Adviezen over voeding bij maagkanker
Heeft u maagkanker? Dan kunt u last krijgen van klachten als dumping, diarree, een tekort aan vitamine B12 en overgeven van gal. Volgt u de adviezen hieronder over voeding bij maagkanker? Dan kunt u klachten zoveel mogelijk voorkomen.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 28 30
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
dietetiek@haaglandenmc.nl
Locatie
HMC Antoniushove
AdresBurg. Banninglaan 1, 2262 BA Leidschendam
BewegwijzeringAntoniushove
Ankers
Over voeding bij maagdarmkanker
Heeft u maagkanker? Dan kunt u last krijgen van klachten als dumping, diarree, een tekort aan vitamine B12 en overgeven van gal. Volgt u de adviezen hieronder over voeding bij maagkanker? Dan kunt u klachten zoveel mogelijk voorkomen.
Wat doet de maag?
De maag is belangrijk voor het verteren van eten. Het verteren van eten is het afbreken van voedsel tot voedingsstoffen die het lichaam kan opnemen en gebruiken.
Na het eten blijft het voedsel tijdelijk in de maag. De maag vermengt het eten met maagsap en stuurt het daarna door naar de darmen. De darmen verteren het eten verder. U kunt het verteren van eten verbeteren door zelf goed te kauwen en rustig te eten.
Problemen met eten bij maagkanker
Heeft u een operatie gehad voor maagkanker? Dan kunt u problemen krijgen met eten en drinken. Hieronder beschrijven we klachten waarmee u te maken kunt krijgen. Per klacht geven we u als dat kan adviezen voor eten en drinken. Met deze adviezen kunt u de klachten minder maken.
Kleine maag
Is een deel van de maag is weggehaald? Dan kan de maag minder eten en drinken verwerken. Hierdoor kunt u na een kleine maaltijd al een ‘vol gevoel’ hebben. Het is goed om elke 2 uur iets te eten. Verdeel het eten verder over minimaal 6 tot 9 kleine maaltijden. Zo krijgt u toch genoeg eten binnen.
Dumping en dumpingsyndroom
Soms hebben we bij de maagoperatie ook de sluitspier weggehaald tussen de maag en de dunne darm. Daardoor komt het eten en drinken sneller en in grotere hoeveelheden terecht in de dunne darm. Dit heet ‘dumping’. U kunt direct na de operatie last krijgen van dumping. Maar soms begint dit later pas.
Door dumping kunt u een aantal klachten krijgen. Dit noemen we het dumpingsyndroom.
De klachten kunnen zijn:
- misselijk zijn
- buikpijn
- overgeven
- diarree
- erg honger hebben
- hartkloppingen
- zweten
- beven
- soms bijna flauwvallen
De klachten beginnen meestal een half uur na de maaltijd (vroege dumping). Maar soms beginnen ze ook na 1,5 tot 2 uur na de maaltijd (late dumping). Niet iedereen krijgt deze klachten.
Hoe voorkomt u klachten van dumping?
- Verdeel het eten in meerdere kleine porties. Eet die verspreid over de dag in 6 tot 9 kleine maaltijden.
- Eet niet veel tegelijk.
- Neem niet meer dan 1 kopje drinken bij de maaltijd. Veel drinken bij een maaltijd zorgt ervoor dat het eten snel terechtkomt in de dunne darm.
- Neem bij het drinken een toastje, biscuitje of koekje. Het vocht wordt wat gebonden door het zetmeel wat in het een toastje, biscuitje of koekje zit. Daardoor gaat het minder snel naar de dunne darm.
- Zorg ervoor dat u niet veel suiker in 1 keer binnenkrijgt. Dit gebeurt bijvoorbeeld als u limonade, frisdranken, koffie en thee met veel suiker of zoete soorten vruchtensap drinkt. Ook meerdere snoepjes of meerdere of grote koeken kunt u beter niet eten.
- Neem niet meer dan 400 – 500 ml melkproducten per dag. Soms krijgt u dumpingklachten na het nemen van melk en melkproducten. Dit komt door de melksuiker lactose.
- Heeft u klachten door melkproducten? Vervang ze dan door zure melkproducten zoals yoghurt, karnemelk en kwark. Of vervang ze door sojaproducten zoals sojamelk en sojayoghurt. Zure melkproducten geven meestal minder klachten, omdat er minder lactose in zit. In sojaproducten zit zelfs geen lactose.
