‘Eenvoudige taal betekent niet dat je kinderachtig praat met de patiënt’
1 op de 4 mensen in Den Haag heeft moeite met lezen en schrijven. Rosetta Leiendecker weet als geen ander wat dit betekent: ook als je als patiënt een ziekenhuis bezoekt. “Artsen vertellen in het Latijn wat je hebt. Kan dat niet in het Nederlands, denk ik dan.”
“’Kip zonder kop.’ Ik vond het ergste als ze me zo noemden. Want dan zeiden ze eigenlijk dat ik niet kon denken.” Rosetta werd als kind gepest op school, door leerlingen én door leerkrachten. Waarom dat gebeurde, wist ze niet. “Pas later bedacht ik dat het misschien kwam omdat het te snel ging voor mij op school. Ik schreef op wat ik kon, maar ik kon het eigenlijk niet bijbenen.”
Ommekeer
Toen Rosetta volwassen was en zelf kinderen had, kocht ze bewust voorleesboekjes met veel plaatjes. “Ik verzon gewoon zelf een verhaal bij de plaatjes, zodat ik niet echt hoefde te lezen.” Ook in andere situaties deed Rosetta alles om te verbergen dat ze niet goed kon lezen, schrijven en rekenen. “In de winkel deed ik net alsof ik het bonnetje nakeek. En op mijn werk lachte ik maar een beetje mee als mijn collega’s lachten. Ik schaamde me zo erg dat mijn man het nooit heeft geweten.”
Rosetta moest veel weerstand overwinnen voordat ze terug in de schoolbanken kroop. “Ik wilde niet nog een keer meemaken wat ik had meegemaakt. Maar ik heb toch doorgezet. Want ik wilde mijn kleinkinderen wél echt kunnen voorlezen.” Na een paar mislukte pogingen klikte het op een school in Rijswijk. “Ik zat dicht bij de deur, zodat ik meteen kon weggaan als het me niet zou bevallen. Maar de juf klonk vriendelijk en uit de verhalen van mijn klasgenoten bleek dat ik niet de enige was die moeite had met lezen en schrijven. Zo is de ommekeer gekomen.”
Moeilijk praten
Ziekenhuizen als HMC kunnen nog winst boeken in het omgaan met laaggeletterde patiënten, vindt Rosetta. “De afspraakbrief van het ziekenhuis las ik vroeger bijna niet. Te veel informatie. Ik keek alleen naar de datum, de tijd en de afdeling waar ik moest zijn. En dan vroeg ik het daarna toch nog aan de balie. Want ik vind het ziekenhuis echt een doolhof van gangen, liften en kamers.” Bijsluiters zijn niet aan Rosetta besteed. “Die staan vol moeilijke woorden en er is veel te veel tekst. Ik ben erg blij dat ze bij de apotheek nu duidelijk vertellen wat je moet doen.”
Ze vindt dat de artsen vaak erg moeilijk praten. “Dan vertellen ze in Latijn wat je hebt. Kan dat niet in het Nederlands, denk ik dan. Toch zeg ik meestal: ‘Oké, dat is goed.’ Ook als ik het niet begrijp. Ik vind dat zo’n dokter boven me staat en wil niet dom lijken. Dat gevoel heb ik nog steeds, ondanks dat ik terug naar school ben geweest.”
Niet kinderachtig
Rosetta heeft een paar tips hoe we het in het ziekenhuis makkelijker kunnen maken voor patiënten als zijzelf. ”Leg in de spreekkamer rustig uit aan een patiënt wat die heeft, zonder moeilijke woorden”, begint ze. “Geef ook niet te veel informatie in één keer. Vertel de belangrijkste dingen en zet de rest in een brief. Of laat een filmpje zien dat het op een eenvoudige manier uitlegt.” Belangrijk is volgens Rosetta om aan het einde van het gesprek vriendelijk te vragen aan de patiënt of die het begrepen heeft. “Leg het nog een keer rustig uit als dat niet zo is. Eenvoudige taal betekent trouwens niet dat je kinderachtig praat met de patiënt. Doe het op dezelfde toon waarmee je met iedere volwassene praat.”
Prachtige vlinder
Rosetta is inmiddels taalambassadeur bij wervingscampagne Doe Weer Mee! van de Taal+ school van ROC Mondriaan (zie kader). Ook heeft ze 2 boeken geschreven: 1 over haar jeugd, het andere over haar eerste jaren weer op school. Een derde boek is in de maak. “Dat wordt een kinderboek over mijn leven. Kinderen kunnen dan lezen en zien hoe een hardwerkende rups uiteindelijk een prachtige vlinder wordt.” Ze gunt anderen dezelfde ontwikkeling die ze zelf heeft meegemaakt. “Het is goed als mensen bijvoorbeeld een flyer kunnen meenemen in het ziekenhuis. Ze zullen er misschien niet direct iets mee doen. Maar als ze er klaar voor zijn, weten ze waar ze terecht kunnen om beter te leren lezen en schrijven.”
Week van lezen en schrijven
Van 8 t/m 15 september is het de Week van lezen en schrijven. Deze week besteden we in HMC aandacht aan laaggeletterdheid en het belang van duidelijke taal. We delen in het ziekenhuis onder andere cijfers, tips en tricks over (omgaan met) laaggeletterdheid. Ook houden we een workshop over dit onderwerp.
Over Doe Weer Mee!
HMC werkt samen met Doe Weer Mee! Zo vragen we de taalambassadeurs van dit initiatief regelmatig om onze patiëntencommunicatie onder de loep te nemen. De taalambassadeurs zijn allemaal zelf laaggeletterd geweest.
Doe Weer Mee! richt zich op volwassenen die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of werken op de computer. Daardoor kunnen zij niet helemaal meekomen in onze samenleving. Doe Weer Mee! verwijst hen naar cursussen en doorbreekt het taboe rondom laaggeletterdheid. Zo zijn er speciale cursussen ‘Taal op de werkvloer’ voor medewerkers van Haagse bedrijven en organisaties die moeite hebben met de eerdergenoemde basisvaardigheden. Daarnaast verzorgt Doe Weer Mee! voorlichting, trainingen en taaladvies om organisaties beter te laten omgaan met laaggeletterdheid.
Meer weten? Mail naar doeweermee@rocmondriaan.nl.