Filmen van (medische) aanvallen thuis

Over filmen van (medische) aanvallen thuis

Heeft u, uw kind of naaste last van bijvoorbeeld aanvallen van epilepsie, wegrakingen, bewegingsstoornissen, schokken, schudden of tics? Dan vraagt uw arts soms om deze aanvallen te filmen. Zo begrijpt de arts beter wat er gebeurt tijdens een aanval. Hieronder leest u meer over het filmen en de vragen die u kunt stellen tijdens het filmen.

Tips voor het filmen

• Zorg er eerst voor dat de persoon die de aanval krijgt zichzelf geen pijn kan doen.
• Zorg er dan voor dat de persoon goed in beeld is. Houd uw mobiele telefoon of andere camera horizontaal, zodat u een liggende opname maakt. Probeer soms in te zoomen op lichaamsdelen waarmee iets gebeurt tijdens de aanval. Bijvoorbeeld armen of benen die een schokkende beweging maken. Zoom niet de hele tijd in, want de arts wil ook zien of andere delen van het lichaam mee bewegen.
• Het is belangrijk dat er genoeg licht is in de kamer waar u filmt. Film met uw rug naar het licht toe. Film dus niet tegen de zon in of in de richting van een lamp of het raam.

Welke vragen kunt u stellen terwijl u filmt?

Stel tijdens het filmen enkele korte en simpele vragen en geef enkele simpele opdrachten. Dat helpt om samen met de beelden meer te weten te komen over het soort aanval. Ook laat het de veranderingen in het bewustzijn zien tijdens en na de aanval. Vragen die u kunt stellen en opdrachten die u kunt geven, zijn:

• Kijk naar mij
• Hoe heet je?
• Waar ben je?
• Raak je neus eens aan? (Niet voordoen!)
• Wat is dit? (Laat een voorwerp zien dat in de buurt ligt)
• Hoeveel vingers steek ik op?
• Kijk naar links/Kijk naar rechts.
• Steek je linkerarm op/Steek je rechterarm op

Blijf deze vragen en opdrachten herhalen tot de aanval voorbij is en de persoon die u filmt weer normaal reageert.

Hoe maakt u een verslag van de aanval?

Vertel tijdens het filmen hardop wat u ziet en hoort. Vertel bijvoorbeeld:

• als er veranderingen zijn in de kleur van het gezicht
• hoe de ogen staan
• of de persoon die de aanval heeft zweet, geluiden maakt of anders ademt
• of de persoon goed antwoord geeft op de vragen

Schrijf als dat kan ook na de aanval op wat er is gebeurd tijdens de aanval. Schrijf zoveel mogelijk details op. Noteer in ieder geval:

• de datum van de aanval
• hoe laat de aanval is
• de omstandigheden van de aanval (bijvoorbeeld tijdens het slapen of als de persoon actief is)
• hoe lang de aanval duurt

Op deze manier krijgt de arts zoveel mogelijk informatie over de aanval.

Wat doet u met de beelden en de andere informatie?

Wij vragen u de beelden en wat u hierover opschrijft mee te nemen bij de eerstvolgende afspraak met uw arts.

Deze tekst is (met toestemming) gebaseerd op de flyer ‘Filmen en testen van aanvallen thuis’ van SEIN, expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde.