Urineweginfectie bij uw kind
Een nierbekkenontsteking of een blaasontsteking: het zijn voorbeelden van een urineweginfectie waarmee uw kind te maken kan krijgen. In alle gevallen kunnen we uw kind behandelen.
Specialismen en team
Afspraak en contact
088 979 23 30
ma t/m vr van 08.00 – 16.30 uur
Locatie
HMC Bronovo (polikliniek)
AdresBronovolaan 52597 AX Den Haag
Bewegwijzering5e etage, route 55
HMC Westeinde (polikliniek)
AdresLijnbaan 32 2512 VA Den Haag
Bewegwijzering1e etage, route blauw
Ankers
Over urineweginfectie bij uw kind
Een nierbekkenontsteking of een blaasontsteking: het zijn voorbeelden van een urineweginfectie waarmee uw kind te maken kan krijgen. In alle gevallen kunnen we uw kind behandelen.
Wat is een urineweginfectie
Uw kind is in het ziekenhuis opgenomen met een infectie aan de urinewegen. De nieren, nierbekken, urineleiders, blaas en urinebuis noemen we samen de urinewegen. Bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers kunnen ervoor zorgen dat uw kind hier een infectie krijgt. Er zijn twee soorten urineweginfecties:
- Lagere urineweginfecties zijn infecties van de blaas en de urinebuis. Een infectie van de blaas noemen we ook wel een blaasontsteking.
- Hogere urineweginfecties zijn infecties van het nierbekken en de nier. Een infectie van het nierbekken noemen we ook wel een nierbekkenontsteking.
Oorzaken
Soms blijft er urine (plas) achter in de urinewegen na het plassen. Bacteriën groeien goed in stilstaande urine. Zij kunnen dan zorgen dat uw kind een urineweginfectie krijgt.
Symptomen
Een symptoom is een kenmerk of klacht die hoort bij een bepaalde ziekte. De symptomen van een urineweginfectie bij kinderen zijn verschillend.
Bij kinderen die nog niet kunnen praten is het moeilijker te ontdekken of ze een urineweginfectie hebben. Vaak:
- hebben ze koorts
- voelen ze zich ziek
- willen ze niet drinken
- geven ze meer dan normaal over
- huilen ze veel
Maar het kan ook zijn dat uw kind juist minder actief en stil is.
Als kinderen zindelijk zijn, lijken de klachten meer op de klachten die volwassenen ook hebben:
- vaak plassen
- kleine beetjes plassen
- pijn of branderig gevoel bij het plassen
- buikpijn
- soms hoge koorts, lusteloosheid en weinig zin om te eten
Behandeling
We geven uw kind bij een urineweginfectie een antibioticum. Dat is een medicijn dat goed helpt tegen een infectie door bacteriën. We geven dit medicijn het liefst via de mond aan uw kind. Is uw kind erg ziek, jonger dan 3 maanden of spuugt uw kind het antibioticum uit? Dan geven we het medicijn via een infuus. Een infuus is een buisje dat met een naald in de bloedbaan gaat.
We nemen ook een urinekweek af bij uw kind. Dit betekent dat we urine opvangen en een tijdje onder speciale omstandigheden laten staan. Dit heet op kweek zetten. Het afnemen van de urine is niet schadelijk voor de gezondheid van uw kind. Vanaf 48 uur na het afnemen van de urine kunnen we beoordelen of uw kind het juiste antibioticum krijgt of dat we het medicijn moeten aanpassen.
Heeft uw kind last van pijn? Dan geven we in overleg met de arts een pijnstiller. Meestal blijft uw kind tussen 3 en 7 dagen in het ziekenhuis.
Verpleging
Enkele keren per dag neemt de verpleegkundige de temperatuur van uw kind op. Soms wegen we uw kind iedere dag. Het kan ook zijn dat we bijhouden hoeveel uw kind eet, drinkt, plast en poept. Bij niet zindelijke kinderen wegen we soms de luiers. Zindelijke kinderen moeten tijdelijk op de po plassen als we willen bijhouden hoeveel uw kind plast.
Naar huis
Als uw kind weer naar huis mag, kan het zijn dat u een afspraak mee krijgt voor controle op de polikliniek. De arts bespreekt met u hoe het vervolg zal zijn. Soms krijgt u een urinepotje mee om wat urine op te vangen. Bij niet zindelijke kinderen geven we in dat geval een opvangzakje mee. We kunnen dan later onderzoeken of de infectie weg is.
Soms schrijven we nog antibiotica voor. Met deze medicijnen willen we dan ervoor zorgen dat uw kind niet een nieuwe urineweginfectie krijgt. Het kan zijn dat we nog andere onderzoeken doen dan in deze tekst staan. Dit bespreken we dan met u.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze tekst nog vragen? Stel deze dan gerust aan de arts of de verpleegkundigen. U kunt ook met ons bellen. Het telefoonnummer staat bovenin op deze pagina.