Diarree
Is een deel van de maag weggehaald? Dan gaat eten en drinken sneller door de maag en de dunne darm. Daardoor verteert het eten soms minder goed. Hierdoor kunt u diarree krijgen.
Hoe voorkomt u diarree?
- Verdeel het eten in meerdere kleine porties. Eet die verspreid over de dag in 6 tot 9 kleine maaltijden. De spijsvertering gaat daardoor beter.
- Neem eten met voedingsvezels zoals bruin brood, groente en fruit. Vezels houden het vocht vast en zorgen ervoor dat u minder vaak en minder dun moet poepen.
- Blijf genoeg vette producten eten. Minder vet eten helpt niet tegen de diarree. U kunt door minder vette producten te eten wel extra veel gewicht verliezen. Dat is niet goed voor u.
- Heeft u ondanks de adviezen hierboven nog erg last van diarree? Bespreek dit dan met uw arts. Uw arts kan medicijnen voorschrijven waardoor de voeding beter wordt verteerd en opgenomen. Daardoor wordt de diarree minder.
Overgeven van gal
Gal is belangrijk voor het verteren van vet. Na een operatie aan de maag gaat het afvloeien van gal naar de dunne darm soms moeilijk. Hierdoor kunt u na het eten verschillende klachten krijgen. Bijvoorbeeld:
- krampen in de rechterbovenbuik
- een opgezet gevoel
- overgeven van gal
Neemt u vaak een kleine maaltijd? En gaat u na het eten op uw linkerzij liggen? Dan gaat het afvloeien van gal beter en kunt u klachten voorkomen.
Te weinig vitamine B12
Is de maag helemaal of voor een deel weggehaald? Dan maakt u niet genoeg ‘intrinsieke factor’ aan. Intrinsieke factor is nodig om vitamine B12 vanuit de dunne darm te kunnen opnemen in het bloed. U krijgt daardoor een tekort aan vitamine B12.
Hoe merkt u dat u te weinig vitamine B12 heeft?
- misselijk zijn
- diarree
- ontstoken slijmvlies
- problemen met plassen en moeite met het ophouden van plas
- evenwichtsstoornis
- depressief zijn
- vergeetachtig zijn
- tintelingen in handen en voeten
- ongecontroleerde bewegingen
- problemen met lopen
- problemen met zien of horen
- pijn in de huid van voet en been
- geen gevoel in de voetzolen
Hoe behandelen we te weinig vitamine B12?
Krijgt u lange tijd te weinig vitamine B12 binnen? Dan krijgt u te maken met beschadigingen van het zenuwstelsel die niet meer helemaal weggaan.
Om dit te voorkomen, heeft u na de operatie extra vitamine B12 nodig. Meestal krijgt u 1x per 2 maanden de vitamine B12 via een spuit bij de huisarts. Vraag zelf uw huisarts naar de vitamine B12 injecties. Het is ook verstandig om zelf regelmatig uw B12-waarde te laten controleren door de huisarts of arts in het ziekenhuis. Zo kan het snel worden ontdekt als er een tekort is aan vitamine B12.
Zuurbranden
Bij zuurbranden komt maagzuur in de slokdarm. U kunt last krijgen van zuurbranden als de sluitspier tussen de maag en de slokdarm niet goed sluit of is weggehaald.
Hoe voorkomt u zuurbranden?
- Zorg ervoor dat u tijdens en vlak na het eten zoveel mogelijk rechtop zit.
- Wilt u graag liggen? Zorg er dan voor dat uw hoofdeinde hoger is dan uw voeteneinde.
- Neem kleine maaltijden, maar eet vaker op een dag. Eet liefst 6 tot 9 kleine maaltijden per dag.
- Neem 2 uur voor het slapen geen eten meer.
- Soms is er eten en drinken waardoor het zuurbranden erger wordt. Bespreek dit met uw diëtist.
Adviezen bij een stent
De specialist plaatst soms een stent in uw slokdarm. Een stent is een buisje dat ervoor zorgt dat uw slokdarm open is en u beter kunt eten.
