Over bewegen na een borstoperatie
In deze informatie vindt u tips en oefeningen om gezond te bewegen na een borstoperatie. Bewegen draagt bij aan een sneller herstel en verkleint de kans dat u problemen krijgt met bewegen.
U heeft een borstoperatie gehad. Hierdoor kunt u uw arm minder goed bewegen. Soms is pijn de oorzaak. Wellicht bent u angstig om te bewegen. Als u weinig beweegt, kan het bewegen van uw schouder echter steeds moeilijk worden.
Bewegen is gezond
Als u tijdens en na de behandeling van borstkanker genoeg beweegt, levert dat verschillende positieve effecten op, bijvoorbeeld:
- Bewegen is goed tegen de vermoeidheid, slaapstoornissen en misselijkheid die u ervaart na de behandeling.
- Bewegen helpt om de gewichtstoename te beperken, die ontstaat door behandelingen als hormoontherapie en chemotherapie.
Blijf bewegen
Blijf genoeg bewegen, ook na de behandeling. Enkele tips:
- Ga dagelijks een half uur stevig wandelen of fietsen.
- Neem de trap in plaats van de lift.
- Laat de auto staan en pak de fiets of ga te voet.
- Ga sporten. Kies een sport die u leuk vindt. Zo houdt u het sporten het beste vol.
- Gebruik uw arm actief bij uw dagelijkse activiteiten. Blijf daarbij binnen uw eigen pijngrens.
Fysiotherapie
Heeft u een borstamputatie ondergaan of zijn uw okselklieren verwijderd? Maak dan eerst een afspraak met een gespecialiseerd fysiotherapeut. Deze adviseert u over de beste manier van bewegen. Vraag uw casemanager naar een gespecialiseerd fysiotherapeut of oedeemtherapeut. U kunt ook een oedeemtherapeut bij u in de buurt vinden via www.verwijsgidskanker.nl. Zoek op ‘oedeemtherapeut’ en uw postcode.
Wanneer moet u contact opnemen?
Neem bij de onderstaande klachten contact op met uw casemanager:
- Zwelling en roodheid van de arm
- Koorts
- Verminderde kracht en/of gevoel in de arm
- Pijn in de arm
- Bewegingsangst
- De arm of hand niet meer goed kunnen gebruiken
Uw casemanager beoordeelt uw medische situatie en verwijst u zo nodig door.
Oefeningen
Algemeen
- Bouw de oefeningen voor de schouder en arm aan de geopereerde zijde rustig op.
- Probeer maximaal te bewegen, maar blijf binnen de pijngrens.
- Ga bij elke oefening goed rechtop staan of zitten.
- Voer de oefeningen niet verend uit.
Korte oefeningen
Voer de volgende oefeningen vijf keer per dag uit. Herhaal elke oefening tien keer.
Oefening 1
- Adem rustig toe in en uit.
- Adem naar de buik toe.
Oefening 2
- Leg uw kin op de borst.
- Beweeg uw hoofd naar links met uw kin op de borst.
- Beweeg uw hoofd naar rechts met uw kin op de borst.
Oefening 3
- Maak een vuist.
- Knijp drie seconden.
Oefening 4
- Beweeg uw pols op en neer.
Oefening 5
- Maak een vuist terwijl u uw elleboog buigt.
- Strek daarna uw elleboog en uw hand.
Oefening 6
- Trek uw schouders op.
- Houd dit drie seconden vast.
- Ontspan de schouders daarna weer.
Langere oefeningen
Voer de volgende oefeningen drie keer per dag uit. Herhaal elke oefening tien keer. Zit rechtop bij iedere oefening.
Oefening 1
- Strek uw armen.
- Beweeg uw gestrekte armen voorwaarts omhoog.
- Beweeg niet verder dan uw pijngrens.
Als uw okselklieren zijn verwijderd, geldt het volgende in de eerste week:
- Strek uw armen.
- Als u wilt, kunt u uw handen ineenslaan tijdens de oefening.
- Beweeg uw gestrekte armen voorwaarts omhoog.
- Beweeg uw handen niet hoger dan uw schouders (uw armen steken recht vooruit).
- Beweeg uw armen terug naar beneden.
- Na één week mag u de armen boven de schouders bewegen, maar niet verder dan uw pijngrens.
Oefening 2 tot en met 5 mag u doen vanaf de tweede week na de operatie:
Oefening 2
- Sla uw handen ineen achter de rug
- Strek uw armen.
- Beweeg uw armen gestrekt naar achter.
- Blijf goed rechtop zitten.
Oefening 3
- Leg uw handen in uw nek.
- Beweeg uw ellebogen naar achteren.
- Beweeg uw ellebogen vervolgens naar elkaar toe.
Oefening 4
- Ga met de rug tegen de muur zitten of staan.
- Strek uw armen langs uw zij.
- Beweeg beide armen gestrekt zijwaarts omhoog.
- Beweeg uw armen weer naar beneden.
Als uw okselklieren zijn verwijderd, geldt het volgende in de eerste week:
- Ga met de rug tegen de muur zitten of staan.
- Strek uw armen langs uw zij.
- Beweeg beide armen gestrekt zijwaarts omhoog.
- Beweeg uw handen niet hoger dan uw schouders.
- Beweeg uw armen terug naar beneden.
- Na één week mag u de armen boven de schouders bewegen, maar niet verder dan uw pijngrens.
Oefening 5
- Leg uw handen zo laag mogelijk op uw rug.
- Schuif uw handen over de rug zo ver mogelijk omhoog.