Botbreuken
In het HMC Traumacentrum behandelen we veel patiënten met gebroken botten. Een gebroken bot heet ook wel een fractuur. Lees hier meer over botbreuken.
Specialismen en team
Afspraak en contact
HMC Antoniushove 088 979 42 86
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
HMC Bronovo
HMC Westeinde
HMC Gezondheidscentrum Wassenaar
088 979 43 59
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
Ankers
Over botbreuken
In het HMC Traumacentrum behandelen we veel patiënten met gebroken botten. Een gebroken bot heet ook wel een fractuur. Lees hier meer over botbreuken.
Hoe ontstaan botbreuken?
Botten zijn stijf, maar ze buigen of ‘wijken’ wel iets als er een kracht van buitenaf op komt. Als deze kracht stopt, komt het bot weer in de oorspronkelijke vorm en positie.
Bijvoorbeeld: u valt vooruit en komt terecht op uw uitgestrekte hand. De botten van uw pols krijgen een schok als u de grond raakt. De botten van de hand, pols en arm kunnen deze schok meestal opvangen. Dit doen ze door licht te wijken en daarna hun oorspronkelijke vorm en positie weer aan te nemen. Maar als de kracht te groot is, breken de botten. Net zoals een plastic liniaal breekt als u hem te ver doorbuigt.
Welke soorten botbreuken zijn er?
De kracht die de botbreuk veroorzaakt en de stevigheid van het bot bepalen meestal hoe ernstig een botbreuk is. In minder ernstige gevallen kan een bot scheuren in plaats van helemaal breken. In ernstige gevallen kan het bot zelfs verbrijzelen. Dat kan gebeuren als de kracht heel groot is, bijvoorbeeld bij een botsing met de auto.
Soms breekt het bot zo erg, dat er delen van het bot door de huid heen steken. Of loopt de wond tot op het bot. In deze gevallen zeggen we dat u een ‘open’ botbreuk heeft. Doordat de huid open is, kunnen er infecties komen in de wond en in het bot. Daardoor zijn open botbreuken vaak ernstig. ‘Gesloten’ botbreuken komen vaker voor. Daarbij steken er geen delen van het bot door de huid heen.
Hoe merkt u dat u een bot heeft gebroken?
U merkt dat u een botbreuk heeft als:
- u het lichaamsdeel niet kunt bewegen waarin het bot zit
- u pijn heeft bij het bewegen van het lichaamsdeel
- het lichaamsdeel met het gebroken bot een rare vorm heeft
- het lichaamsdeel dik wordt
Als we u onderzoeken, kijken we of u last heeft van deze tekenen van een fractuur.
Wat zijn risico’s en complicaties bij een botbreuk?
Een complicatie is een medisch probleem wat soms gebeurt. Bij een gebroken bot kunt u te maken krijgen met de volgende medische problemen en risico’s:
- Beschadiging aan de bloedvaten: Patiënten die een bot breken, kunnen ook schade hebben aan de aderen en slagaderen die om het bot heen zitten. Hierdoor kunt u bloedingen krijgen. Maar ook de doorbloeding onder de breuk kan minder goed worden. Soms heeft u een operatie nodig, waarbij we de beschadigde (slag)ader repareren.
- Compartimentsyndroom: Patiënten met ernstige botbreuken kunnen last krijgen van het compartimentsyndroom. Hierdoor stroomt er minder bloed naar spieren en zenuwen. Het compartimentssyndroom komt het meeste voor in de benen en de onderarmen. Als we niets doen aan uw klachten, dan kunt u blijvende schade oplopen. We letten goed op of er signalen zijn van het compartimentsyndroom. Als u een compartimentsyndroom heeft, moeten we u altijd opereren.
- Schade aan de zenuwen: Patiënten met botbreuken kunnen ook schade oplopen aan de zenuwen die bij deze botten zitten. Soms wordt de zenuwschade na een tijd weer minder.
- Diep-veneuze trombose (DVT): Hierbij heeft u een bloedprop in een bloedvat in het been of het bekken. Door deze bloedprop kan het bloed niet meer goed doorstromen. U kunt trombose krijgen door het ongeluk zelf. Maar ook doordat u te weinig kunt bewegen na het ongeval. We geven de meeste patiënten medicijnen om trombose te voorkomen.