Is er bij u een stent geplaatst? Dan is het belangrijk dat u ervoor zorgt dat deze niet verstopt raakt. Gebeurt dat wel? Dan kunt u het gevoel hebben dat eten achter het borstbeen blijft steken. U kunt door een verstopte stent ook gaan overgeven.
Hoe voorkomt u verstopping van de stent?
- Zit rechtop bij het eten.
- Snijd het eten fijn of prak het.
- Kauw goed en eet rustig.
- Drink veel bij de maaltijden.
- Drink minstens 1,5 liter per dag.
- Drink meteen iets als u het idee heeft dat het eten niet snel genoeg zakt.
- Neem veel jus, saus, room en boter.
- Drink een uur na de maaltijd iets om de stent goed door te spoelen.
- Opboeren van lucht kan een gevoel van opluchting geven.
- Neem geen eten waardoor de stent verstopt kan raken, zoals:
- biefstuk, draderig rundvlees, draderige vleeswaren zoals rookvlees, rosbief en fricandeau
- vlees met bot, of vis met graten
- grote harde stukken groente en fruit, zoals rauwkost, wortel en appel, partjes sinaasappel en mandarijn
- draderige en taaie groente zoals bleekselderij, rabarber, asperges, zuurkool, taugé en champignons
- droog brood, of brood met noten, zaden en pitten
- zuurtjes, (Engelse) drop, popcorn, toffees, spekkies
- noten
- pitten, schillen, graten en botjes
- ‘kleffe’ voedingsmiddelen, zoals vers witbrood, witte bolletjes en pannenkoeken.
Houdt u ondanks de adviezen hierboven het gevoel dat het eten achter het borstbeen blijft steken? Of blijft u overgeven? Overleg dan met uw arts.
Problemen met eten als u geen operatie krijgt
Ook als u geen operatie heeft gekregen, kunt u problemen met het eten hebben. Klachten kunnen bijvoorbeeld zijn:
- minder zin hebben om te eten
- sommige soorten eten en drinken niet meer lusten
- pijn bij het eten
- overgeven
- moe zijn
Deze klachten maken goed en genoeg eten vaak moeilijk. Een oplossing kan zijn om naast het ‘gewone’ eten ook dieetpreparaten te nemen zoals drinkvoeding. Of om helemaal over te stappen op drinkvoeding. Uw diëtist kan daarover advies geven.
Ook sondevoeding kan soms helpen. Sondevoeding kunt u krijgen als aanvulling op ander eten of als volledige voeding. De sonde is een dun slangetje. Dit slangetje loopt via de neus naar de maag of de dunne darm. Door de sonde krijgt u eten en drinken.
Blijf proberen
Had u na een operatie of behandeling klachten bij het nemen van bepaalde soorten eten en drinken? Dan kunt u dit eten en drinken na een paar weken opnieuw proberen. Het spijsverteringskanaal past zich na een tijdje namelijk aan de nieuwe situatie aan. Vaak kunt u daardoor sommige voedingsmiddelen weer verdragen. U zult ook langzaam weer wat grotere porties kunnen eten.
U voelt meestal zelf het beste wat goed gaat en wat niet.
Speciale voeding, een speciaal dieet of extra vitamines en mineralen?
Soms willen mensen met kanker naast de behandeling van het ziekenhuis speciale voeding, een speciaal dieet of extra vitamines en mineralen nemen. Wetenschappelijk onderzoek laat niet zien dat dit helpt bij het genezen van kanker. Wel kunt u soms uw gewicht en conditie goed houden met een speciaal dieet.
Heeft u vragen over speciale voeding, een speciaal dieet of extra vitamines en mineralen? Of denkt u erover speciale voeding, een speciaal dieet of extra vitamines en mineralen te nemen? Dan kunt u dit altijd bespreken met uw arts of diëtist.
Vragen over voeding bij maagkanker?
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Dan kunt u ons op de volgende manieren bereiken:
- U kunt van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur bellen met een diëtist van het ziekenhuis. U bereikt ons op telefoonnummer 088 979 28 30.
- U kunt ook een e-mail sturen naar dietetiek@haaglandenmc.nl. Vermeld in de e-mail uw HMC-patiëntennummer.
- U kunt uw diëtist verder vragen stellen via een e-consult op patiëntenportaal mijnHMC.
Meer informatie vindt u ook op de website voeding & kanker info.