Voorkomen van trombose

Over voorkomen van trombose

Trombose is een soort propje van bloed (stolsel) in uw bloedvaten. U heeft kans op trombose als u een operatie heeft gehad, lang stilzit, weinig loopt of een deel van uw lichaam lang niet beweegt. Op deze folder leest u wat trombose is en hoe u het kunt voorkomen tijdens en na uw verblijf in het ziekenhuis.

Heeft u eerder een keer een trombosebeen, trombosearm of longembolie gehad? Geef dit dan door aan uw behandeld arts.

Wat is trombose?

Als u ergens een wondje heeft en bloedt, stolt uw bloed. Het bloed wordt hard en stopt de bloeding. Op die manier beschermt uw lichaam u tegen het gevaar van bloedingen. Soms stolt het bloed zomaar vanzelf, zonder dat er een bloeding is. Dan ontstaat er in uw bloedvaten een soort propje, ofwel een stolsel. Dit noemen we een trombose. Een trombose ontstaat meestal in een been (trombosebeen) en soms in een arm (trombosearm) of op een andere plek. Soms breekt een stukje van het propje af, waarna het via de bloedvaten naar de longen gaat. Als hierdoor een bloedvat in de longen verstopt raakt, noemen we dat een longembolie.

Sommige operaties geven een hoger risico op het ontstaan van trombose. Als u zo’n operatie ondergaat, dan geven we u hierover in het ziekenhuis extra informatie. U krijgt dan eventueel medicatie om trombose te voorkomen.

Klachten

Mogelijke klachten van een trombosearm of -been zijn:

• Zwelling van de arm of het been
• Een zwaar gevoel of pijn in uw arm of in uw been (vooral in de kuit)
• Een blauwe verkleuring van de arm of het been
• Een strakgespannen huid van de arm of het been
• Een rode en glanzende arm of been, met dik opgezette aderen op de huid

Mogelijke klachten van een longembolie zijn:

• Een benauwd gevoel
• Pijn op de borst bij iedere ademhaling
• Hoesten
• Ophoesten van bloed
• Een versnelde ademhaling
• Een verhoogde hartslag
• Zweten
• Een licht gevoel in het hoofd

Tips voor in het ziekenhuis

Volg deze tips op om trombose te voorkomen tijdens uw verblijf in het ziekenhuis:

• Kom zo vaak mogelijk uit bed en loop door de gang.
• Vraag de verpleegkundige of uw behandelend arts welke activiteiten u het beste kunt doen.
• Vraag om pijnstillers, als u niet voldoende kunt bewegen vanwege pijn.
• Kunt u niet uit bed? Vraag dan of een fysiotherapeut bij u langskomt. Deze kan u hierbij helpen en tips geven om te bewegen in bed.

Tips voor thuis

Volg deze tips op om thuis trombose te voorkomen:

• Houdt u aan de beweegregels die uw behandeld arts u heeft verteld.
• Kunt u de beweegregels niet opvolgen vanwege pijn of andere klachten? Bel dan de polikliniek waar u onder behandeling bent voor advies.
• Ligt u vanwege uw aandoening op bed of op de bank? Probeer dan ieder uur een stukje te bewegen, bijvoorbeeld door een stukje te lopen.
• Is lopen moeilijk voor u? Beweeg dan minimaal zes keer per dag uw kuitspieren:
  • Til uw voeten op.
  • Beweeg de voeten heen en weer, alsof u het gaspedaal van een auto intrapt.
  • Herhaal dit zo vaak mogelijk.
  • U kunt deze oefening ook doen als uw voet in het gips zit.

Wanneer moet u meteen contact opnemen?

• Bel 112 bij:
  • Acute benauwdheid
  • Pijn met ademhalen
  • Plotselinge pijn op de borst
• Neem contact op met de huisarts, als u de eerdergenoemde klachten herkent van een trombosebeen, trombosearm of een longembolie.

Heeft u nog vragen?

Als u nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de verpleegkundige.