgd is.
De belangrijkste reden om de borstkankeroperaties te concentreren, is het verhogen van de kwaliteit. Een select aantal gespecialiseerde chirurgen voert de borstkankeroperaties uit. Uit onderzoek blijkt dat dit leidt tot minder complicaties en een betere kans op herstel. In het UKC wordt u op de dag van de operatie opgenomen op de verpleegafdeling Oncologische Chirurgie. Na de operatie blijft u opgenomen op dezelfde afdeling om te herstellen.
Voorbereiding op de operatie
Als voorbereiding op de operatie komt u allereerst naar het preoperatieve spreekuur. Ook dit vindt plaats in het UKC, locatie HMC Antoniushove in Leidschendam. Tijdens dit spreekuur worden de gegevens die van belang zijn voor de operatie verzameld en vastgelegd. Ook wordt alle informatie over de voorbereiding op uw operatie met u besproken.
Opname
U wordt twee dagen voor opname gebeld door de secretaresse van de verpleegafdeling en hoort dan waar u zich moet melden op de opnamedag. De verpleegkundige informeert u over de gang van zaken op de afdeling. Heeft u nog vragen over uw operatie? Aarzelt u dan niet om deze te stellen.
Kleding
Neemt u bij opname bovenkleding mee met een rits en/of knoopjes, zodat de kleding niet over uw hoofd aan- of uitgetrokken hoeft te worden. Het dragen van een sport bh (zonder beugels) heeft de voorkeur. Deze geeft extra steun na de operatie. Neemt u de speciale “prothese bh” mee wanneer u deze vooraf van de verpleegkundig specialist heeft gekregen.
Medicijnen
Voor uw gezondheid en uw veiligheid is het nodig dat u alle medicijnen die u thuis gebruikt in de originele verpakking meeneemt naar het ziekenhuis. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, bespreekt de chirurg of de anesthesist met u hoeveel dagen voor de operatie u moet stoppen met deze medicijnen. Is dit niet met u besproken of heeft u hier vragen over? Neemt u dan telefonisch contact op met de preoperatieve polikliniek van het UKC, locatie HMC Antoniushove via telefoonnummer 088 979 42 50.
Als u diabetes (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt, wordt er ’s ochtends voor de operatie een klein infuusnaaldje bij u ingebracht. Dit dient voor het aansluiten van een glucose-infuus. Ook wordt er een pompje aangesloten voor de continue insulinetoediening.
Eten en drinken
Voor deze operatie moet u nuchter zijn. “Nuchter zijn” betekent dat u voor de operatie niet mag eten en drinken. De anesthesist maakt met u tijdens het preoperatieve spreekuur de precieze afspraken over het nuchter zijn. Ook mag u niet meer roken vanaf het moment van opname.
Naar de operatiekamer
Een verpleegkundige brengt u in uw bed naar de voorbereidingskamer. Daar ontmoet u de anesthesist, die u onder narcose brengt. De operatie vindt plaats onder narcose (algehele anesthesie).
De operatie
De operatie wordt uitgevoerd door een oncologisch mammachirurg (gespecialiseerd in borstoperaties). Hij of zij wordt daarbij ondersteund door een operatieteam. De duur van de operatie is afhankelijk van het type en de omvang van de operatie. In sommige gevallen volgt aansluitend op de borstkankeroperatie, in dezelfde operatiesessie, een directe borstreconstructie door de plastisch chirurg.
Het operatieplan is vooraf vastgesteld aan de hand van alle onderzoeken die zijn gedaan voorafgaande aan de operatie. Desondanks zijn wijzigingen in het operatieplan niet altijd te vermijden. Mocht de operatie anders verlopen dan met u is afgesproken, dan informeert de chirurg u hierover na de operatie.
Weefselonderzoek na de operatie
Tijdens de operatie worden (een deel van) uw borstweefsel en één of meerdere okselklieren verwijderd. Na afloop van de operatie onderzoekt de patholoog uw borstweefsel en okselklier(en) verder in het laboratorium. Gemiddeld duurt dit weefselonderzoek een week. De chirurg bespreekt de uitslag met u tijdens de controleafspraak op de polikliniek.
Borstsparende operatie
Bij een borstsparende operatie wordt een snede gemaakt in de borst. Vervolgens verwijdert de chirurg de tumor met een randje omringend gezond weefsel. De snede wordt gehecht. Door het verwijderen van borstweefsel en het litteken kan de vorm en omvang van de borst veranderen. Ook de bestralingen kunnen de vorm en omvang van de borst veranderen.
