Parvovirus B19
| Onderdeel van | Serologisch onderzoek bij congenitale infectie (in combinatie met CMV, HSV, Rubella, Toxoplasma en T. pallidum) |
|---|---|
| Ziektebeeld of Behandeling |
|
| Apart aanvragen? | ja |
| Klinische informatie | symptomen |
| Methode |
|
| Materiaalsoort | Serologie: serumPCR: EDTA plasmaBij zwangeren met verdenking op non-immuun hydrops foetalis: serum, foetaal serum, vruchtwater, foetale ascites |
| Hoeveelheid benodigd materiaal |
|
| Bewaar-/transportcondities | Om een optimale leefbaarheid van de micro-organismen te behouden, is het aanbevolen om het materiaal zo snel mogelijk naar het laboratorium te transporteren. Tot aan het transport wordt het materiaal koel bewaard gedurende maximaal 48 uur. |
| Frequentie onderzoek |
|
| Duur onderzoek |
|
| Referentie/interpretatie van het onderzoek | Antistoffen (IgM en IgG) zijn aantoonbaar dag 7 van de ziekte of dag 1 na ontstaan van het exantheem. IgM blijft enkele maanden aantoonbaar, IgG levenslang.Fout-positief IgM onderzoek komt voor bij andere acute exantheemziekten als mazelen en rubella. Parvovirus infectie kan geassocieerd zijn met productie van rheumafactor en tot fout-positieve serologie in andere assays leiden. Bepalen van de virale load kan in die gevallen de specificiteit van de positieve IgM ophelderen. Een positieve PCR is bewijzend voor infectie. |
| Bijzonderheden | PCR onderzoek wordt extern verricht. |
Materiaal
Steriel potje (60 ml)
Stolbuis met gel
EDTA buis