Epstein-Barr virus (EBV)
Ziektebeeld of Behandeling | Het bekende klinisch beeld (mono-nucleosis) bij een primo-infectie is: moeheid, koorts (oplopend in de eerste week, verdwenen na 2 tot 4 weken), pharyngitis en lymfadenopathie. Daarnaast komen vaak voor: splenomegalie, hepatomegalie en leverfunctiestoornissen. Bij jonge kinderen verloopt de infectie meestal asymptomatisch of er zijn atypische verschijnselen zoals exantheem, granulocytopenie of een longontsteking (interstitiële pneumonie). EBV kan reactiveren in immuungecompromiteerden. | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klinische informatie | Symptomen, screening. | ||||||||||||||||
Methode |
|
||||||||||||||||
Materiaalsoort |
|
||||||||||||||||
Hoeveelheid benodigd materiaal |
|
||||||||||||||||
Bewaar-/transportcondities | Om een optimale leefbaarheid van de micro-organismen te behouden, is het aanbevolen om het materiaal zo snel mogelijk naar het laboratorium te transporteren. Tot aan het transport wordt het materiaal koel bewaard gedurende maximaal 48 uur. Plasma voor virale load moet <24 uur op het laboratorium zijn. | ||||||||||||||||
Frequentie onderzoek |
|
||||||||||||||||
Duur onderzoek |
|
||||||||||||||||
Referentie/interpretatie van het onderzoek | Primo-infectie: Voor het aantonen van een primo-infectie met EBV wordt geadviseerd serologie te verrichten: EBV VCA-IgM, EBV VCA-IgG en EBV NA-IgG in serum.
|
||||||||||||||||
Bijzonderheden | PCR voor EBV wordt extern verricht. |
Materiaal
Stolbuis met gel
Liquorbuis