Bestraling
Een borstsparende operatie vindt altijd plaats in combinatie met bestraling van de borst. Het doel van bestralen is om eventuele achtergebleven kwaadaardige cellen te vernietigen, zodat de kans op terugkeer van de ziekte in de borst zo klein mogelijk wordt.
Binnen het Borstcentrum zijn twee soorten bestralingen mogelijk:
- uitwendige bestralingen gedurende meerdere sessies (start ongeveer vier weken na de operatie);
- inwendige bestraling (IORT) tijdens de operatie.
De chirurg of verpleegkundig specialist heeft met u besproken welke bestraling voor u het meest geschikt is. Dit is afhankelijk van uw leeftijd, de tumorgrootte en het tumortype. De bestralingen vinden plaats op de afdeling Radiotherapie van HMC Antoniushove. Over de bestralingen zijn webpagina’s beschikbaar: “Radiotherapie” en “Eenmalige bestraling bij borstkanker”.
Borstamputatie
Bij een borstamputatie (ablatio/mastectomie) wordt de hele borst verwijderd, inclusief de tepel. Er wordt een litteken gemaakt vanaf het borstbeen naar de oksel. Soms is het nodig om ook een gedeelte van de borstwandspieren te verwijderen, zodat de tumor ruim wordt weggehaald. De snede wordt gehecht. Bestraling is vaak niet nodig na een borstamputatie. Of bestraling nodig is, is afhankelijk van de grootte van de tumor en de uitslag van het onderzoek na de operatie door de patholoog.
Schildwachtklieronderzoek
Borstkanker kan zich verspreiden naar de lymfeklieren in de oksel. Het is dus belangrijk dat de lymfeklieren worden onderzocht op tumorcellen. Als er geen tumorcellen worden gevonden, is er geen verdere behandeling van de oksel nodig. Tijdens de operatie wordt, wanneer dit niet voor de operatie al is gedaan, de schildwachtklier weggenomen en onderzocht.
Het onderzoek om de eerste lymfeklier te traceren waar de tumorcellen zich naartoe zouden verspreiden (de schildwachtklier), heet het schildwachtklieronderzoek. Tijdens dit onderzoek wordt de schildwachtklier getraceerd met behulp van een radioactief eiwit. Eventueel wordt er tijdens de ingreep een blauwe kleurstof in de borst gespoten. Die stroomt via de lymfebaan van de borst naar de schildwachtklier en kleurt de klier blauw. Door het radioactieve eiwit (en eventueel de blauwe kleur) is de schildwachtklier goed te herkennen en kan de chirurg deze verwijderen. De patholoog zal de schildwachtklier vervolgens onderzoeken. Soms worden er naast de schildwachtklier meerdere andere klieren verwijderd.
U hoeft niet bang te zijn voor bijwerkingen van de radioactieve vloeistof. De blauwe kleurstof die eventueel tijdens de operatie wordt gebruikt om de schildwachtklier op te sporen, verlaat via de natuurlijke weg uw lichaam. Daarom kan uw urine, ontlasting en eventuele braaksel gedurende de eerste dagen na de operatie groen/blauw van kleur zijn. Ook kan het gebied in uw borst waar de blauwe inkt is ingespoten enkele maanden blauw verkleurd blijven.
Verwijderen van okselklieren (okselklierdissectie)
Borstkanker kan uitzaaien naar de lymfeklieren in de oksel. Het kan zijn dat in uw geval uit onderzoek blijkt dat er uitzaaiingen zijn in de okselklieren. Er kan dan besloten worden dat het noodzakelijk is om alle okselklieren te verwijderen aan de kant van uw aangedane borst. Of dit nodig is, is afhankelijk van de grootte van de uitzaaiing(en) en hoeveel klieren er zijn aangetast. Het verwijderen van de okselklieren heet een okselklierdissectie. Bij een borstsparende operatie moet er vaak een aparte snede worden gemaakt in de oksel om de okselklieren te verwijderen. Bij een borstamputatie worden deze lymfeklieren verwijderd via het litteken op de borst.
Directe reconstructie
Het kan zijn dat met u is afgesproken om direct na de borstoperatie, in dezelfde operatiesessie, een borstreconstructie door de plastisch chirurg te laten doen. Het doel van deze operatie is om de vorm van de borst zo goed mogelijk te herstellen. Zie ook de webpagina “Directe borstreconstructie”. Er zijn verschillende mogelijkheden:
- Een “oncoplastische” reconstructie: dit is een behandeling in de vorm van een borstverkleining, direct volgend op de borstsparende operatie.