- Longembolie: Bij een longembolie zit een bloedprop in een bloedvat van een long. Deze bloedprop is ontstaan in het been of het bekken en doorgeschoten naar de long. Als u een longembolie heeft, dan moeten we u snel behandelen.
- Infectie: Als u een bot breekt, loopt u meer risico op een infectie. Bij open breuken is dit risico groter dan bij gesloten breuken. Door een infectie herstelt u vaak minder snel. We moeten u bij een infectie (opnieuw) opereren. Ook geven we u bij een infectie medicijnen (antibiotica).
- Longontsteking: Als u niet uit bed kunt komen door uw botbreuk, krijgt u sneller een longontsteking. Als u een longontsteking krijgt, dan behandelen we die met medicijnen (antibiotica). U kunt helpen om longontsteking te voorkomen door regelmatig te hoesten en diep adem te halen. Ook is het belangrijk dat u uit bed gaat en beweegt zodra dat kan. We zullen u hierbij helpen.
- Zwelling en blaren: U kunt last krijgen van blauwe plekken en zwellingen rond het gebroken bot. Door de arm of het been waarin de breuk zit hoog te houden en/of te koelen, kunt u iets doen tegen de zwellingen. Heeft u te veel zwellingen of blaren? Dan moeten we uw operatie soms uitstellen.
Hoe geneest een gebroken bot?
Een botbreuk geneest in 3 fases:
- ontstekingsfase
- herstelfase
- remodelleringsfase.
Hieronder vertellen we meer over deze fases.
Ontstekingsfase
Deze fase begint meteen als het bot breekt. De eerste 2 weken nadat uw bot gebroken is, stuurt het lichaam genezende cellen op het bot af. Hierdoor groeit het bot weer aan elkaar met behulp van bindweefsel.
Herstelfase
Na de ontstekingsfase begint de herstelfase. Deze fase duurt meestal 6 weken, maar kan ook langer duren. Is er bij het ongeval veel kracht uitgeoefend op het bot? Bijvoorbeeld door een val van grote hoogte of een ongeluk met een auto of motor? Dan kan de herstelfase wel 16 weken duren.
In het begin van deze fase begint het lichaam nieuw weefsel te vormen. Dit weefsel dient als de ‘bouwstenen’ van het bot. Later in de herstelfase maakt het lichaam nieuw bot. Aan het einde van deze fase heeft het lichaam de breuk hersteld met nieuw botweefsel. Het bot is dan sterk genoeg om uw gewicht te dragen. U kunt dan ook weer dingen gaan doen. De breuk is aan het eind van de herstelfase genezen. Maar het duurt nog een tijd voor u echt helemaal genezen bent.
Remodelleringsfase
Als de breuk genezen is, kunt u nog steeds zien waar het bot gebroken was. Na het repareren van het bot, wil uw lichaam het bot weer precies zo laten uitzien als het voor de breuk was. Want daardoor wordt het bot sterker. Dit heet de remodelleringsfase. Deze fase kan heel lang duren, zelfs bij een eenvoudige botbreuk.
Neem bijvoorbeeld een breuk van de kleine teen. Als u uw kleine teen breekt, hoeft u geen gipsverband of andere behandeling te krijgen. Wel kunt u 6 weken geen strakke schoenen dragen. Dat doet te veel pijn. De voet – en vooral de teen – blijven gezwollen.
Na 6 weken trekt de hevige pijn weg, maar de teen is nog steeds te gezwollen om in schoenen te passen. U heeft last van pijntjes en stijfheid die erger worden als u beweegt. De pijn is niet hevig, maar wel zo vervelend dat u er minder door wilt lopen. De teen blijft nog een jaar gezwollen. De pijn wordt wel steeds minder. Na een jaar zal de teen nog steeds af en toe dikker worden en pijn doen.
Bij grotere botten kan deze remodelleringsfase nog langer duren.
Deze informatie is gebaseerd op de folder ‘Botten en botbreuken’ van Isala.