Onderzoek met lichaamsmateriaal
Ankers
Door wetenschappelijk onderzoek te doen met lichaamsmateriaal, kunnen we de zorg steeds blijven verbeteren.
Restmateriaal
Om te onderzoeken welke ziekte u heeft, nemen we soms lichaamsmateriaal bij u af. Bijvoorbeeld bloed, urine (plas) en lichaamsweefsel. Wat overblijft van het lichaamsmateriaal, noemen we ‘restmateriaal’. Dit restmateriaal bewaren we. We gebruiken het om de diagnose te controleren als u met nieuwe klachten naar het ziekenhuis komt. Hebben we genoeg restmateriaal? Dan kunnen we een deel hiervan gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek en medisch onderwijs. Meestal bewaren we bloed en urine voor kortere tijd en lichaamsweefsel voor langere tijd.
Anoniem onderzoek
Niemand kan zien dat het restmateriaal van u is als we het gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek of onderwijs.
Onderzoek met schriftelijke toestemming
Is het voor wetenschappelijk onderzoek wél nodig dat de onderzoeker weet van wie het restmateriaal is? Dan vraagt uw arts schriftelijke toestemming aan u voor het gebruik van uw lichaamsmateriaal. Dit doet uw arts voor het onderzoek van het restmateriaal begint.
Bezwaar maken
Heeft u vragen over onderzoek met uw lichaamsmateriaal? Dan kunt u deze stellen aan uw behandelend arts.
Wilt u niet dat wij het restmateriaal anoniem gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek? Dan kunt u dit ook laten weten aan uw behandelend arts. Uw keuze heeft geen gevolgen voor uw behandeling. U krijgt gewoon de zorg die u nodig heeft.
Bezwaar namens wilsonbekwame patiënt of kind
Bent u de vertegenwoordiger van een wilsonbekwame patiënt? Of bent u de ouder of voogd van een kind jonger dan 16 jaar? Dan kunt u namens hem of haar bezwaar maken tegen het gebruik van hun restmateriaal voor onderzoek. Kinderen tussen 12 en 16 jaar kunnen ook zelf bezwaar maken.