- Een directe reconstructie: hierbij wordt na de borstamputatie de vorm van de borst hersteld met behulp van een prothese.
Complicaties tijdens en na de operatie
Bij iedere operatie worden uitgebreide voorzorgsmaatregelen getroffen om de kans op complicaties te verminderen. Toch is geen enkele operatie zonder risico’s en kunnen er complicaties optreden. Complicaties die kunnen ontstaan, zijn vertraagde genezing van de operatiewond door infectie, een nabloeding en trombose (een bloedstolsel in een bloedvat in een been). Bij een infectie van de operatiewond kan de huid rond het litteken rood worden en pijn doen. Ook kunt u koorts krijgen. In geval van een wondinfectie heeft u mogelijk antibiotica nodig. Bij een nabloeding kan het noodzakelijk zijn u nogmaals te opereren om de stolsels te verwijderen en de bloeding te stelpen. Bij trombose heeft u medicijnen nodig die het bloed dunner maken.
Mogelijke complicaties bij een borstoperatie:
- Stijve arm en schouder: door de operatie kan de beweeglijkheid van uw arm en schouder aan de geopereerde kant minder worden. U krijgt daarom oefeninstructies mee. Zie hiervoor de webpagina “Bewegen na een borstoperatie”. Meestal kunt u na een paar maanden uw arm en schouder weer vrijwel normaal bewegen.
- Hematoom: na de operatie kunt u een blauwe plek (hematoom) voelen en soms zien in de borst. Deze blauwe plek is ontstaan tijdens de operatie en verdwijnt meestal volledig na een paar weken.
- Harde of stugge huid: wanneer u bestraald bent tijdens de operatie, kan de operatieplek hard of stug aanvoelen. Dit is normaal. Normaal gesproken wordt dit gevoel na verloop van tijd minder.
- Seroomvorming: vaak hoopt, als gevolg van de operatie, zich wondvocht (seroom) op in het wondgebied. Is deze vochtophoping zo groot dat er bij u sprake is van erge pijn of een sterke bewegingsbeperking? Dan kan deze via een naald aangeprikt en weggezogen worden.
Mogelijke complicatie bij een okselklierdissectie:
- Dikke arm (lymfoedeem): wanneer bij de operatie uw okselklieren zijn verwijderd, wordt het lymfevocht vanuit die arm minder gemakkelijk afgevoerd. Hierdoor kunt u een dikke arm krijgen. Dit kan in de periode na de operatie optreden, maar ook na een langere periode. U kunt voor lymfoedeem worden behandeld door de fysiotherapeut of huidtherapeut.
- Pijnlijke streng in oksel en/of arm: ophoping van lymfevocht en bloedcellen kan leiden tot pijn in de oksel en/of arm. Dit voelt aan als een “streng” onder de huid. Hiervan kunt u hinder ondervinden bij het bewegen van uw arm. Indien nodig kan een fysiotherapeut of huidtherapeut u hierbij helpen.
- Onprettig gevoel: na het verwijderen van de okselklieren heeft u mogelijk last van een prikkelend, dof of pijnlijk gevoel aan de binnenkant van de bovenarm en de zijkant van de borstkast. Bij het uitvoeren van een okselklierdissectie is het vaak onvermijdelijk of zelfs noodzakelijk om de zenuw door te snijden die tussen de okselklieren doorloopt. Daardoor kunnen deze klachten ontstaan. Dit gevoel wordt na enige tijd minder (hinderlijk), maar is wel blijvend.
Mogelijke complicaties bij een reconstructie met prothese:
- Infectie van de prothese: als er een lichaamsvreemd materiaal (de prothese) in het lichaam wordt achtergelaten, is de kans op infectie bij deze operatie iets groter dan bij andere ingrepen. Treedt er een infectie rond de prothese op? Dan zal in vele gevallen de prothese verwijderd moeten worden. Pas nadat het lichaam weer tot rust is gekomen (gemiddeld na 12 weken), wordt er opnieuw een prothese ingebracht. De kans dat deze complicatie zich voordoet, is veel groter bij vrouwen die roken en/of last hebben van overgewicht.
