Over behandeling met zoledroninezuur tegen botuitzaaiingen. Behandeling bij kanker
Uw internist-oncoloog heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor behandeling met bisfosfonaat zoledroninezuur, een medicijn dat ook bekend is onder de merknaam Zometa. Deze behandeling voorkomt complicaties als gevolg van uitzaaiingen in het bot.
Wat gebeurt er in uw lichaam?
Omvorming van het bot is een proces dat voortdurend plaatsvindt in uw lichaam. Het houdt in dat uw lichaam oud bot vervangt door nieuw bot. Hierbij zijn twee soorten cellen actief:
- osteoblasten: cellen die bot aanmaken
- osteoclasten: cellen die bot afbreken
Onder normale omstandigheden werken beide soorten cellen even hard en is het proces van aanmaken en afbreken van bot in balans. Door uitzaaiingen in de botten raakt dit proces uit balans en bestaat de kans op botbreuken en meer calcium in het bloed.
Werking van zoledroninezuur
Het medicijn zoledroninezuur, een zogenoemd bisfosfonaat, remt de osteoclasten die het bot afbreken en draagt zo bij aan de balans tussen botopbouw en botafbraak. Zoledroninezuur voorkomt ernstige botcomplicaties die ontstaan door uitzaaiingen in de botten, zoals botbreuken. Daarnaast verlaagt zoledroninezuur de hoeveelheid calcium in het bloed, wanneer deze te hoog door de aanwezigheid van een tumor.
Toediening via infuus
Uw internist-oncoloog bepaalt hoe vaak u een behandeling met zoledroninezuur krijgt. Meestal is dit één keer in de drie maanden. We dienen zoledroninezuur toe via een infuus. De behandeling duurt ongeveer dertig minuten en vindt plaats op de dagbehandeling van de afdeling Oncologie/Hematologie.
Mogelijke bijwerkingen
Vaak voorkomend
Gemiddeld één op de tien mensen krijgt last van:
- griepachtige klachten met koorts, koude rillingen, hoofdpijn, vermoeidheid, zwakte, slaperigheid, bot-, gewrichts- of spierpijn, spierkramp, spierstijfheid, misselijkheid en braken.
- Deze klachten treden vooral op na de eerste en tweede toediening en kunnen enkele dagen aanhouden.
- oogslijmvliesontsteking, ofwel conjuctivitis, wat zorgt voor rood, jeukend en geïrriteerd oogwit
- vermindering van de nierfunctie
Soms voorkomend
- Gemiddeld één op de honderd mensen krijgt last van:
- een ernstige kaakbotontsteking, ofwel osteonecrose van de kaak
- een onregelmatige hartslag
- een allergische reactie
Maatregelen vóór de start van de behandeling
- Bestaat er twijfel over de gezondheid van uw gebit en kaak? Laat uw tandarts dan uw gebit controleren. Hij kan beoordelen of uw gebit in goede staat is en of wij u veilig kunnen behandelen met zoledroninezuur.
- Geef uw tandarts de brief die u van uw arts of verpleegkundig specialist heeft ontvangen. Deze brief gaat over het gebruik van zoledroninezuur.
Maatregelen tijdens de behandeling
Zorg dat u voldoende vitamine D en calcium binnenkrijgt. Deze stoffen zijn noodzakelijk tijdens uw behandeling met zoledroninezuur. De internist-oncoloog adviseert u om vier keer per dag producten met veel calcium te eten, zoals zuivel of kaas. Als u te weinig vitamine D of calcium binnenkrijgt, schrijft de arts u calcium- of vitamine D-tabletten voor.
Controles tijdens de behandeling
Gebitscontrole
Vóór iedere behandeling met zoledroninezuur informeert uw arts of verpleegkundig specialist naar de toestand van uw gebit. Als u problemen met uw gebit heeft, gaat de behandeling niet door. Denk aan een ontstoken tand, een pijnlijke kies of een tandvleesontsteking. Ook als u binnenkort een grote tandheelkundige ingreep heeft, gaat de behandeling niet door. Bij gebitsproblemen is er namelijk een te groot risico dat u door de toediening van zoledroninezuur een ernstige kaakbotontsteking krijgt.
Bloedonderzoek
Vóór iedere behandeling met zoledroninezuur, nemen we bloed bij af. Dit doen we om te onderzoeken of uw nierfunctie goed is en of u voldoende calcium en vitamine D in uw bloed heeft.
Adviezen van uw arts
- Start twee uur vóór de start van de behandeling met zoledroninezuur met het innemen van tabletten paracetamol. Neem drie tot vier keer per dag 1000 milligram paracetamol. Doe dit gedurende drie dagen. Hiermee voorkomt u griepachtige klachten als gevolg van de behandeling met zoledroninezuur.
- Drink vóór en na de behandeling met zoledroninezuur één tot twee glazen water.
- Zorg dat u uw gebit goed verzorgt. Zo verkleint u de kans op een ernstige kaakbotontsteking.
- Poets uw tanden na iedere maaltijd en voor het slapen gaan.
- Bezoek elk halfjaar uw tandarts of mondhygiënist.
- Heeft u problemen met uw mond of gebit, zoals loszittende kiezen of tanden, pijn of zwelling, of niet genezende zweren in uw mond? Laat het weten aan uw arts, verpleegkundig specialist en tandarts.
- Heeft u binnenkort een tandheelkundige ingreep? Laat uw tandarts dan van tevoren weten dat u een behandeling met zoledroninezuur krijgt.
- Heeft u binnenkort een grote tandheelkundige ingreep? Bijvoorbeeld een verwijdering van tanden of kiezen, het plaatsen van implantaten, een wortelkanaalbehandeling of een tandvleesoperatie. Vraag uw tandarts dan om preventief antibiotica voor te schrijven rond de ingreep. Daarmee voorkomt u een ernstige kaakbotontsteking.
- Laat uw tandarts weten dat u een behandeling met zoledroninezuur heeft gehad, ook na de laatste behandeling. Vertel dit vóór elk bezoek aan de tandarts, tot twee jaar na de laatste behandeling. Zoledroninezuur blijft namelijk nog lang in uw botten zitten.
- Als u een kunstgebit draagt: zorg dat dit goed past.
- Als u rookt: stop met roken. Roken vergroot de kans op een ernstige kaakbotontsteking.
Meer informatie
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan tijdens kantoortijden contact op met uw verpleegkundig specialist via telefoonnummer 088 979 43 34.