Hoe was je dag?

We vragen het aan kinderlongarts Marije van den Beukel

Translate instructions

Our website has a translation option, which works on desktop computers and laptops. Follow the instruction below to translate the text:

1. Select the text you want to translate with your mouse or touchpad.

2. Choose ‘Vertalen’ with your mouse or touchpad.

3. Select the language you prefer.

4. You can read and/or listen to the translated text.

5. If a text is long, you cannot translate it all at once. Translate the text in sections instead.

Kinderlongarts Marije van den Beukel

In deze rubriek stellen we de vraag ‘hoe was je dag?’ aan een specialist in ons ziekenhuis. Dit keer sluiten we de dag af met kinderlongarts Marije van den Beukel. “Ik kan als kinderarts vaak echt iets betekenen. De meeste kinderen die ik zie, worden beter.”

Hoe was je dag?

“Heel afwisselend. Geen dag is hetzelfde. Vandaag had ik longspreekuur en behandel ik kinderen met luchtwegklachten en -infecties. Ik ben naast kinderlongarts ook gewoon kinderarts en zie op andere dagen ook kinderen met andere medische problemen, zoals groeiproblemen of buikpijn. Verder heb ik supervisie op de kinderafdeling, wat betekent dat ik samen met basisartsen kinderen op de verpleegafdeling behandel die in het ziekenhuis liggen. Ik begeleid ook jonge artsen bij hun opleiding. Zij willen later bijvoorbeeld kinderarts, huisarts of jeugdarts worden. Het opleiden is ontzettend leerzaam voor ons allemaal en ook heel leuk, die interactie tijdens onderwijsmomenten. Verder kan het zijn dat ik op zo’n dag ook naar de Spoedeisende Hulp (SEH) moet om daar kinderen te zien. Daarnaast doen we als kinderartsen avond- en nachtdiensten. Ik heb dan dienst samen met een anios (arts-assistent). Samen moeten we alles doen: van het opvangen van een baby die een moeilijke start heeft bij de geboorte, tot een kind met een epileptische aanval op de SEH of een benauwde patiënt op de afdeling die achteruit gaat. We zijn dus echt een team tijdens de dienst. Mijn werk is dus heel afwisselend en dat vind ik ontzettend leuk.”

Waarom ben je kinderarts geworden?

“Als kinderarts kijk ik naar het hele kind. Ik kan in principe alle kindergeneeskundige problemen behandelen, en dat vind ik heel interessant. Ook maken de verschillende leeftijden het heel afwisselend. Het ene moment onderzoek ik een baby of stel een bange peuter gerust en het andere moment motiveer ik een schijnbaar ongeïnteresseerde puber om zijn medicijnen in te nemen.”

“Daarnaast zijn kinderen ontzettend veerkrachtig. Ik zag tijdens mijn opleiding al wat het met een kind doet als hij of zij zich iets beter voelt en een behandeling aanslaat. Je merkt het direct: ze willen weer spelen, kijken weer vrolijk uit hun ogen. Ik kan als kinderarts dus vaak ook echt iets betekenen. De meeste kinderen die ik zie, worden beter.”

Waarom ben je je daarna nog gaan specialiseren in de kinderlongen?

“Longproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben grote invloed op de gezondheid en het leven. Door heftige astma kunnen kinderen bijvoorbeeld niet meedoen met sportles of ze slapen slecht. Astma is goed te behandelen, en we kunnen dus veel voor kinderen betekenen.”

“Ook vind ik het heel leuk om me in één onderwerp verder te verdiepen. Ik kan nu vraagbaak zijn voor mijn collega’s op het gebied van kinderlongziekten en meedenken bij ingewikkelde casussen. Andere collega’s weten bijvoorbeeld weer meer van allergie, van problemen met hormonen of van het psychosociale deel van de kindergeneeskunde. Zo vullen we elkaar aan.”

Je bent de laatste tijd als kinderlongarts in de media aan het woord, omdat kinderen door vapen soms met ernstige longproblemen in het ziekenhuis belanden. Hoe is de situatie nu?

“Onlangs hebben we vanuit de Sectie KinderLongziekten (SKL) en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) een meldpunt opgericht om meer zicht te krijgen op problemen door vapen. Voor het meldpunt ben ik het eerste aanspreekpunt, dus de meldingen komen in principe bij mij binnen. We brengen hiermee in kaart hoe vaak klachten door vapen voorkomen, en welke klachten er kunnen zijn. We zien bijvoorbeeld niet alleen klachten van de longen door het vapen, maar ook klachten zoals hoofdpijn, misselijkheid, of minder goed kunnen meedoen met sport. Ook psychische problemen waaronder angstklachten en depressie komen vaker voor bij kinderen en jongeren die vapen. Voor de ernstige problemen, waarbij bijvoorbeeld ziekenhuisopname nodig is, hopen we ook meer te weten te komen over de precieze oorzaak van de klachten en de effecten van behandeling. De problemen die zich voordoen én de mogelijke oplossingen, maken we met elkaar inzichtelijk.”

Welke patiënten blijven je bij?

“Verschillende patiënten blijven mij bij. Soms is dat iemand die medisch gezien iets interessants heeft. Laatst hielpen mijn collega’s en ik een grote jongen met longontsteking. Er zat vocht en zelfs pus in de borstkas. Dat kan heel vervelend zijn en soms ook tot complicaties leiden. We maken dan samen de afweging hoe we hem het beste kunnen helpen. Uiteindelijk kozen we voor antibiotica via een infuus, en hebben we hem een operatie kunnen besparen. Die afweging van alle voor en tegens van de verschillende medische behandelingen vind ik heel interessant.”

“Maar ik haal ook veel voldoening uit de ‘gewone dingen’, zoals de jongen van 8 jaar die ik zag tijdens het spreekuur met benauwdheidsklachten. Hij vertelde dat hij niet meer lekker kon stoeien met papa, omdat hij het dan erg benauwd krijgt. En dat heel hard lachen ook moeilijk is. Hij bleek astma te hebben en ik schreef hem inhalatie-medicatie voor. Ik zag hem na drie maanden weer en vroeg hoe het ging. Stralend vertelde hij dat het veel beter gaat en hij gewoon weer kan stoeien met zijn vader. Hij steeg zowat op van trots toen hij dat vertelde. Medisch gezien was dat een ‘makkelijke casus’, maar ik vind het heel fijn om te zien dat het weer goed gaat met een kind.”