- Kapselvorming: een complicatie die specifiek na het inbrengen van een prothese kan optreden, is kapselvorming. Dit gebeurt dan meestal op de lange termijn. Het lichaam maakt altijd een kapsel van bindweefsel aan rondom de prothese. Dit kapsel is meestal soepel en niet voelbaar. Bij een kleine percentage van de patiënten gaat het kapsel op den duur actief worden en groeien. Dit kan tot gevolg hebben dat de borst hard en pijnlijk wordt. De prothese moet worden vervangen als dat het geval is. De kans dat deze complicatie zich voordoet, is veel groter bij vrouwen die roken.
Opname na de operatie
Na de operatie komt u eerst bij op de verkoeverkamer (uitslaapkamer). Ondertussen belt de chirurg met uw contactpersoon om te vertellen hoe de operatie is verlopen. Nadat u bent bijgekomen, gaat u terug naar de verpleegafdeling.
Slangetjes in uw lichaam
Na de operatie heeft u verschillende slangetjes in uw lichaam. Deze worden in overleg met de arts verwijderd. Het betreft de volgende slangetjes:
- Infuus: via de infuusnaald in uw arm kunnen vocht en medicijnen worden toegediend.
- Drain: het kan zijn dat er door de (plastisch) chirurg is besloten om een drain in uw borst achter te laten. Door dit slangetje kan bloed en wondvocht weglopen uit het operatiegebied. De drain blijft maximaal drie dagen zitten. Het verwijderen is doorgaans niet pijnlijk. U kunt ook met een drain naar huis. Dan wordt de drain verwijderd op de polikliniek door de verpleegkundig specialist (of op de afdeling Chirurgie in het weekend).
Antistolling
Om de vorming van bloedstolsels in uw vaten (trombose) tegen te gaan, krijgt u tijdens de opname dagelijks een injectie in uw buik van fraxiparine. Als u bekend bent bij de trombosedienst, wordt deze op de hoogte gebracht van uw ontslag. U kunt dan na ontslag weer verdergaan met uw gebruikelijke antistolling.
Wie komt er bij u langs
- Chirurg en/of de verpleegkundig specialist: waar mogelijk komt de oncologisch chirurg en, indien van toepassing, de plastisch chirurg aan het einde van de middag bij u langs op de afdeling. Hij/zij vertelt u dan hoe de operatie is verlopen. Als dit niet mogelijk is, dan informeert de zaalarts of de verpleegkundig specialist u hoe de operatie is verlopen.
- Zaalarts: voor ontslag komt de zaalarts bij u langs. Blijft u één of meerdere nachten opgenomen op de verpleegafdeling? Dan komt de zaalarts dagelijks bij u langs om te kijken hoe het met u gaat.
- Verpleegkundige: de verpleegkundige zal regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur meten. Ook zal zij u helpen bij de dagelijkse verzorging en het uit bed komen, wanneer dat nodig is.
- Verpleegkundig specialist: waar mogelijk komt de verpleegkundig specialist voor en/of na de operatie bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en of er nog vragen zijn.
Prothese bh
Op de afdeling kijkt de verpleegkundige samen met u naar een geschikte prothese voor in de prothese bh.
Ontslag
Afhankelijk van de soort operatie en uw herstel wordt de duur van de opname bepaald. Soms gaat het om een dagopname, soms blijft u één of meerdere nachten in het ziekenhuis. De zaalarts beslist, in overleg met de chirurg, wanneer u naar huis kunt. Voor u naar huis gaat, heeft u een ontslaggesprek met de afdelingsverpleegkundige. Zij geeft u adviezen voor thuis.
Type operatie | Opnameduur | |
Borstkankeroperatie |
|
|
Borstreconstructie |
|
|
Adviezen
Uw lichaam heeft tijd nodig om te herstellen van de operatie. Het is mogelijk dat u de eerste dagen na het ontslag nog duizelig bent van de narcose of dat u pijn heeft aan het litteken. De zaalarts en/of afdelingsverpleegkundige nemen met u door welke activiteiten u wel en nog niet mag ondernemen (zie ook de webpagina: Adviezen na een borstoperatie).
Het is handig als iemand u de eerste drie dagen na ontslag kan helpen in de huishouding of bij het doen van boodschappen. Het is mogelijk om zelf huishoudelijke hulp te regelen via de gemeente. Wanneer blijkt dat u meer zorg nodig heeft na ontslag uit het ziekenhuis, kan een medewerker van het Transferpunt deze zorg voor u regelen.
