Behandeling van een malletvinger

Over behandeling van een malletvinger

In overleg met uw orthopeed of chirurg wordt u behandeld voor een beschadiging van uw vinger. U heeft een zogenoemde malletvinger. Op deze webpagina vindt u uitleg over de behandeling.

Wat is een malletvinger?

Een malletvinger ontstaat door beschadiging van de strekpees. U kunt uw vinger daardoor niet meer strekken. De strekpees kan beschadigd raken door bijvoorbeeld een directe klap op de top van de gestrekte vinger. Daardoor scheurt dan de pees van het laatste vingerkootje af. Soms scheurt ook een stukje bot af. De top van de vinger hangt omlaag en het vingergewricht wordt dik. Daardoor ontstaat de typische houding van een malletvinger.

Behandeling met een spalk

Een malletvinger kan goed worden behandeld met een malletspalk. U draagt de spalk om uw vingertopje, zodat deze niet kan bewegen en/of buigen. Het gewricht dat boven het spalkje uitkomt, kunt u wel buigen en strekken. Dit is belangrijk om te doen, omdat het gewricht op die manier soepel blijft. U draagt de spalk 6 tot 12 weken.

Aanmeten van de spalk

De spalk wordt op de gipskamer door een gipsverbandmeester op maat gemaakt voor u. Dit duurt ongeveer een kwartier. U mag daarna meteen weer naar huis.

Schoonhouden van uw vinger

U moet uw vinger eenmaal per dag schoonmaken. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de huid week wordt. De huid wordt dan wit van kleur en gaat ruiken.

Het schoonmaken van de vinger doet u als volgt:

• U doet het spalkje af. Het is belangrijk dat u uw vinger ook zonder de spalk goed ondersteunt en daarmee recht houdt. Als u uw vinger toch buigt, is de behandeling voor niets geweest.
• U maakt de vinger vervolgens schoon met water en zeep.
• Het is belangrijk dat uw vinger goed droog is voordat u de spalk weer omdoet. Leg uw vinger bij het drogen plat op een stevige ondergrond, bijvoorbeeld op een tafel. U drukt met de top van uw vinger op de tafel, zodat uw vinger recht blijft. Als de vinger goed droog is, doet u uw spalk weer om.

Controle

U komt na zes tot acht weken voor controle op de gipskamer. Uw orthopeed of chirurg onderzoekt uw vinger. Als uw vinger goed hersteld is, wordt de spalk geleidelijk afgebouwd en de buiging voorzichtig opgebouwd. Als de vinger niet goed hersteld is, kan het zijn dat u de spalk nog eens zes weken moet dragen.

Vragen

Als u na het lezen van deze webpagina nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met de gipskamer. Dat kan van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.30 uur via de volgende telefoonnummers:

• HMC Bronovo: 088 979 81 30
• HMC Westeinde: 088 979 30 98

Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van HMC Westeinde: 088 979 23 80.