Adviezen na een borstoperatie
- Na de operatie zit er vaak een huidkleurige hechtpleister op de wond. Die mag blijven zitten tot het eerstvolgende polibezoek. Ook kan het voorkomen dat er geen pleister op de wond is geplakt.
- U mag dagelijks kort douchen. Ga de eerste vier weken na de operatie niet in bad/zwembad.
- Rook niet, zowel vóór als de eerste zes weken na de operatie. Roken vergroot de kans op complicaties en is slecht voor de genezing van de wond.
- Na een borstamputatie: draag de speciale prothese bh minimaal een week, 24 uur per dag. Hierna mag de bh in de nacht uit.
- Na een borstsparende operatie, al dan niet met bestraling: draag de meegebrachte sport bh minimaal een week, 24 uur per dag. Hierna mag de bh in de nacht uit.
- U mag de arm niet hoger heffen dan schouderhoogte (= 90 graden).
Adviezen na verwijderen van de okselklieren
- Belast de arm aan de geopereerde zijde de eerste weken niet meteen te zwaar. Breid de armoefeningen die u meekrijgt bij ontslag geleidelijk uit. Zie ook de webpagina Bewegen na ween borstoperatie).
- Voorkom een dikke arm (lymfoedeem) door te letten op insnoeringen of hoge druk aan de arm (strakke bh, schoudertas), door overbelasting van de arm tegen te gaan (niet veel/lang tillen) en door extreem hoge en lage temperaturen te vermijden.
- Voorkom wondjes aan uw arm aan de geopereerde zijde. Dit in verband met infectiegevaar door een verslechterde lymfeafvoer. Draag handschoenen bij werken in de tuin, wees voorzichtig met insectenbeten en neem als u op reis gaat antibiotica mee om eventuele infecties snel te kunnen bestrijden. Heeft u toch een wondje? Ontsmet het dan goed met betadine, jodium of sterilon.
Adviezen na een reconstructie met prothese
- Belast uw borstspieren de eerste zes weken na het plaatsen van de prothese niet. De prothese is namelijk onder uw spier geplaatst en het wondbed is relatief groot. Dit moet herstellen. Kortom, niet tillen (ook geen kind), geen autorijden, geen zware huishoudelijke taken verrichten, geen boodschappentassen dragen, etc.
- De plastische chirurg geeft u instructies over het dragen van een bh.
Contact opnemen
Ervaart u klachten of maakt u zich zorgen? Op werkdagen tussen
08.30 - 17.00 uur kunt u contact opnemen met uw casemanager of uw behandelend arts via de polikliniek, telefoonnummer 088 979 47 80.
De eerste 48 uur na ontslag neemt u bij vragen die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag contact op met de afdeling Oncologische Chirurgie via telefoonnummer 088 979 44 25 (24 uur per dag bereikbaar).
Wanneer u Spoedeisende Hulp (SEH) nodig heeft, kunt u terecht in HMC Westeinde. De SEH van HMC Westeinde is bereikbaar via telefoonnummer 088 979 23 80.
Neemt u de eerste 30 dagen na de operatie direct contact op als:
- U koorts heeft boven 38,5° C;
- Het wondgebied toenemend rood, warm en opgezwollen wordt;
- U plotseling toenemend kortademig wordt;
- Uw been rood, dik, gezwollen en/of pijnlijk wordt (dit kan wijzen op een trombose).
Afspraak voor controle
Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u eventuele recepten voor medicijnen mee. Er is voor u een controleafspraak gemaakt bij de oncologisch chirurg of verpleegkundig specialist. Deze vindt binnen twee weken plaats in het Borstcentrum van het UKC, locatie HMC Antoniushove.
In de tussenliggende periode onderzoekt de patholoog uw borstweefsel en eventuele okselklieren die tijdens de operatie verwijderd zijn. Het gespecialiseerd behandelteam bespreekt daarna of, en zo ja, welke vervolgbehandeling(en) nodig zijn.
Tijdens het polibezoek vertelt de chirurg of verpleegkundig specialist u de uitslag van het weefselonderzoek. Hij of zij bespreekt het verdere behandelbeleid met u. De chirurg of verpleegkundig specialist bekijkt ook of het litteken goed geneest. Wanneer u een directe reconstructie heeft ondergaan, krijgt u ook een controle-afspraak bij de plastisch chirurg.
Meer informatie
Voor meer informatie over de operatie bij borstkanker kunt u terecht op de volgende websites:
- www.borstkanker.nl: website Borstkankervereniging Nederland;
- www.kwf.nl: website KWF Kankerbestrijding.